Operation Manual

Table Of Contents
141Menulijst
a13 Handm. scherpstelring in AF-st. (standaard ingesteld op Inschakelen)
Inschakelen Deze optie is beschikbaar voor
compatibele objectieven. Selecteer
Uitschakelen om te voorkomen dat de
scherpstelring wordt gebruikt voor
scherpstelling in autofocusstand.
Uitschakelen
b Lichtmeting/belichting
b1 Stapgrootte inst. belichting (standaard ingesteld op 1/3 stap)
1/3 stap Selecteer de grootte van de stap voor het
aanpassen van sluitertijd, diafragma,
ISO-gevoeligheid en belichtings- en
flitsbracketing en correctie.
1/2 stap
b2 Eenv. belichtingscorrectie (standaard ingesteld op Uit)
Aan (automat. herstellen) Kies of belichtingscorrectie kan worden
aangepast door alleen maar aan een
instelschijf te draaien zonder op de
E-knop te drukken.
Aan
Uit
b3 Centrumgericht meetveld (standaard ingesteld op 12 mm)
12 mm Kies de grootte van het gebied waaraan
het meeste gewicht wordt toegewezen in
centrumgerichte meting.
Gemiddeld
b4 Fijnafst. voor opt. belichting
Matrixmeting Stel de belichting fijn af voor elke
lichtmeetmethode. Hogere waarden
produceren heldere opnamen, lagere
waarden donkere opnamen.
Centrumgerichte meting
Spotmeting
Op hoge lichten gerichte lichtm.
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend. ontspanknop (standaard ingesteld op Uit)
Aan (half indrukken) Kies of de belichting vergrendelt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
Aan (serieopname)
Uit
c2 Zelfontspanner
Vertraging zelfontspanner Kies de lengte van de
ontspanknopvertraging, het aantal
gemaakte opnamen en het interval tussen
opnamen in de zelfontspannerstand.
Aantal opnamen
Interval tussen opnamen