Operation Manual

25
NL
Trainingsfuncties
De trainingsmodi AUTO en MANU (ALLEEN VOOR ERGOMETERS)
AUTO-modus (toerentalonafhankelijk):
In deze modus stelt u het gewenste vermogen in watt in. Door aan de draaiknop te draaien, verandert het gewenste ver-
mogen. Het ergometersysteem berekent uit het gewenste wattage en de actuele pasfrequentie de remstand die voor de
doelwaarde nodig is en wijzigt die onmiddellijk bij een verandering van de pasfrequentie. Daarbij bent u zeker dat u alti-
jd met het ingestelde vermogen traint.
MANU-modus (toerentalafhankelijk):
In de MANU-modus kiest u een remweerstand (een manier van lopen). Die blijft ongeacht uw pasfrequentie constant. Het
vermogen in watt is het resultaat en schommelt bij wijzigingen van de manier van lopen (weerstand) of de pasfrequentie.
De vermogensweergave in het puntenveld wordt automatisch aangepast. Een naar boven of beneden lopend beeld geeft
dit weer.
Polsslagzones
Er worden 5 polsslagzones Z1-Z5 weergegeven. Ze worden afhankelijk van de ingevoerde leeftijd berekend.
Maximale trainingspolsslag (HR Max) = 220 – leeftijd
Z1 = 50- 60% van HR Max = OPWARMEN
Z2 = 61- 70% van HR Max = VETVERBRANDING
Z3 = 71- 80% van HR Max = UITHOUDINGSVERMOGEN
Z4 = 81- 90% van HR Max = UITHOUDINGSVERMOGEN INTENSIEF
Z5 = 91-100% van HR Max = MAXIMAAL BEREIK
De polsslagzones worden in het tekstveld weergegeven, als de functie onder ”Persoonlijke instellingen>Polsslagzones”
geactiveerd is.
Herstelpolsslagmeting
Druk tijdens de training en bij actieve polsslagmeting op de herstelpolsslag-toets. Na 10 seconden
start de meting.
De elektronica meet 60 seconden terugtellend uw polsslag.
Daarna wordt het herstelpolsslagcijfer weergegeven.
De weergave wordt na 20 seconden of door indrukken van de herstelpolsslag-toets beëindigd.
Wordt aan het begin of einde van de teruglopende tijd geen polsslag gemeten, verschijnt er een
foutmelding.
Uitschakelen van het display
Na 4 minuten inactiviteit of door langer indrukken van de linker toets schakelt de display uit.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 2 bronnen plaatsvinden:
1. Handsensoren
De aansluiting bevindt zich aan de achterzijde van het display;
2. Borstgordel
De ontvanger bevindt zich achter het display.
(borstgordels behoren niet altijd tot de leveromvang) De POLAR-borstgordel T34 is als accessoire (artikelnr. 67002000)
verkrijgbaar. Er functioneren alleen ”ongecodeerde systemen“.
Voor een hartfrequentie-georiënteerde training wordt een borstgordel aanbevolen.