Softwareversie 3.10 Gebruiksaanwijzing

6-30
k Grafische voorstelling van een normale kansverdeling
In de modus Run-Matrix kunt u een kansverdeling voor statistieken met één variabele
grafisch voorstellen.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Run-Matrix .
2. Voer de opdrachten in om de grafiek met voorschrift in cartesische coördinaten te tekenen.
3. Voer de kanswaarde in.
Voorbeeld Teken de grafiek van de normale kans P (0,5).
1 m Run-Matrix
!m(SET UP) 2(Line) J
2 !4(SKETCH) 1(Cls) w
5(GRAPH) 1(Y=)
3 K6( g) 3(PROB) 6( g) 1(P() a.f)w
k Berekeningen met gebruik van de kansverdelingsfunctie
U kunt speciale functies gebruiken in de modus Run-Matrix of Program om berekeningen
uit te voeren die hetzelfde zijn als de berekening van de kansverdelingsfunctie in de modus
Statistics (pagina 6-50).
Voorbeeld Om een normale kansverdeling te berekenen in de modus Run-Matrix
voor de gegevens {1, 2, 3} als de standaardafwijking van de populatie
σ
= 1,5 en het gemiddelde van de populatie = 2.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Run-Matrix .
2. Druk op de toetsen zoals aangegeven:
!m(SET UP) 2(Line) J
K5(STAT) 3(DIST) 1(NORM)
1(Npd) !*( { ) b,c,d
!/( } ) ,b.f,c)w
Zie voor details over wat u kunt doen met de kansverdelingsfunctie en de syntaxis
“Kansberekeningen in een programma uitvoeren” (pagina 8-42).