Gebruikers Handleiding
VOORZORGSMAATREGELEN LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT * Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later. WAARSCHUWING Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren.
SPECIALE MEDEDELINGEN PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN: De producten van Yamaha zijn voorzien van labels met daarop onderstaande markeringen, of stempels van deze illustraties. De uitleg van deze plaatjes staat hieronder. Hou a.u.b. rekening met alle waarschuwingen op deze pagina, en de waarschuwingen in het veiligheidsinstructie gedeelte. BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd.
Introductie Dank u voor de aanschaf van de Yamaha S80 Music Synthesizer. Uw nieuwe S80 synthesizer maakt gebruik van het hoog aangeprezen AWM2 klankopwekkingsysteem, waarmee u super-realistisch geluiden kunt creëren. U kunt deze geluiden via het 88-noten gewogen toetsenbord bespelen. Het ondersteunt tevens los verkrijgbare Plug-in boards die wellicht een ander klankopwekkingsysteem van uw keuze bieden, waarmee u fantastische synthesizer-geluiden kunt produceren.
Inhoudsopgave Basis Gedeelte Referentie Gedeelte De Knoppen en Aansluitingen ....................................6 Voice Mode ..................................................................64 Lees voor Gebruik ......................................................12 Voice Play ..............................................................64 Stroomvoorziening ..............................................12 Voice Edit ..............................................................68 Aansluitingen..
Basis Gedeelte De Knoppen & Aansluitingen PITCH bend wheel (Pag. 43) Bestuurt het pitch bend effect. U kunt aan deze controller ook andere functies toewijzen. Regelpaneel MODULATION wheel (Pag. 43) Bestuurt het modulation effect. U kunt aan deze Controller tevens andere functies toewijzen. GAIN .....
LCD (Liquid Crystal Display) Dit is een verlicht display met twee regels. 3.3V [DATA] knop (Pag. 25) Hiermee kunt u de door de cursor aangegeven parameter in waarde verhogen of verlagen. CARD ASSIGNABLE KNOB SHIFT PAGE A PART/ELEMENT B C 1 2 DATA Knoppen [A], [B], [C], [1] en [2] (Pag. 24) Deze knoppen besturen in iedere Play mode de respectievelijk toegewezen functies. In de Edit Mode, wordt iedere knop gebruikt om een waarde voor de toegewezen parameter in de display in te geven.
[MASTER KEYBOARD] knop (Pag. 57, 111) Het S80 toetsenbord kan in Performance mode als MIDI master toetsenbord gebruikt worden. Als de knop ingedrukt is en ingeschakeld is (de LED licht op), kunt u met het toetsenbord meerdere op de S80 aangesloten MIDI geluidsmodules bespelen en besturen. [EF BYPASS] knop (Pag 56) Schakelt Effect Bypass aan/uit. Druk op deze knop (LED licht op) om in de huidig gebruikte Voice of Performance de effecten uit te schakelen (bypass).
MEMORY knoppen (Pag. 27, 29, 65, 109) Met deze knoppen kunt u een Voice of Performance Geheugen selecteren. Druk op [ENTER] om het Geheugen te selecteren. In Performance mode kunt u met de [EXT], [PLG1] en [PLG2] knoppen de A/D Part, Plug-in 1 Part en Plug-in 2 Part selecteren. Met de [PRE1] en [PRE2] knoppen selecteert u "Common" (voor alle parts). [QUICK ACCESS] knop (Pag.
Achterpaneel POWER schakelaar (Pag. 19) Hierme schakelt u de synthesizer aan of uit. AC INLET aansluiting (Pag. 12) Steek de stekker van het meegeleverde stroomsnoer voordat u deze in het stopcontact steekt - hierin. CARD sleuf (Pag. 142) Steek hier een Memory Card in om data van/naar het instrument te sturen. Lees voor gebruik van een Memory Card eerst de Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een Memory Card (Pag. 142). MIDI IN, OUT, en THRU aansluitingen (Pag.
HOST SELECT schakelaar (Page 16) Selecteer het computertype dat via de TO HOST aansluiting op de synthesizer aangesloten is. TO HOST terminal Hierop kunt u m.b.v. een los verkrijgbare seriële kabel een computer aansluiten (Pag. 16). BREATH aansluiting (Pag. 18, 44) Hierop kunt u een los verkrijgbare BC3 breath controller aansluiten. U kunt met de breath controller afhankelijk van uw blaaskracht het uitgangsniveau of klankkarakter van de geluiden beïnvloeden.
Alvorens te beginnen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u uw synthesizer van stroom voorziet, audio en MIDI apparaten en een computer aansluit. Schakel de synthesizer pas in als alle noodzakelijke verbindingen zijn gemaakt. Het is aan te bevelen dit gedeelte goed te lezen alvorens de synthesizer te gebruiken. Stroomvoorziening Achterpaneel AC INLET aansluiting Stroomsnoer (meegeleverd) 1Let er op dat de POWER schakelaar van de synthesizer op OFF staat.
Aansluitingen Aansluiten op Externe Audio Apparatuur Aangezien de synthesizer geen ingebouwde luidsprekers bevat, moet u de synthesizer op externe audio apparatuur aansluiten. U kunt uiteraard tevens een hoofdtelefoon gebruiken. Er zijn diverse manieren om externe audio apparatuur aan te sluiten, zoals u in de volgende illustraties kunt zien.
Luidspreker Versterker L R Mengpaneel OUTPUT L R Hoofdtelefoon 1 PHONES 2 3 4 OUTPUT L / MONO 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 INDIVIDUAL OUTPUT1 R L R INDIVIDUAL OUTPUT2 S80 N.B. Als u een hoofdtelefoon aansluit, beïnvloedt dat het geluid uit de OUTPUT (L/MONO en R) aansluitingen niet. Hier kunt u dezelfde geluiden beluisteren als uit de OUTPUT aansluiting gestuurd wordt. U kunt de geluiden vanuit de INDIVIDUAL OUTPUT 1 en 2 echter niet beluisteren.
Externe MIDI Apparatuur Aansluiten U kunt met behulp van een MIDI kabel (los verkrijgbaar) externe MIDI apparatuur aansluiten, en deze vanaf deze synthesizer besturen. U kunt tevens met een extern MIDI toetsenbord of sequencer de interne geluiden van de synthesizer besturen. Dit gedeelte toont enkele voorbeelden van het gebruik van MIDI. N.B. De HOST SELECT schakelaar op het achterpaneel moet hiervoor op "MIDI" staan. Zo niet, dan wordt uit de MIDI OUT aansluiting geen MIDI boodschappen verstuurd.
Via MIDI THRU een Ander MIDI apparaat besturen Externe MIDI sequencer Externe MIDI synthesizer MIDI OUT MIDI IN MIDI IN MIDI THRU HOST SELECT PC-2 PC-1 MIDI Mac MIDI OUT MIDI IN Externe MIDI synthesizer S80 Met bovenstaande MIDI aansluitingen, kunt u vanuit de MIDI OUT aansluiting MIDI data versturen, terwijl MIDI data vanaf de externe sequencer via de MIDI THRU aansluiting een externe MIDI synthesizer aanstuurt. N.B.
2: MIDI Interface naar MIDI IN en OUT Bij gebruik van de MIDI Interface van de computer HOST SELECT PC-2 PC-1 MIDI Mac Seriële kabel MIDI IN MIDI OUT Personal System/V PS/V MIDI OUT MIDI IN S80 Personal System/V IBM Computer met MIDI interface Bij gebruik van een Externe MIDI interface HOST SELECT MIDI Interface PC-2 PC-1 MIDI Mac MIDI OUT MIDI IN MIDI IN MIDI OUT Computer S80 N.B. U moet hiervoor de juiste MIDI software (sequencer, editor, enz.) voor uw computersysteem gebruiken.
Diverse Controllers Aansluiten De S80 bevat diverse controller aansluitingen op het achterpaneel, zoals FOOT SWITCH, SUSTAIN, FOOT CONTROLLER, FOOT VOLUME en BREATH. U kunt hierop los verkrijgbare controllers zoals een Foot Switch (FC4 of FC5), Foot Controller (FC7) en Breath Controller (BC3) aansluiten om de klankkleur, volume, toonhoogte en andere parameters te besturen. N.B. Details over deze controllers vindt u op pagina 44.
Apparatuur inschakelen Inschakelprocedure Let er op, dat als alle aansluitingen tussen de synthesizer en andere apparaten gereed zijn, alle volume instellingen op het absolute minimum staan. Zet daarna alle apparaten in de volgende volgorde aan: MIDI masterapparaten (versturende apparaten), MIDI slaves (ontvangers), en daarna de audio apparatuur (mengpaneel, versterkers, luidsprekers, enz.) Dit verzekert u van de juiste signaalvloeiing vanaf het eerste tot het laatste apparaat (eerst MIDI, daarna audio).
Als er een Memory Card in de Card sleuf zit, of u een los verkrijgbaar Plug-in board heeft geïnstalleerd, kunt u er andere schermen verschijnen voordat het Voice of Performance Play Mode scherm verschijnt. Als er voorheen een Memory Card in de Card sleuf zat, ziet u een scherm waar de bestanden vanuit het EXT geheugen ingeladen worden. Als er een nieuwe Memory Card in de Card sleuf zit (of één die nog nooit gebruikt is), ziet u een scherm waar in het EXT Memory (geheugen) een basis file gecreëerd wordt.
Basis Handelingen In dit gedeelte worden de basishandelingen van de synthesizer besproken. Een Mode Selecteren Er zijn diverse Modes beschikbaar - Voice Play Mode, Performance Play Mode, enz. - die het stuk voor stuk mogelijk maken om efficiënt met de diverse functies van de synthesizer te werken. N.B. Op pagina 35 vindt u een overzicht van de beschikbare Modes. Er zijn voor de Voices en Performances aparte Play Modes.
Job Modes Andere Modes Als u zich in een Play Mode bevindt, drukt u, om naar de respectievelijke Job mode te gaan, simpelweg op de [JOB] knop (LED licht op). 5 Utility Mode (Pag. 134) Druk, om naar Utility Mode te gaan, op de [UTILITY] knop (LED licht op). Druk, om uit een andere Mode te gaan, op de juiste knop voor die Mode. 4 Voice Job Mode (Pag. 105) Druk in Voice Play Mode op de [JOB] knop.
