Softwareversie 3.10 Gebruiksaanwijzing

6-29
1. Kies in het hoofdmenu de modus Statistics .
2. Voer de lengte in lijst 1 en de frequentie in lijst 2 in.
3. Maak de berekeningen voor statistische gegevens met één variabele.
U krijgt onmiddellijk de gestandaardiseerde waarde nadat
u de berekeningen voor de statistische gegevens met één
variabele hebt ingevoerd.
2(CALC) 6(SET)
1(LIST) bw
c2(LIST) cw!J(QUIT)
2(CALC) 1(1-VAR)
4. Druk op m, selecteer de modus Run-Matrix , druk op K6( g) 3(PROB)6( g) om
het menu voor de kansberekening te openen (PROB).
3(PROB) 6( g) 4(
t () bga.f)w
(Gestandaardiseerde waarde
t voor 160,5 cm) Resultaat: –1,633855948
( –1,634)
4( t () bxf.f)w
(Gestandaardiseerde waarde
t voor 175,5 cm) Resultaat: 0,4963343361
( 0,496)
1(P() a.ejg)-
1(P() -b.gde)w
(Percentage van het totaal) Resultaat: 0,6389233692
(63,9% van het geheel)
3(R() a.ejg)w
(Percentiel) Resultaat: 0,3099472055
(31,0 percentiel)