Operation Manual

64 TI-Nspire™ Referentiehandleiding
mid()
Catalogus
>
mid(bronString, Start[, Aantal]) string
Geeft Aantal tekens uit de tekenreeks bronString, beginnend met
teken nummer Start.
Als Aantal wordt weggelaten of groter is dan de afmeting van
bronString, dan worden alle tekens van bronString gegeven,
beginnend met het teken nummer Start.
Aantal moet
| 0 zijn. Als Aantal = 0, dan wordt een lege string
gegeven.
mid(bronLijst, Start [, Aantal]) lijst
Geeft Aantal elementen uit bronLijst, beginnend met element
nummer Start.
Als Aantal wordt weggelaten of groter is dan de afmeting van
bronLijst, dan worden alle elementen uit bronLijst gegeven,
beginnend met element nummer Start.
Aantal moet
| 0 zijn. Als Aantal = 0, dan wordt er een lege lijst
gegeven.
mid(bronStringLijst, Start[, Aantal]) lijst
Geeft Aantal strings uit de lijst met strings bronStringLijst,
beginnend met element nummer Start.
min()
Catalogus
>
min(Waarde1, Waarde2) uitdrukking
min(Lijst1, Lijst2) lijst
min(Matrix1, Matrix2) matrix
Geeft het minimum van de twee argumenten. Als de argumenten
twee lijsten of matrices zijn, dan wordt een lijst of matrix met de
minimumwaarde van elk paar corresponderende gegevens gegeven.
min(Lijst) uitdrukking
Geeft het minimumelement van Lijst.
min(Matrix1) matrix
Geeft een rijvector met het minimumelement van elke kolom in
Matrix1.
Opmerking: zie ook max().