Een Scherm Selecteren Sommige Modes bevatten meerdere schermen. In dat geval houdt u - om naar een specifiek scherm te gaan - de [SHIFT] knop ingedrukt terwijl u aan de [PAGE] knop draait. Als u bijvoorbeeld in Voice Edit Mode de [SHIFT] U kunt met behulp van de [PAGE] knop en de knop ingedrukt houdt terwijl u de [PAGE] knop [SHIFT], [PROGRAM/PART], [EXIT] en [ENTER] knoppen tussen de schermen schakelen. gebruikt, wordt het volgende scherm getoond.
[ENTER] Knop De Cursor Verplaatsen Normaal gesproken wordt de [ENTER] knop gebruikt om parameter instellingen uit te voeren. In sommige gevallen verschijnt echter het volgende scherm dat vraagt om [ENTER] in te drukken. EF BYPASS Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u een knop ([A], [B], [C], [1] of [2]) gebruikt, kunt u de cursor (≥) naar de bewuste parameter op het scherm verplaatsen zonder de waarde te wijzigen.
[DATA] Knop Parametertypen (Absoluut en relatief) Met deze knop kunt u de parameterwaarde op plaats van de cursor wijzigen. Draai de knop met de klok mee om de waarde met één te verhogen, draai tegen de klok in om de waarde met één te verlagen. Er zijn vele manieren om parameters te wijzigen. Sommige parameters vereisen directe getallen of letters. Bij andere kunt u uit een aantal beschikbare instellingen kiezen. Verder zijn sommige parameter absoluut waar andere relatief zijn.
De Demo Afspelen Er worden bij deze synthesizer diverse demo songs meegeleverd. U kunt deze als volgt afspelen. N.B. N.B. Zorg ervoor dat de synthesizer gereed is voor afspelen. Details vindt u in "Alvorens te Beginnen" op Pag. 12. In het "SEQ Demo" scherm, wordt alle data in het interne geheugen (System, Interne Voices en dergelijk) overschreven door de data voor de demo song. Sla belangrijke data op Memory Card op voordat u doorgaat. 1Druk, om naar Sequence Play Mode te gaan, op de SEQ PLAY knop.
Voices en Performances Een Voice Bespelen Deze synthesizer, gebaseerd op het AWM2 klankopwekkingssysteem, biedt diverse preset Voices (256 Normal Voices en 8 Drum Voices). U kunt tevens uw eigen Voices creëren en deze in het interne geheugen van het instrument (INT) of op een externe Memory Card (EXT) opslaan. Het interne en externe geheugen kunnen beide tot maximaal 128 Normal Voices en 2 Drum Voices bevatten. U kunt, zoals hieronder uitgelegd wordt, van beide geheugengroepen Voices selecteren en bespelen.
De Drum Voices zijn in aparte gedeelten van ieder Geheugen opgeslagen, en kunnen als volgt opgeroepen worden. N.B. N.B. • Om Preset Drum Geheugens op te roepen (PRE:DR1 ~ DR8): Druk op tegelijkertijd op de MEMORY [PRE1] en [PRE2] knoppen. • Om User Drum Geheugens op te roepen (INT:DR1/2, EXT:DR1/2): Druk op tegelijkertijd op de MEMORY [INT] en [EXT] knoppen. PRE1 PRE 2 INT EXT PLG1 Details over het selecteren van Voices met de [DATA] knop of [DEC/NO] en [INC/YES] knop vindt u op Pag. 66.
Een Performance Bespelen In Performance Play mode, kunt u één van de 128 interne en 64 externe (Memory Card) Performances selecteren en bespelen. Een Performance is een set Voices die door de interne (of externe) sequencer gebruikt kan worden. Met Performances kunt u de synthesizer multi-timbraal gebruiken. Iedere Performance kan tot 16 Parts bevatten, ieder met zijn eigen Voice, plus extra Parts voor extra A/D INPUT en Plug-in Boards. Als de Layer schakelaar (Pag.
3 Met de [INC/YES] en [DEC/NO] knoppen of [DATA] knop een Performance Nummer Selecteren Draai de [DATA] knop met de klok mee of druk op [INC/YES] om het Performance nummer te verhogen. Draai de [DATA] knop tegen de klok in of druk op [DEC/NO] om het Performance nummer te verlagen.
Een Overzicht van de S80 In dit gedeelte wordt een overzicht van de vele functies van de S80 gegeven. Onderstaande diagram toont de gedeelten van de hardware van de S80. Controller Gedeelte Toetsenbord Controllers Sequencer Gedeelte Toongenerator Gedeelte Song File Afspelen Arpeggiator AWM2 Plug-in Board Effecten Gedeelte Controller Gedeelte Dit gedeelte bestaat uit het toetsenbord, Pitch Bend en Modulatie Wielen, Control schuiven, Assignable knoppen enzovoorts.
Toon Generator Gedeelte Dit gedeelte speelt - afhankelijk van toetsenbord- en controllerinformatie - geluiden af. Onderstaande illustratie toont het pad dat het signaal van een Element in een Voice aflegt. Toongenerator Gedeelte OSC (Oscillator) Stuurt de Golfvorm van ieder Element uit. Iedere Voice bestaat uit maximaal vier Elementen. PITCH FILTER Bestuurt de toonhoogte van ieder Element dat door OSC verstuurd wordt. Wijzigt de klankkwaliteit van ieder Element dat door PITCH verstuurd wordt.
• Advanced DX/TX Plug-in Board (PLG150-DX) Met dit Plug-in board zijn de befaamde DX7 geluiden beschikbaar. Dit board gebruikt, in tegenstelling tot PCM gebaseerde oplossingen, geen gesamplede golfvormen. Het bevat daarentegen het daadwerkelijke FM klankopwekkingssysteem van de DX-serie synthesizers om zijn geluiden identiek weer te kunnen geven. De geluiden van dit Board zijn compatibel met die van de DX7 en het board kan eveneens via MIDI bulk dump DX7 data ontvangen.
Effecten Gedeelte U kunt met effecten het geluid van een Voice of Performance aanpassen. Er zijn twee Insertion Effect Units, een Reverb Unit (12 reverb typen) en een Chorus Unit (23 chorus typen). Iedere Insertion Effect Unit biedt een verscheidenheid effecten, en de units op zich kunnen in serie of parallel geschakeld worden. In Voice/Performance mode kunnen aan iedere Voice/Performance verschillende effect instellingen toegewezen worden, hoewel deze anders geschakeld kunnen zijn (serie of parallel).
Over de Modes De S80 bevat diverse Modes die u afhankelijk van de taak die u uit wilt voeren kunt selecteren. Voice Mode Performance Mode Voice Play Mode Voice Edit Mode Voice Job Mode Performance Play Mode Performance Edit Mode Performance Job Mode MODE Utility Mode VOICE PERFORM STORE UTILITY CARD SEQ PLAY JOB PLAY/ STOP Sequence Play Mode Utility Job Mode EDIT COMPARE Card Mode Voice Mode (Pag. 64) Performance Mode (Pag. 107) Sequence Play Mode (Pag.
Voices Een Voice is een geluid dat door vele parameters in de synthesizer gecreëerd wordt. U kunt deze Voices in Voice Play Mode selecteren en bespelen. In Performance Mode kunnen verschillende Voices (in deze Mode Parts genoemd) gelayered worden en tegelijkertijd via het toetsenbord of externe sequencer afgespeeld worden. Er zijn vier groepen Voices beschikbaar (Preset 1, Preset 2, Internal en External). Er zijn tot twee extra groepen beschikbaar als er los verkrijgbare Plug-in Boards geïnstalleerd zijn.
Een Overzicht van de Voices/Waves Iedere Voices bestaat uit max. vier elementen. Ieder Element gebruikt zijn eigen hoge-kwaliteit golfvorm. Voice Element 1~4 Element Wave form AWM2: 553 Preset waveforms Intern zijn er twee typen Voices: Normal Voices en Drum Voices. Normal Voices zijn de daadwerkelijke muziekinstrumenten die u over het gehele bereik van het toetsenbord kunt bespelen. Drum Voices zijn daarentegen percussie/drum geluiden, ieder toegewezen aan zijn eigen noot op het toetsenbord.
Waves Waves zijn de golfvormen (elementen) waaruit een Voice is opgebouwd. Er zijn 533 hoge kwaliteit Waves beschikbaar. Zoals volgende illustratie laat zien, kunt u als u een Voices creëert de Waves die als element gebruikt wordt selecteren en zijn niveau, toonhoogte, toon en diverse andere parameters instellen.
Performances Een Performance bestaat uit max. 19 Parts, waarvan ieder een Normal Voice, Drum Voice, A/D Input Part of Plug-in 1/2 Part kan zijn. Door bij verschillende Parts (max. vier) de Layer Schakelaar aan te zetten kunt u in Performance Play mode brede gelayerde geluiden afspelen. U kunt tevens splits creëren zodat verschillende Parts aan verschillende delen van het toetsenbord toegewezen worden.
Ideaal voor Live Gebruik Vele van de mogelijkheden van deze synthesizer maken het ideaal voor live gebruik. Deze functies worden hier uitgelegd. 1 De Arpeggiator (Pag. 41) 2 Met de Controllers (Pag. 43) Er kan een grote verscheidenheid Arpeggio patronen gecreeërd worden door simpelweg een aantal noten op het toetsenbord ingedrukt te houden.
1 Arpeggiator De Arpeggiator is uitermate geschikt voor het dance/techno genre. U kunt elk van de 128 Arpeggio typen aan iedere Voices en Performance toewijzen en het tempo aanpassen. U kunt tevens de Arpeggio Mode (de manier hoe de arpeggio afgespeeld wordt als er een noot ingedrukt wordt) en Play Effecten instellen om zodoende uw eigen originele grooves te creëren. Arpeggio informatie kan via de MIDI Out uitgestuurd worden.
De Arpeggiator Gebruiken Zet met Knop [1] de Arpeggio Schakelaar op "on."” N.B. U kunt meerdere toetsen tegelijk indrukken om complexe arpeggio patronen te creëren. ARPíType) Type Tempo Common≥BigBeat2:Dr 92 SHIFT PAGE A B C Switch on 1 1U kunt de Note Limit parameters in het ARP Limit scherm instellen, het scherm direct na het ARP Type scherm dat eerder in stap (3) besproken is. Ga met de [PAGE] knop naar het scherm.
