User Guide

17
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1 Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SOUND) te drukken.
VOL (volume) nBAS (lage tonen) n
TRE (hoge tonen) n BAL (links-rechts) n
FAD (voor-achter)
2 Wijzig het geselecteerde onderdeel door
de keuzeknop te draaien.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd. (Na drie seconden
functioneert de knop weer als
volumeregelaar.)
Het geluid dempen
Druk op (ATT) op de verkrijgbare
bedieningssatelliet.
“ATT on” knippert even.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
Tip
Het volume wordt automatisch verlaagd wanneer
een telefoongesprek binnenkomt (functie
Telephone-ATT) (alleen MDX-C5970R).
Andere bewerkingen
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de
bedieningselementen is af fabriek ingesteld
zoals hieronder afgebeeld.
Als u de bedieningssatelliet rechts van de
stuurkolom moet monteren, kunt u de
werkingsrichting omkeren.
Druk twee seconden op (SOUND) terwijl
u het bedieningselement VOL ingedrukt
houdt.
Tip
U kunt de werkingsrichting van de bedieningselementen
met het apparaat wijzigen (pagina 18).
Druk op (SOUND) als u het volume en
het geluid-menu wilt wijzigen.
Druk op (LIST) om:
De gememoriseerde namen weer te geven.
Het programmatype weer te geven.
verhogen
verlagen
Draai aan het bedieningselement
VOL als u het volume wilt
aanpassen.
Druk op (OFF) als u
het apparaat wilt
uitschakelen.
OFF
Druk op (ATT)
als u het geluid
wilt dempen.