Met de Arpeggiator Hold Zodra Arpeggiator Hold aanstaat, blijft de arpeggiator doorspelen als u het toetsenbord loslaat. Het huidige Arpeggio-patroon blijft doorspelen totdat u andere noten op het toetsenbord aanslaat. U kunt in het ARP Type scherm met Knop [2] de Hold parameter instellen, hetgeen de Arpeggiator Hold aan/uit zet. 2 Controllers Gebruiken De S80 is uitgerust met Pitch Bend en Modulation wheels.
Knoppen [A]/[B]/[C]/[1]/[2] Foot Controller In Voice/Performance Play Mode, kunnen Knoppen [A], [B], [C], [1] en [2] als real-time controllers gebruikt worden. Knoppen [A], [B] en [C] zijn ingesteld om de equalizer gain van EQ Low, EQ Mid en EQ Hi te wijzigen.Knoppen [1] en [2] kunnen vrij aan Voice parameters toegewezen worden. U kunt aan een los verkrijgbare Foot Controller (zoals FC7), aangesloten op de FOOT CONTROLLER aansluiting op het achterpaneel, een aantal controller parameters toewijzen.
Aftertouch Met Aftertouch kunt u, door meer druk op een noot die u op het toetsenbord speelt te zetten, vibrato aan het geluid toevoegen. Dit geeft u realtime expressie en besturing. Aftertouch kan aan een grote hoeveelheid parameters toegewezen worden). Control Sets Naast de default (standaard) parameters, kunnen aan toetsenbord aftertouch, de controllers en enkele knoppen op het regelpaneel andere parameters toegewezen worden (zie Pag. 43).
Control Sets en Externe MIDI besturing Parameters aan Knoppen [A], [B] en [C] Toewijzen In een Control Set worden de controllers aan interne parameters van de synthesizer toegewezen. Sommige controllers zijn echter oorspronkelijk ontworpen voor een bepaald doel, en sturen, onafhankelijk van de Control Set toewijzing, van tevoren bepaalde MIDI Control Change boodschappen. Het Pitch Bend Wheel, Modulation Wheel en aftertouch zijn bijvoorbeeld ontworpen om pitch bend, modulatie en aftertouch te besturen.
5 Gebruik Knop [C] om PCH-Crs (Pitch:Coarse) aan de Dest (Destination) parameter toe te wijzen. Parameters aan Knoppen [1] en [2] toewijzen Onderstaande procedure legt uit hoe u de gewenste parameter aan Knop [1] of [2] toewijst. U kunt aan iedere Voice (of Part in een Performance) controllers toewijzen. Control Instellingen kunnen als Control Set toegewezen worden, en iedere controller kan gebruikt worden om meerdere parameters (hoewel dit van het type voice afhankelijk is) te besturen.
3 Selecteer met Knop [C] "01:ModWheel" (Modulatie Wheel). Parameters met Foot Controller Besturen U kunt met een los verkrijgbare Foot Controller (zoals FC7), aangesloten op de FOOT CONTROLLER aansluiting op het achterpaneel, een aantal controller parameters real-time besturen, zodat u uw handen vrij heeft voor het toetsenbord. In het volgende voorbeeld laten we zien hoe u de Foot Controller als Modulatie Wheel kunt instellen.
1 Druk, om naar Utility Mode te gaan, op de [UTILITY] knop. MODE VOICE PERFORM UTILITY CARD SEQ PLAY JOB PLAY/ STOP EDIT STORE COMPARE 2 Schakel met de [PAGE] knop naar het CTRL Other scherm (System Control Other). CTRL Other) FS Sys 088[ ------ ] SHIFT PAGE A B C 1 2 DATA PART/ELEMENT 3 Selecteer met Knop [B] "099:PC Inc" (Program Change Increment).
Voice Edit Er zijn 256 Normal Voice Preset en 8 Drum Voice presets. U kunt deze editten om nieuwe Voices te creëren, of nieuwe Voices vanaf niets op bouwen. U kunt 128 nieuwe/gewijzigde Normal Voices en 2 nieuwe/gewijzigde Drum Voices in het Interne geheugen of op Externe Memory Card opslaan. 1 De te wijzigen Voice Selecteren Druk op een VOICE knop om naar Voice Play Mode te gaan. MODE De volgende procedure geeft een idee over hoe u Voices kunt creëren/wijzigen.
Element1 Tussen Schermen schakelen en instellingen invoeren Element2 Nadat u een Common Edit scherm of een edit scherm voor een Element (1 t/m 4) geselecteerd heeft, kunt u met de [PAGE] knop naar andere schermen schakelen. COMMON Element3 AMP Scale)Ofst1 EL12_34 + 0 SHIFT Element4 PAGE A B Ofst2 + 0 C Pfst3 - 21 1 Ofst4 - 35 2 DATA PART/ELEMENT Elementen Selecteren Er zijn binnen ieder scherm vele parameters beschikbaar.
4 OSC (Oscillator) Schermen • (QED) Common Quick Edit Deze parameters besturen het volume en klankkleur van de Voice en kunt u eenvoudig het algehele geluid wijzigen. QEDíLevel) C 1234 Vol 127 In deze schermen kunt u voornamelijk parameters instellen die de golfvormen waaruit de Voice bestaat besturen. U kunt de golfvorm voor het Element, het volume en nootbereik voor iedere Element en dergelijk selecteren.
OSCíLimit) EL1234 Note Limit C-2 - G 8 Vel Limit 1 - 127 Element 3 Velocity Element 2 Element 1 Element 4 C-2 G8 5 PCH (Pitch) en PEG (Pitch EG) Schermen 6 FLT (Filter) en FEG (Filter EG) Schermen U kunt met het filter de toon-karakteristiek van ieder Element instellen, door de harmonischen in de golfvorm van het Element aan te passen. Er zijn verschillende filter typen, maar het idee blijft hetzelfde.
7 AMP (Amplitude) en AEG (Amplitude EG) Schermen Hier stelt u het volume van ieder Element in - nadat de OSC (Oscillator), PITCH en FILT (Filter) parameters zijn uitgevoerd - en het uiteindelijke volume van het signaal dat naar de uitgangen gestuurd wordt. Het signaal van ieder Element wordt tevens met het gespecificeerde volume naar de volgende Effect Unit gestuurd. Daarnaast kunt u door de AEG (Amplitude Envelope Generator) in te stellen, besturen hoe het volume over tijd verandert.
Effecten Effecten in Voice Mode In de laatste stappen van het programmeren, kunt u de effect-parameters instellen om het karakter van het geluid nog verder te wijzigen. Algemeen gesproken beïnvloeden System Effecten het algehele geluid, of het nu een Voice, Performance, song of dergelijk is. Insertion Effecten daarentegen kunnen individueel aan iedere Voice toegevoegd worden. Deze synthesizer bevat twee System Effect Units (Reverb en Chorus) en twee Insertion Effect Units.
System Effecten Mengpaneel Reverb Chorus Insertion Effect 1/2 1 2 3 4 5 6 16 Part 1~16 Effect Bypass U kunt alle effecten tijdelijk aan of uit zetten met de [EF BYPASS] knop. Om deze functie te gebruiken, moet u in het MSRT EF Bypass scherm (Utility Mode, Pag. 135) het effect specificeren dat gebypassed (uitgeschakeld) moet worden. Als u op [EF BYPASS] drukt, licht de LED op en worden alle aan de huidig geselecteerd Voice/Performance toegewezen Effecten uitgeschakeld.
Gebruik als Master Keyboard (Performance Mode) Zoals eerder uitgelegd is, biedt uw synthesizer handige functies die u tijdens een live optreden of dergelijke kunt gebruiken. Hier tonen we enkele voorbeelden van deze functies . De S80 biedt speciale instellingen in Performance Mode zodat u het instrument als MIDI Master Keyboard kunt gebruiken. U kunt deze bijzondere functies activeren met de [MASTER KEYBOARD] knop op het regelpaneel (LED licht op).
9Open met de [PAGE] knop het ARP Type (Arpeggio Type) scherm. Zet "Switch" op "on.". ARPíType) Type Tempo Part01 UpOct1:Sq 120 Switch on Hold off De stappen 6 t/m 9 completeren de instellingen voor het lower bereik (met de Arpeggiator). Hier wordt de Voice die aan Part 1 is toegewezen op MIDI kanaal 1 bespeeld. N.B. N.B. In het volgende voorbeeld wordt Zone 1 ingesteld voor de Arpeggiator, Zone 2 voor een bas-geluid, Zone 3 voor een solo-instrument, en Zone 4 bespeeld een externe MIDI toongenerator.
4 Selecteer met Knop [A] "Zone01" t/m "Zone04". Aangezien we "4zone" bij de Mode parameter geselecteerd hebben, kunt u nu instellingsschermen voor vier zones selecteren. Selecteer "Zone01" om de volgende instellingen te maken. MKBíTransmit) Zone01 N.B. TrnsCh Ch01 TG on MIDI on U kunt tevens met BANK [A] t/m [D] knoppen "Zone01" t/m "Zone04" selecteren. Het selecteren van een Zone opent het MKB Transmit scherm. U kunt met de [PAGE] knop een subscherm selecteren om een Zone in te stellen.
%Stel, op dezelfde manier als in stappen ! t/m 1Druk, om naar Performance Mode te gaan, op #, Zone 3 in. U kunt met Knop [A] "Part03" de [PERFORM] knop, gevolgd door de [EDIT] selecteren, met de [PAGE] knop naar het MIX knop (LED licht op). Druk daarna op de Vce scherm gaan om een solo-instrument te [MASTER KEYBOARD] knop om Master selecteren. Ga daarna met de [PAGE] knop naar Keyboard Mode te activeren. het het LYR Mode scherm om "RcvCh" op "3" 2Selecteer met knop [A] "Common", en open in te stellen.
8Stel, op dezelfde manier als in stappen 5 t/m 7, de Lower Part in. Selecteer "PartP1", ga met de [PAGE] knop naar het MIX Vce scherm en selecteer een Voice (Plug-in Voice) voor de Lower Part. Ga tevens naar het LYR Mode scherm en zet LYR Mode (Layer Mode) op "off" en zet "RcvCh" op "2". N.B. Over Note Limit (Nootbereik) U kunt de Note Limit instelling voor Master Keyboard Mode, Part en Voice gebruiken. Deze zijn als volgt aan elkaar verbonden.
Als Multi-timbrale Toongenerator gebruiken (Performance Mode) In Performance Mode kunt u uw synthesizer als 4 Schakel nu met de [PAGE] knop naar het Mix multi-timbrale toongenerator gebruiken, zodat u Level scherm, en stel voor de piano Part het deze met computer software of externe sequencers volume in en, indien nodig, de pan positie, chorus kunt gebruiken. Als ieder spoor in een song bestand en Reverb Send levels (niveaus). Details hierover verschillende MIDI kanalen gebruikt, kunnen de vindt u op Pag.
Live spelen terwijl een Song bestand afgespeeld wordt U kunt terwijl het song bestand met de piano, bas en drum afgespeeld wordt, de Performance zo instellen dat u een andere Part live kunt bespelen. Song File Track 1 Piano Transmit Ch. 2 Part 1 Solo-type Voice Part 2 Piano-type Voice Receive Ch. 2 Part 3 Bass-type Voice Receive Ch. 3 Track 3 Drums Transmit Ch. 10 Part 10 Drum Voice Part 2 Piano-type Voice Receive Ch. 2 Track 2 Bass Transmit Ch. 3 Part 3 Bass-type Voice Receive Ch.
Referentie Gedeelte Voice Mode Memory/Voice Program Nummer Voice Play Deze Mode wordt gebruikt voor het bespelen van de individuele Voices: de 256 ingebouwde presets, de Interne (User) Voices, Externe Voices op Memory Card en Plug-in Voices (los verkrijgbaar). Dit gedeelte toont u hoe u Voices kunt selecteren en bespelen. N.B. Details over de Voice typen en het Voice geheugen vindt u op pag. 36. Voice Play Mode Display De LCD toont het volgende in Voice Play Mode.
Voice Program Selectie 3.Voice Category/Naam Er zijn vier manieren om een Voice te selecteren. Voice Categorie • Met de BANK/PROGRAM knoppen • Met de [DEC/NO] en [INC/YES] knoppen • Met de [DATA] knop • Met Category Search De twee tekens links van de Voice Naam geven de categorie aan waar het instrument of geluid toe behoort. N.B. Details over Categorie namen vindt u op pagina 70. Voice Naam Met de BANK/PROGRAM Knoppen Deze bestaat uit maximaal 10 tekens.
Met de [INC/YES] en [DEC/NO]Knoppen PRE1 Druk om de volgende Voice te selecteren op de [INC/YES] knop en druk voor de vorige Voice op [DEC/NO]. PRE 2 INT DRUM EXT PLG1 PLG2 DRUM DEC/NO INC/YES Vorige Nummer Volgende Nummer U selecteert Voice simpelweg door de [INC/YES] en/of [DEC/NO] knoppen in te drukken. Deze methode is handig als u een Voice wilt selecteren die in de buurt van de huidige Voice staat.
PRE1 PRE 2 INT DRUM EXT PLG1 VCE Srch) PLG2 SHIFT DRUM PAGE PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano] Memory Number Ctgry Search A B C 1 2 DATA PART/ELEMENT 1 2 3 4 5 6 7 Voice Category instellen Voice Memory Selectie 8 Zoeken (Search) Program Nummer Selectie 9 10 11 12 13 14 15 16 1Selecteer met Knop [B] een Voice Geheugen. U kunt alle Voice Geheugens behalve PLG1/2 selecteren. 2Selecteer met Knop [1] een Voice Categorie. De Voice Categorie gaat in de LCD knipperen.
Voice Edit Het Gebruik van Quick Access Er zijn drie soorten Voices: Normal Voices, Drum Voices en Plug-in Voices (als een Plug-in Board geïnstalleerd is). Hieronder volgt een uitleg over de parameters die voor het editten (wijzigen) gebruikt worden. Met Quick Acces kunt u snel - afhankelijk van de Category - ieder van de 12 typen Preset Voices en 4 typen interne Voices (met de fabrieksinstellingen) in iedere Bank selecteren. N.B.
Element1 Voice Store De gewijzigde instellingen van de huidige Voice gaan verloren als u een andere Voice of Mode selecteert. Om het verlies van belangrijke data tegen te gaan, moet u uw gewijzigde Voice met Voice Store opslaan. Details over de Voice Store procedure vindt u op pag. 106. Element2 COMMON Element3 N.B.
FLT Sens (Filter Sensitivity) FEG VelSens (FEG Velocity Sensitivity) FEG Time FEG Level FEG Release FLT KeyFlw (Filter Key Follow) FLT Scale (Filter Scale Break Point) FLT Scale (Filter Scale Offset) Element Amplitude AEG VelSens (AEG Velocity Sensitivity) AEG Time AEG Level AEG Release AEG KeyFlw (AEG Key Follow) AEG Scale (AEG Scale Break Point) AEG Scale (AEG Scale Offset) Element LFO (Low Frequency Oscillator) LFO Wave LFO Depth Element EQ (Equalizer) EQ Type EQ Param (EQ Parameter) 85 85 86 86 86 86 8
GEN Other (General Other) Common Quick Edit Er zijn voor micro tuning en om te bepalen hoe het geluid uitgestuurd wordt diverse parameters. Diverse parameters die de klank-eigenschappen van de Voice besturen. Er zijn vier schermen. GENíOther) Mode C 1234 poly Assign single QED Level (Quick Edit Level) QED EffectCtrl (Quick Edit Effect) QED Filter (Quick Edit Filter) QED EG (Quick Edit Envelope Generator) MicroTuning 31:Indian ■ Mode Selecteer het monofoon of polyfoon afspelen.
QED Filter (Quick Edit Filter) ■ Sustain Stelt het niveau waarop de Voice aan blijft houden terwijl de noot op het toetsenbord ingedrukt is in. Deze parameters besturen filters die de klank-kwaliteit van de Voice beïnvloeden. Als u LPF (Low Pass Filter) en HPF (High Pass Filter) tegelijkertijd gebruikt, beïnvloeden de parameters in het QED Filter scherm alleen de LPF.
■ Switch Schakelt de Arpeggiator aan of uit. ■ Vel Mode (Velocity Mode) Stelt de aanslaggevoeligheid van de Arpeggio in. Er zijn 2 modes. ❏Instellingen: off, on ❏instellingen: ■ Hold Schakelt de Arpeggiator Hold aan of uit. original: In de Arpeggio sequence wordt preset aanslaggevoeligheid gebruikt. ❏Instellingen: syncoff, off, on N.B. thru: De aanslaggevoeligheid van uw spel wordt in de Arpeggio data gebruikt. Details hierover vindt u op pag. 43.
CTL Bend (Pitch Bend) Common Controller U kunt hier instellen in hoeverre het Pitch Bend Wheel de toonhoogte van de Voice wijzigt. Er zijn acht Control instellingen. U kunt de Controller parameters voor Portamento, Pitch Bend Wheel en voor ieder Element per Voice instellen.
■ Dest (Destination) Hier stelt u de parameter in die door Src in de Control Set bestuurd moet worden. Common LFO (Low Frequency Oscillator) Dit zijn de diverse instellingen voor de LFO. De LFO wordt gebruikt om een laag-frequent signaal te genereren om vibrato, wah, tremolo en andere effecten aan de toonhoogte/filter/amplitude e.d. parameters toe te voegen. U kunt de LFO bijvoorbeeld toevoegen aan toonhoogte (pitch), filter parameters en specifieke Element parameters toevoegen.
■ KeyReset (toets on Reset) Hier stelt u in of de LFO gereset moet worden als een noot gespeeld wordt. De volgende drie instellingen zijn beschikbaar. trpzd ❏Instellingen: off, each-on, 1st-on off De LFO loopt uit zichzelf (geen synchronisatie) en begint een golfvorm in iedere fase als u het toetsenbord bespeeld. S/H 1 Tijd Toets Ingedrukt S/H 2 each-on De LFO wordt bij iedere noot die u speelt gereset, en begint de golfvorm bij de bij Phase (hieronder) gespecificeerde golfvorm.
LFO Fade LFOíFade) Delay C 1234 127 FadeIn 127 ■ Hold Stelt in hoelang de LFO op maximaal niveau vastgehouden wordt. Hogere waarden resulteren in langere Hold tijd. Hold FadeOut 127 127 ❏Instellingen: 0 ~ 127 Hold ■ Delay Stelt de delay tijd in voordat de LFO begint. Hogere waarden resulteert in langere delay tijd. Max ❏Instellingen: 0 ~ 127 Tijd Korte delay ■ FadeOut (Fade-Out) Stelt de tijd in dat het LFO effect uit-fade (nadat de hold-tijd verstreken is).
■ Dest (Destination) Hier stelt u de parameters in die door de LFO Wave bestuurd (gemoduleerd) moeten worden. EFFíEF2) Ctgry Type Dry/Wet [ENTER] C 123DLY:DelayLCR D
EFF Rev (Reverb) Element OSC (Oscillator) Hier kunt u het Reverb Effect Type selecteren. U kunt door op [ENTER] te drukken zijn parameters instellen. Hier kunt u de parameters voor de Elementen (Waves) waaruit de Voice bestaat instellen. Iedere Voice kan uit max. vier Elementen bestaan, waarvan voor ieder Element de volgende vier schermen beschikbaar zijn.
OSC Limit (Oscillator Limit) Lange Delay Hier kunt u parameters die het noot-bereik en aanslaggevoeligheid (Velocity) van ieder Element instellen. OSCíLimit) EL1234 Toets Ingedrukt ❏Instellingen: C-2 ~ G8 (voor laagste én hoogste noten) ❏Instellingen: thru, ins1 (Insertion Effect 1), ins2 (Insertion Effect 2) N.B. OSC Pan (Oscillator Pan) Hier kunt u voor ieder Element in de Voice de volgende Pan parameters instellen.
■ Coarse Hiermee stelt u de toonhoogte van een Element in halve noten in. ■ Hold (Hold Time) Stelt de Hold Time in. ❏Instellingen: 0 ~ 127 ❏Instellingen: -48 ~ 0 ~ +48 ■ Attack (Attack Time) Stelt de Attack Time in. ■ Fine Hiermee kunt u de toonhoogte van een Element fijn tunen. ❏Instellingen: 0 ~ 127 ■ Decay1 (Decay 1 Time) Stelt de Decay 1 Time in. ❏Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63 ■ Random Hiermee stelt u in hoeveel de toonhoogte van een Element varieert zodra u een toets indrukt.
■ Time (Release Time) Stelt de Release Time in. ■ Center (Center toets) Hiermee stelt u de basis toonhoogte voor de Pitch parameter in. ❏Instellingen: 0 ~ 127 ❏Instellingen: C-2 ~ G8 ■ Level (Release Level) Stelt het Release Level in. N.B. ❏Instellingen: -128 ~ 0 ~ +127 (-4800 cents ~ 0 ~ +4800 cents) U kunt deze parameter tevens instellen door met [SHIFT] ingedrukt de gewenste noot op het toetsenbord in te drukken.
Element Filter LPF24D (Low Pass Filter 24dB/oct Digital) Een 4-pole (-24dB/oct) dynamische PLF met sterke resonantie. Hier kunt u Filter parameters instellen die per Element de klank-karakteristiek wijzigen. De volgende tien schermen zijn beschikbaar.
• HPF (High Pass Filter) Deze laat alleen signalen boven de Cutoff frequentie door. U kunt daarna met de Reso (Resonantie) parameter het karakter van het geluid verder wijzigen. Er zijn twee typen HPF beschikbaar. BPF6 (Band Pass Filter 6dB/oct) Een combinatie van een -6dB/oct HPF en LPF filter. Level Cutoff bereik Doorgelaten bereik Cutoff bereik -6db/oct Level Frequentie BPF12D (Band Pass Filter 12dB/oct Digital) Een combinatie van een -12dB/oct HPF en LPF Digitale filter.
■ Cutoff Hiermee stelt u de Cutoff Frequentie in. Deze wordt als basis voor het geselecteerde Filter Type gebruikt. ■ EGDepth Hiermee stelt u de gevoeligheid van het Filter in op aanslaggevoeligheid. Bij Positieve waarden gaat het filter meer open als u harder speelt, bij “0” wordt het filter niet gewijzigd. Bij een negatieve waarde wordt de EG envelope omgedraaid. ❏Instellingen: 0 ~ 255 ■ Reso (Resonantie)/Band/Width De functie van deze parameter verschilt per Filter Type.
FEG Time FEG Release U kunt voor de Filter Envelope Generator (FEG) diverse Time parameters instellen. Deze kunnen in combinatie met de FEG Level en FEG Release instellingen gebruikt worden om het klank vanaf het moment dat een toets op het toetsenbord wordt ingedrukt totdat deze losgelaten wordt aan te passen. U kunt per Element verschillende waarden instellen. U kunt voor de Filter Envelope Generator (FEG) Release Time en Release Level parameters instellen.
FLT Scale (Filter Scale Break Point) ■ Cutoff Hier stelt u per Element de Filter Key Follow ratio (in hoeverre de Filter Cutoff afhankelijk van de noot-positie verschilt) in. Als basis-instelling wordt door de Cutoff parameter de Center toets instelling "C3" gebruikt. Positieve waarden verlagen de Cutoff frequentie voor lage noten en verhogen voor hoge noten. Negatieve waarden hebben een tegenovergesteld effect. U kunt per Element vier Filter Scale Break Points instellen.
Element Amplitude ■ Attack (Attack Time) Stelt de Attack Time in. Hier kunt u per Element de Amplitude parameters (die het uitgangs-niveau besturen) instellen. De volgende zeven schermen zijn beschikbaar. ❏Instellingen: 0 ~ 127 ■ Decay1 (Decay 1 Time) Stelt de Decay 1 Time in.
■ Level (Release Level) Dit toont het Release Level (vastgesteld op nul). ■ Center (Center toets) Dit geeft aan dat het basis-niveau op noot C3 ligt. Op deze noot is het volume ongewijzigd. Voor ander noten wijzigt het volume afhankelijk van de Level instellingen.De Center instelling kan niet gewijzigd worden. Amplitude Envelope Generator Instellingen Er zijn vier Time instellingen (die de snelheid van het uitstuur-niveau besturen) en vier Level instellingen (die het uitstuur-niveau besturen).
AMP Scale (AMP Scaling Break Point) N.B. U kunt per Element vier Amplitude Scale Break Points instellen. Amplitude Scaling bestuurt afhankelijk van de noot-positie van de noten op het toetsenbord de amplitude. Er zijn vier Break Points die u kunt gebruiken om het toetsenbord te verdelen. Deze kunt u ieder apart instellen. De Levels (Offsets) van iedere Break Point kunt u in het AMP Scale scherm instellen. N.B. N.B. N.B. Er zijn diverse instellingen voor de LFO.
■ Speed Stelt de snelheid voor de LFO Waveform in. Een hogere instelling geeft een hogere snelheid. ■ AMod (Amplitude Modulation Depth) Hiermee stelt u de hoeveelheid in (diepte) waarmee de LFO waveform de Amplitude moduleert. Een hogere instelling geeft een grotere modulatie-diepte. ❏Instellingen: 0 ~ 63 ❏Instellingen: 0 ~ 127 Speed = Snelheid Element EQ (Equalizer) Hier kunt u per Element de volgende twee Equalizer parameters instellen.
■ LoFreq (Low Frequency) Hier stelt u de lage frequentie voor het shelving filter in. Frequenties onder dit punt worden door de Low Gain parameter versterkt. ■ Q (Frequency Characteristic) Hiermee stelt u de Q (Frequentiekarakteristiek) in. Er zijn 32 verschillende Karakteristieken beschikbaar. ❏Instellingen: 50.1Hz ~ 2.00kHz ❏Instellingen: 0 ~ 31 ■ LoGain (Low Gain) Hiermee stelt u in hoeverre de frequenties onder de Low Frequency instellingen worden versterkt.
Drum Key Pitch PCH Tune (Pitch Tune) Drum Key Filter FLT Cutoff (Filter Cutoff) Drum Key Amplitude AMP AEG (Amplitude Envelope Generator) AMP VelSens (Amplitude Velocity Sensitivity) Drum Key EQ (Equalizer) EQ Type (EQ Type) EQ Param (EQ Parameter) Drum Common General 96 96 96 96 96 97 97 91 91 91 Bij Drum Voices er is slechts één type Common General beschikbaar. De parameters en instellingen zijn hetzelfde als voor Normal Voices. Details hierover vindt u op pag. 70.
■ Attack Hier stelt u de Attack Time in (de tijd vanaf vanaf het moment dat een noot ingedrukt wordt tot het punt dat het maximum niveau bereikt is). Drum toets OSC (Oscillator) Hier kunt u de Drum Voice golfvorm (waveform) wijzigen. Iedere Drum Voice kan uit max. 73 Drum Toetsen (pag. 37), verspreid over het toetsenbord (C0 t/m C6) bestaan. U kunt golfvormen aan Drum Toetsen toewijzen en zijn parameters instellen. De volgende vier schermen zijn beschikbaar.
OSC Out (Oscillator Out) ■ Pan Hiermee stelt u voor een Drum Toets in de Drum Voice (Drum Kit) de pan positie in. Deze wordt tevens als basis gebruikt voor de Alternate en Random instellingen. Hier stelt u per Drum Toets de Wave of Normal Voice uitgtangsinstellingen in.
■ RcvNtOff (Receive Note Off) Hiermee selecteert u per Drum Toets of MIDI Note Off boodschappen ontvangen kunnen worden. Drum Key Filter Hier kunt u filter instellingen aan de Drum Voice toevoegen. U kunt per Wave een Low Pass Filter en een High Pass Filter toevoegen om de toonkarakteristiek aan te passen. ❏Instellingen: off, on N.B. Deze parameter is afhankelijk van het Type Drum Toets Wave, geselecteerd in het OSC Wave scherm. N.B.
■ AMP AEG (Amplitude Envelope Generator) De Amplitude Envelope Generator bestuurt de volume (amplitude) wijzigingen vanaf het moment dat een toets wordt ingedrukt totdat deze losgelaten wordt. Door de Attack Time, Decay 1 Level en Decay 1/2 Time in te stellen, kunt u bepalen hoe snel het geluid het maximum niveau bereikt en hoe het uitsterft. Deze parameters kunt u per Drum Toets instellen. N.B. Amplitude Envelope Generator Instellingen Er zijn drie Time instellingen en een Level instelling.
Plug-in Voices De Voices in Plug-in Boards (Single Part) noemen we Board Voices. Een Plug-in Voice is een Board Voice die in Voice Edit Mode door de synthesizer bewerkt is. Er zijn zes Common Edit schermen en vier schermen om de Elementen van een Plug-in Voice te wijzigen. U kunt tot max. 64 gewijzigde Plug-in Voices in Banken A t/m D van Memory PLG1/2 opslaan.
QED Filter (Quick Edit Filter) Plug-in Common General Deze parameters zijn hetzelfde als voor de Normal Voices. Details vindt u op Pag. 72. De General parameters worden in de volgende schermen getoond. GEN Name (General Name) GEN Other (General Other) QED EG (Quick Edit Envelope Generator) GEN Name (General Name) U kunt met de EG (Envelope Generator) de verandering van het Plug-in Voice volume in de tijd instellen.
Plug-in Common Controller CTL MW Control (MW Control Depth) Hier kunt het Pitch Bend wheel, Modulation Wheel en andere Controllers parameters aan de Plug-in Voices toewijzen. De volgende negen schermen zijn beschikbaar. Hiermee kunt u instellen in hoeverre het Modulation Wheel het filter beïnvloedt.
CTL AT Modulation (AT Modulation Depth) ■ PMod (Pitch Modulation Depth) Hiermee stelt u de hoeveelheid in (diepte) waarmee Control Change boodschappen (bij Source ingesteld) de toonhoogte van het geluid moduleert. Een hogere instelling geeft meer modulatie-diepte. Hiermee kunt u instellen in hoeverre toetsenbord Aftertouch de toonhoogte, filter en amplitude modulatie van de Plug-in Voice beïnvloedt.
OSC Assign (Oscillator Assign) ■ Delay Stelt de tijdsduur in tussen het moment dat een toets wordt ingedrukt totdat LFO daadwerkelijk afgespeeld wordt. Zoals u in de illustratie kunt zien, wordt bij positieve waarden de delay langer, en negatieve waarden korter. Hier kunt u de Board Voice selecteren die het Element in een Plug-in Voice moet gebruiken. Selecteer met Knop [C] de bank en met Knop [1] de Board Voice.
PCH PEG (Pitch Envelope Generator) PCHíPEG)InitLvl Elem +63 EQ Param (EQ Parameter) EQíParam)LoFreq Elem 2.0k Attack Release---Level +63 +63 -64 LoGain +12dB HiFreq 16.0k HiGain -12dB + ■ InitLvl (Initial Level) Stelt het Initial Level in. ❏Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63 0 Frequentie ■ Attack Stelt de Attack Time in. Lage Freq ❏Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63 ■ Release Stelt de Release Time in. Hoge Freq ■ LoFreq (Low Frequency) Hiermee stelt u het shelving punt voor lage frequenties in.
Als een Board Voice in de Custom Bank in Voice Edit Mode gewijzgd is, kunt u het als Plug-in Voice in Memory Bank A t/m D of PLG1 of PLG2 opslaan. U kunt tot max. 64 Voices in een Bank opslaan. Plug-in Board Voices Editten (Wijzigen) Plug-in Voices zijn gebaseerd op Board Voices. U kunt de Board Voices via een computer en de meegeleverde editor software editten. Voor de verschillende Plug-in Boards zijn verschillende editors beschikbaar. N.B. U kunt echter alleen de Voice Edit parameters opslaan.
Voice Job Mode VCE Initialize U kunt alle parameters van een Voice naar de standaard waarden resetten (initializeren). U kunt ook gespecificeerde parameters initializeren, zoals Common instellingen, Element/Drum toets instellingen, enz. Onthoud dat dit de Voice niet naar de oorspronkelijke staat vóór het editten terugbrengt. Het is voornamelijk bruikbaar om een compleet nieuwe Voice van niets af op te bouwen. In Voice Job Mode kunt u diverse "klusjes" (Jobs) uitvoeren. U kunt bijv.
Voice Store ■ 1 Source Voice Memory Selecteer hier de Voice Memory waar de (bron) Voice staat waarvan u parameterinstellingen wilt kopiëren. Hier kunt u de parameter instellingen van max. 128 Voices in het geheugen van de synthesizer (INT: Internal) of op Memory Card (EXT: External) opslaan. De procedure is als volgt. ❏Instellingen: PRE1/2 (Preset 1/2), INT (Internal Normal), EXT (External Normal), PLG1/2 (Plug-in 1/2), PRE (Preset Drum), INT (Internal Drum), EXT (External Drum) N.B.
Performance Mode In het 3e t/m 7e scherm kunt u per Part (Multi Part Edit) de uitgangsniveaus, stereo pan positie en andere algemene parameters instellen. Deze zijn handig bij het gebruik van een sequencer. Details vindt u op pag. 109. Performance Play In Performance Play Mode, kunnen meerdere (max. vier Parts) gelayered worden om vette/brede geluiden te creëren die u in real-time of met een sequencer kunt bespelen.
Performance Nummer Bank Program Nummer Performance Nummer Bank Program Nummer 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 A A A A A A A A A A A A A A A A B B B B B B B B B B B B B B B B C C C C C C C C C C C C C C C C D D D D D D D D D D D D D D D D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1 2
Performance Program Selectie 3Druk op een PROGRAM knop ([1] t/m [16]) om een Program Nummer te selecteren. U kunt de Performances selecteren door de Geheugen, Bank en het Program Nummer in te voeren zoals in de drie bovenstaande stappen uitgelegd wordt. De LCD toont tevens de geselecteerde Performance. Er zijn vier manieren waarop u een Performance kunt selecteren.
4Herhaal stappen 2 en 3 voor de andere Parts. ■ 3e Scherm: PFM Mlt) Volume (Performance Multi: Volume) Hier stelt u per Part het uitgangsniveau (volume) in. Sla, om de instellingen niet te verliezen, de Performance op voordat u een andere Mode of andere Performance selecteert. Details over het opslaan van Performances vindt u op pag. 131. N.B. PFM*Mlt) Volume Part01 127 L * › De getoonde Instellingen Aflezen Schermen 3 t/m 7 hebben de volgende functies.
Performance Edit Hier kunt u Performance Edit parameters instellen. Deze kunnen onderverdeeld worden in Common parameters, die voor alle Parts gelden, en Part specifieke parameters. Daarnaast zijn er diverse zone instellingen voor Master Keyboard Mode (pag. 113). Als u Performance Edit Mode selecteert, verschijnt het volgende scherm. De daadwerkelijke display (aantal schermen) is afhankelijk van de geselecteerde Part.
Toongenerator Mode: [MASTER KEYBOARD] knop LED uit De "Compare" (Vergelijk) Functie Hiermee kunt u het verschil tussen de gewijzigde en de oorspronkelijke Performance (de Voice vóór de wijzigingen) beluisteren. MIDI IN MIDI channel Octave Transpose Note Limit enz. 1 Druk, in Performance Edit Mode, op de [EDIT/COMPARE] knop. De í indicator linksboven in het scherm verandert in een î indicator en de [EDIT/COMPARE] LED gaat knipperen. Nu kunt u naar de oorspronkelijk Performance luisteren.
GEN M.Kbd (General Master Keyboard) Common General Hier kunt u keyboard splits en layers instellen als u Master Keyboard Mode in een Performance gebruikt. In de Common Edit schermen kunt u de Performance naam, MIDI kanaal en andere algemene parameters wijzigen. Hiervoor zijn de volgende drie schermen beschikbaar. GENíM.Kbd) Mode Common (split) GEN Name (General Name) GEN MIDI (General MIDI) GEN M.Kbd (General Master Keyboard) Hier kunt u een Voicenaam bestaande uit max. 10 tekens invoeren.
QED Level (Quick Edit Level) ■ Point Als de Mode (zie hiervoor) op 'split" is gezet, kunt u hiermee het split-punt instellen. De daadwerkelijke noot van het split-punt wordt aan het Upper gedeelte toegewezen. N.B. Deze parameters besturen het uitgangsniveau (volume) en pan positie (stereobeeld) van de Layer Part. De instellingen zijn tevens beschikbaar in de Part Edit schermen. U kunt het split-punt tevens selecteren door - met [SHIFT] ingedrukt - een noot op het toetsenbord in te drukken.
QED Filter (Quick Edit Filter) ■ Attack Stelt de tijdsduur in vanaf het moment dat een toets op het toetsenbord ingedrukt wordt tot het moment waar het niveau van de Voice zijn piek bereikt. Deze parameters besturen filters die de klank-kwaliteit van de Voice beïnvloeden. Als u LPF (Low Pass Filter) en HPF (High Pass Filter) tegelijkertijd gebruikt, beïnvloeden de parameters in het QED Filter scherm alleen de LPF.
CTL Assign1(Controller Assign 1) Common EQ (Equalizer) Hier kunt u met Knoppen [A], [1] en [2] Control Nummers aan respectievelijk de Breath Controller, Knop [1] en Knop [2] toewijzen. De geselecteerde functie wordt links in de display getoond. Control Change Naam CTLíAssign1) Common [FootCtrl] SHIFT PAGE A B U kunt aan een gehele Performance ieder van de vijf verschillende Equalizer banden toewijzen. De volgende vijf schermen zijn beschikbaar.
■ Freq (Frequency) Stelt de center frequentie in. Frequenties rond dit punt worden met de in Gain ingestelde waarde verzwakt/versterkt. peak (Peaking) + 0 Gain ❏ Instellingen: 100Hz ~ 10.0kHz Frequentie ■ Q (Frequentie Karakteristiek) Dit laat het signaal-niveau op de frequentie instelling variëren, hetgeen diverse frequentie karakteristieken creëert. — Freq ❏ Instellingen: 0.1 ~ 12.0 ■ Gain Stelt de Gain in. Dit verzwakt/versterkt frequenties rond de Frequency instelling.
■ InsEF (Insertion Effect) Hiermee wijst u een Part aan het Insert Effect toe. Selecteer "off" als u de Part niet aan het Insertion Effect wilt toewijzen. Als er eventuele Plug-in Boards geïnstalleerd zijn, zijn deze als Plug-in Parts 1 en 2 te selecteren. ■ Type (Chorus Effect Type) Stelt het Chorus Effect Type in. ❏ Instellingen: Details hierover vindt u in de Effect Type lijst van de aparte Data Lijst.
Part (Instellingen voor iedere Part) • Als PartP1/PartP2 (Plug-in 1/2) geselecteerd is Hiermee stelt u de Voice voor de Plug-in Part in. Dit scherm wordt alleen getoond als een Plug-in Board geïnstalleerd is. Selecteer met Knop [B] PLG1/INT (Intern geheugen) en de MSB/LSB (Bank van Plug-in Board), en selecteer met Knop [C] het Program Nummer. U kunt iedere Part in een Performance editten. Selecteer met Knop [A] de Part, en stel de parameters in.
■ Src (Source) Hiermee kunt u de bron die op de A/D INPUT aansluiting aangesloten is selecteren. ■ RevSend (Reverb Send) Stelt het verstuur (Send) niveau van het signaal vanaf het Insertion Effect 1/2 (of bypassed signaal) naar het Reverb Effect in. ❏ Instellingen: mic (microfoon), guitar, keyboard, audio ❏ Instellingen: 0 ~ 127 ■ Nummer (Template Nummer) Hiermee selecteert u het Template nummer. U kunt per bron uit 13 templates kiezen.
TON EG (Tone Envelope Generator) TON Portamento (Tone Portamento) U kunt per Part EG (Envelope Generator) parameters instellen. Er zijn vier parameters die het verloop in uitgangsniveau vanaf het moment dat een toets ingedrukt wordt, tot het moment het losgelaten wordt of het uitgangsniveau tot nul uitgefade is instellen. Hier kunt u voor iedere Part de volgende drie Portamento parameters instellen. N.B. N.B. N.B. Dit scherm is voor de A/D Input of Drum Voice Parts niet beschikbaar.
offset (Velocity Offset) TON Other (Tone Other) Zoals onderstaande illustratie toont, wordt de aanslaggevoeligheid met de gespecificeerde hoeveelheid verhoogd. Hier kunt u per Part het Pitch Bend bereik en Velocity gevoeligheid parameters instellen. N.B. Deze schermen zijn voor de A/D Input Part niet beschikbaar.
■ Mode Hier selecteer u of de Part monofoon (1 toets tegelijk) of Polyfoon (meerdere toetsen tegelijk) afgespeeld wordt. N.B. ■ Vel Limit Hiermee stelt u per Part de minimum en maximum waarde van het velocity bereik in. U hoort de Part alleen bij noten die in het gespecificeerde bereik worden gespeeld. Deze parameter is alleen beschikbaar voor Normal Voice Parts 1 t/m 16 en Plug-in 1/2 Parts. ❏ Instellingen: 1 ~ 127 (voor zowel minimum als maximum waarden) ❏ Instellingen: mono, poly N.B.
■ InsEF (Insertion Effect) Toont de aan/uit status van de Insertion Effecten. Als "on" getoond wordt, betekent het dat het signaal van de Part naar de Insertion Effect Unit gestuurd wordt. N.B. Parts 1 t/m 16 Drum Voice Part RCVíSw2) Part01 U kunt iedere Part instellen om Control Change en Program Change boodschappen te ontvangen. De volgende vier schermen zijn beschikbaar. Parts 1 t/m 16 RCV Sw1 (Receive Switch 1) RCVíSw3) Part01 Dit scherm is voor de A/D Input Part niet beschikbaar.
Part Controller ■ Dest (Destination) Hier stelt u de parameter in die door Src in de Control Set bestuurd moet worden. Hier kunt u voor de A/D Input Part en Multi Plug-in Parts 17 t/m 32 diverse Controller parameters instellen. De volgende twee schermen voor de A/D Input Part parameters en zes schermen voor de Multi Plug-in Part parameters zijn beschikbaar. ❏ Instellingen: zie aparte Data Lijst. ■ Depth (Depth) Hier stelt u in in hoeverre de Dest parameter bestuurd kan worden.
■ FMod (Filter Modulation Depth) Hiermee stelt u de diepte in waarmee Aftertouch de Filter Cutoff frequentie moduleert. Hogere instellingen resulteren in meer modulatie. ■ FMod (Filter Modulation Depth) Hiermee stelt u de diepte in waarmee Aftertouch de Filter Cutoff frequentie moduleert. Hogere instellingen resulteren in meer modulatie. ❏ Instellingen: 0 ~ 127 ❏ Instellingen: 0 ~ 127 ■ AMod (Amplitude Modulation Depth) Hiermee stelt u de diepte in waarmee Aftertouch de Amplitude moduleert.
■ FMod (Filter Modulation Depth) Hiermee stelt u de diepte in waarmee Control Change boodschappen de Filter Cutoff frequentie moduleren. Effect Parameter Instellingen Deze Parameters zijn beschikbaar zodra u bij bepaalde Effect Typen op [ENTER] drukt. Schakel met de [PAGE] knop tussen de schermen, en gebruik de andere knoppen en de [INC/YES] en [DEC/NO] knoppen om iedere parameter in te stellen. Zodra u op [EXIT] drukt, keert u naar het Effect Type selectie-scherm terug.
MKB TxSw1 (Master Keyboard Transmit Switch 1) Master keyboard MKB Transmit (Master Keyboard Transmit) U kunt per zone het versturen van Pitch Bend Wheel, Modulation Wheel, Knoppen [A] t/m [C] en Knoppen [1]/[2] boodschappen aan of uit zetten. Hier kunt u parameters instellen die in Master Keyboard Mode gebruikt worden om keyboard data te versturen.
MKB TxPreset1 (Master Keyboard Transmit Preset 1) ■ PC (MIDI Program Change) Hiermee stelt u het Program Nummer in dat verstuurd wordt als u een andere Bank/Program selecteert. Hier kunt u per Zone het begin-volume en stereo pan instellen als u van Performance Bank/Program verandert. ❏ Instellingen: 1 ~ 128 N.B. MKBíTxPreset1) Zone01 Volume 127 Pan C N.B. ■ Vol (Volume) Hiermee stelt u het volume van de Zone in. ❏ Instellingen: 0 ~ 127 N.B.
Performance Job Mode PFM Initialize U kunt alle parameters van een Performance op de standaard waarden instellen (initializeren). U kunt tevens gespecificeerde parameters zoals Common instellingen initializeren. Onthoud dat dit de Performance niet naar de staat vóór de wijzigingen terugbrengt. Het is voornamelijk bedoeld om een compleet nieuwe Performance van niets af op te bouwen. In Performance Job Mode kunt u diverse "klusjes" (Jobs) uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld Performances "Initializeren" (incl.
Performance Store 2Source Performance Nummer Selecteer hier het Performance nummer van de bron Performance. De Performance naam verschijnt in de bovenste lijn van de display. Hier kunt u de parameter instellingen van max. 128 Performances in het geheugen van de synthesizer (INT: Internal) of op Memory Card (EXT: External) opslaan. De procedure is als volgt: ❏ Instellingen: 001 ~ 128 (INT), 001 ~ 064(EXT) N.B.
Sequence Play Mode In deze mode kunt u de ingebouwde demo songs en song files vanaf Memory Card afspelen. Er kunnen met de Chain Step functie tot 100 Song files achter elkaar afgespeeld worden. Deze Chain Step data kan tevens op Memory Card opgeslagen worden. N.B. N.B. 3Druk, om de geselecteerde Demo Song vanaf het begin af te spelen, op de [PLAY/STOP] knop. 4Druk, om het afspelen van de Demo Song te stoppen, nogmaals op de [PLAY/STOP] knop.
■ Song File Nummer Hiermee wijst u een Song file aan een Chain Step toe. Alle Song files met een ".MID" extensie kunnen geselecteerd worden. Als u hier een file Nummer selecteert, wordt de filenaam boven in de display getoond. U kunt voor het continu afspelen (Chain) van meerdere Chain Steps, door het selecteren van een optie zoals "skip", "end" en "stop" specificeren hoe deze Chain Step afgespeeld wordt. Als u "skip" selecteert, wordt de Step overgeslagen en wordt de volgende Chain Step afgespeeld.
Utility Mode Hier worden de parameters van Utility Mode uitgelegd. Utility Mode kan verdeeld worden in één scherm voor de common instellingen voor het gehele systeem, één scherm voor Voice Mode instellingen en één scherm voor Plug-in Board instellingen. MSTR (System Master) Hier kunt u de algemene parameters van de interne toongenerator, inclusief volume en pitch (toonhoogte) instellen.
MSTR EF Bypass (Master Effect By-pass) ■ Vel (Keyboard Velocity Curve) Hiermee stelt u in hoe de sterkte van uw spel het volume van het geluid beïnvloedt (Aanslaggevoeligheid). Hiermee stelt u parameters voor de [EF BYPASS] knop op het regelpaneel in. ❏ Instellingen: norm, soft, hard, wide, fixed norm (Normal) Aanslaggevoeligheid lineair met volume..
■ BCCurve (TG Breath Curve) Hiermee kunt u instellen in hoeverre uw blaaskracht in de Breath Controller het geluidsniveau beïnvloedt. ■ CC# (Control Nummer) Hiermee wijst u aan Assignable Knoppen [A] t/m [C] MIDI Control Change Nummers toe. ❏ Instellingen: thru, soft, hard, wide ❏ Instellingen: 000 ~ 095 (zie aparte Data Lijst voor details) ■ Dest (Control Destination) Hiermee stelt u de te besturen functie voor Assignable Knoppen [A] t/m [C] in.
MIDI (System MIDI) ■ Switch Hiermee selecteert u het Control Change Nummer dat door de ARPEGGIO [ON/OFF] knop gebruikt moet worden. Hier kunt u diverse MIDI parameters van het systeem instellen. De volgende vijf schermen zijn beschikbaar. MIDI Ch (MIDI Kanaal) MIDI Arp (MIDI Arpeggio) MIDI RxSW (MIDI Receive Switch) MIDI Other MIDI GM/XG Receive ❏ Instellingen: 000 ~ 095 (000, 032 = uit) ■ Hold Hiermee selecteert u het Control Change Nummer dat door de ARPEGGIO [HOLD] knop gebruikt moet worden.
MIDI GM/XG Receive (Als een MultiPart Plug-in Board aanwezig is) ■ PgmChng (Program Change) Hiermee kunt u de ontvangst van Program Change boodschappen aan/uit zetten. Als deze parameter op "on" staat, kan het instrument Program Change boodschappen ontvangen, en verstuurt het - zodra u een Voice/Performance selecteert - Program Change boodschappen via de MIDI Out aansluiting. Hier kunt u de GM On en XG Reset ontvangst parameters instellen.
M.EQ Low (Master EQ Low) ■ Gain Stelt de Gain in. Dit verzwakt/versterkt frequenties rond de Frequency instelling. Deze Equalizer bestuurt lage frequenties. U kunt op de gespecificeerde frequentie het signaalniveau instellen. U kunt tevens verschillende Equalizer typen selecteren (Shapes). M.EQ Low) Shape Vce peak Gain +12dB Freq 50Hz ❏ Instellingen: -12dB ~ 0dB ~ +12dB ■ Freq (Frequency) Stelt de center frequentie in.
CTRL Assign1 (Controller Assign 1) ■ RB (Ribbon Controller) Hiermee wijst u aan de Ribbon Controller een Control Change Nummer toe. Hier kunt u met Knoppen [A], [1] en [2] aan respectievelijk de Breath Controller, Knop [1] en Knop [2] Control Nummers toewijzen. De geselecteerde functie wordt links in de display getoond.
Utility Job Mode ■ Clock Hiermee selecteert u of MIDI Clock boodschappen naar het Plug-in Board verstuurd moeten worden. U kunt in Utility Job Mode de fabrieks-instellingen van de S80 oproepen (Factory Set). In deze Mode is één scherm beschikbaar. ❏ Instellingen: off, on ■ DevNo (Device Nummer) Hiermee stelt u het MIDI Device Nummer voor het Plug-in Board in.
Card Mode In Card Mode, kunt u met (los verkrijgbare) Memory Cards (SmartMedia™) data van/naar het instrument inladen/opslaan of andere data handelingen uitvoeren tussen de geheugens van de Card en de S80. Als u gebruik maakt van de meegeleverde Card Filer Software, kunt u m.b.v. een computer de data op de Memory Card managen. U kunt hiermee tevens data tussen de computer en Memory Card uitwisselen.
Zodra u Card Mode selecteert, wordt het eerste scherm (Status) getoond. Voor de verschillende handelingen zijn de volgende vijf schermen beschikbaar. ■ SMF (Standaard MIDI Files) In Song Mode kunt u Standaard MIDI File Format 0 (SMF's) afspelen. Deze kunnen echter niet opgeslagen worden. 1e scherm: Status 2e scherm: Save 3e scherm: Load 4e scherm: Rename 5e scherm: Delete 6e scherm: MkDir (Directory creëren) 7e scherm: Format N.B. ❏ Extensie: “.MID” N.B.
Card Mode Handelingen Status 1Steek de Memory Card in de CARD sleuf. Hier kunt u de hoeveelheid vrije - en gebruikte ruimte van de Memory Card aflezen. Er zijn geen instellingen. 2Druk op de [CARD] knop om naar Card Mode te gaan. 3Schakel met de [PAGE] knop naar het scherm voor de handeling die u uit wilt voeren. Save) Card SHIFT PAGE A Type all B Status) Card File A-? Cursor ***[NEWFILE .S2A] C 1 2 DATA ■ Free (Vrij geheugen) Toont de hoeveelheid beschikbaar geheugen van de Memory Card.
4Druk op [INC/YES] om de file op te slaan. De boodschap “Completed.” zal na het opslaan in de display verschijnen, en keert u naar het laatst gebruikte scherm terug. De Save handeling wordt geannuleerd zodra u op [DEC/NO] drukt. 1Selecteer met Knop [B] het File Type van de in te laden data. 2Selecteer met Knop [C] het File Nummer. 3Als u op [ENTER] drukt, wordt - afhankelijk van het geselecteerde File Type - het volgende getoond.
■ Type (File Type) voice Load) Card ❏ Instellingen: all (alle data), all-voice, chain (Sequence Chain), plugin, other [Pf:Init Voice] [Pf:Init Voice] EXT:064(D16) > INT:128(H16) N.B. Voice Memory van in Voice Memory waar de file te laden file (source) ingeladen moet worden (target) Voice Nummer van in te laden file (source) Voice Nummer waar de file ingeladen moet worden (target 1Selecteer met Knop [B] het File Type en met Knop [C] het File Nummer. N.B.
MkDir (Make Directory) Format (formatteren) U kunt nieuwe directories en sub-directories creëren (nieuwe directory in een bestaande). Hierdoor kunt u files afhankelijk van File Type in aparte directories opslaan. U moet een Memory Card, voordat u deze met de synthesizer kunt gebruiken, eerst formatteren. Format) Card Press [ENTER] MkDir) /VOICEDIR/SUBDIR-1/ A-? Cursor Card Dir:***[NEWDIR-3] Steek een nieuwe Memory Card in de CARD sleuf. Zodra u op [ENTER] drukt, verschijnt een bevestigingboodschap.
Over de Plug-in Boards (Optioneel) U kunt met behulp van een variëteit aan los verkrijgbare Plug-in boards de Voices van uw instrument uitbreiden. U kunt de volgende Plug-in boards met uw instrument gebruiken. ● ● ● ● ● ● 1 Zet de synthesizer uit, en verwijder het stroomsnoer. Koppel tevens alle eventuele aangesloten externe apparaten los. PLG150-AN PLG150-PF PLG100-XG PLG150-VL PLG150-DX PLG100-VH N.B.
6-3 Steek voorzichtig de kabel aansluiting in de Plugin board aansluiting zodat de twee nokjes op de kabelaansluiting vastzitten in de aansluiting op het Plug-in Board. 4 Verwijder de tape waarmee de kabel aan de printplaat is vastgezet. tape 5 Haal het Plug-in board uit het anti-statische zakje. Tijden het installeren moet de kant met de aansluitingen en IC’s (chips) boven zijn. 6 Monteer het Plug-in board op de printplaat zoals in onderstaande stappen wordt beschreven.
7 Steek de printplaat in de synthesizer. 8 Zet het Plug-in board klepje terug en plaats de drie ZILVEREN schroeven (zie Stap 2 hierboven) terug en draai deze met een kruiskopschroevedraaier weer vast.
Display Boodschappen Boodschap << ! << ! MIDI buffer full. MIDI data error. Er is een fout ontstaan bij het ontvangen van MIDI bulk data. De Interne backup batterij moet vervangen worden. Er is geen vrije ruimte meer op de Memory Card. ! ! << << ! ! Card full. File not found. >> >> << << << ! ! ! Bad card. Card not ready. Card unformatted. >> >> >> << << << ! ! ! Card write protected. Illegal card. File already exists. >> >> >> << << << ! ! ! Illegal file. Illegal file name.
Problemen Oplossen Onderstaande tabel biedt tips bij het oplossen van problemen en refereert naar de pagina’s waar u over de bewuste functie meer informatie kunt vinden voor algemene problemen. De meest voorkomende problemen worden meestal door verkeerde instellingen veroorzaakt. Lees, voordat u het instrument ter reparatie aanbiedt, eerst onderstaand advies door, zodat u wellicht zelf in staat bent de oorzaak van het probleem te vinden én deze op te lossen. Geen geluid.
De toonhoogte (pitch) is verkeerd. • • • • • • • Staan de NoteShift en Tune parameters in het MSTR TG scherm van Utility Mode goed ingesteld? (Pag. 134) Staan de Oct en Trnspose parameters in het MSTR Kbd scherm van Utility Mode goed ingesteld? (Pag. 134) Staan de pitch gerelateerde parameters in PITCH menu (Voice Edit) goed ingesteld? (Pag. 80) Staat de Micro Tuning parameter in Voice Edit Mode op een onconventionele schaal? (Pag.
Ik kan de Drum Voice niet vinden. • Drum Voices worden anders dan Normal Voices geselecteerd (Pag. 66). Ik kan geen lage waarden invoeren. • Heeft u alleen geprobeerd waarden met de Assignable Knoppen [A] t/m [C] of Knop [1]/[2] in te voeren? (Pag. 24) Ik kan de cursor niet verplaatsen zonder de instelling te wijzigen. • Houd, terwijl u Knoppen [A] t/m [C], Knop [1]/[2], de [DATA] knop of het [INC/YES] en [DEC/NO] knoppen gebruikt, de [SHIFT] toets ingedrukt (Pag. 24). Ik kan geen bulk data ontvangen.
Specificaties TOETSENBORD Aantal Toetsen KLANKOPWEKKING Toongeneratoren 88 Aanslag Aanslaggevoelig, After touch AWM2, Modular Synthesis Plug-in System Polyfonie VOICE Aantal Voices 64 Normal voices (256 Presets, 128 Intern [Users], 128 Extern [Memory Cards]), Drum voices (8 presets, 2 Intern [Users], 2 Extern[Memory Cards]), Plug-in voices (64 x 2 Plug-in Boards [indien aanwezig]) Wave ROM PERFORMANCE Multi-Timbres 24 MByte 19 (16 Voice Parts, A/D Input Part, Plug-in 1/2 Parts) Aantal Performan
Index 0~9 CTL Assign1(Controller Assign 1) ........................................................116 CTL Assign2 (Controller Assign 2) .......................................................116 CTL AT Control (AT Control Depth) ...................................................100 CTL AT Control (AT Control Depth) (Alleen Multi Plug-in Parts) .....126 CTL AT Modulation ...............................................................................
K EFF Rev (Reverb)..............................................................................79, 118 Effect Bypass .............................................................................................56 Effect Parameter Instellingen...................................................78, 118, 127 Effect Plug-in Boards ...............................................................................33 Effecten............................................................................................
N Plug-in Common LFO (Low Frequency Oscillator)..............................101 Plug-in Common Quick Edit ....................................................................99 Plug-in Element EQ (Equalizer) ............................................................103 Plug-in Element Native...........................................................................103 Plug-in Element OSC (Oscillator) ..........................................................102 Plug-in Element Pitch ....................
V VCE Bulk Dump......................................................................................106 VCE Copy.................................................................................................105 VCE Edit Recall.......................................................................................105 VCE Initialize ..........................................................................................105 Voice Category ....................................................................
Analog Physical Modeling Plug-in Board PLG150-AN Piano Plug-in Board PLG150-PF Ervaar de vette en "funky" geluiden van oude authenthieke analoge synthesizer! Dit Board biedt een klankopwekkingssysteem vergelijkbaar met die in Yamaha’s fantastische AN1x Analog Physical Modeling Synthesizer. Naast zijn overweldigende wave algorithmes, resonantie filters, LFOs, en envelope generators, bevat het tevens distortion en een 3-band equalizer.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES IN DEZE OPSOMMING STAAT INFORMATIE OVER GEVAAR VOOR UZELF, SCHOKKEN EN BRANDGEVAAR. WAARSCHUWING- Als u gebruik maakt van elektrische- of elektronische producten moet u altijd de voorzorgsmaatregelen opvolgen. Hieronder valt o.a., al is dit niet alles: 1. Lees alle Veiligheidsinstructies, Installatie Instructies, Speciale Boodschappen Gedeelte onderdelen en Assembleer Instructies ALVORENS aansluitingen te maken, incl. aansluiten op het stopcontact. 2.
Copyright Productie © Yamaha Corporation. Alle rechten voorbehouden. Er mag geen gedeelte van de Nederlandse Handleiding worden gereproduceerd of uitgegeven in wat voor vorm dan ook, of op wat voor manier dan ook zonder toestemming van de Yamaha Corporation. Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (http://www.terracts.nl) in opdracht van Yamaha. Deze handleiding is geprint in Nederland.