Form No. 3368-980 Rev C Ultra Sonic Boom™ set Multi-Pro® 5800 gazonspuitmachine Modelnr.: 41615—Serienr.: 311000001 en hoger Installatie-instructies Dit werktuig houdt een contante afstand vanaf de doppen van de spuitboom tot de grond tijdens het spuiten op oneffen terrein en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. De machine is met name ontworpen voor het spuiten van golfbanen, parken en sportvelden.
Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1. Stel de hengsels en banden op zoals afgebeeld in Figuur 1 (voor een onbedekte spuitboom) of Figuur 2 (voor een bedekte spuitboom). 1 Opmerking: Er bevinden zich 2 sets van 2 hoekbanden tussen de losse onderdelen. De ene set is voor een onbedekte en de andere voor een bedekte spuitboom.
3 2 1 G017129 3 4 Figuur 2 Alleen voor bedekte spuitbomen 1. Hengsel (2) 3. Bus (8) 2. Hoekband (2) 4. Onderste band Figuur 3 Montage voor bedekte spuitboom getoond 1. Zeskantbout 2. Platte ring 2. Breng de bussen aan in de openingen van de gelaste buizen in de hengsels en banden, zoals in Figuur 1 of Figuur 2. 4. Veren 5. Borgmoeren (5/16 inch) 3. Opening gelaste buis 5. Breng een platte ring aan op het uitstekende uiteinde van elke bout. 3.
3 De spuitbomen uitrusten Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Hydraulisch verdeelblok 4 Hydraulische fitting Procedure De spuitbomen zijn in de fabriek zo afgesteld dat ze niet verder naar beneden kunnen dan de horizontale positie. Om de ultrasone spuitboomset toe te laten een gelijke afstand te behouden tussen de spuitdoppen en de grond als de grond naar beneden helt, moet u het ondersteuningssysteem van de spuitboom zo afstellen dat de spuitbomen verder kunnen dan de horizontale positie.
8. Bevestig de pennen met de R-pennen die u bij stap 2 hebt verwijderd. van de cilinders, en poorten C2 en C4 op de kant van de stang. 9. Draai de borgmoer van elke stang vast. 18. Het hydraulische systeem purgeren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 10. Verwijder de afdekplaat van het hydraulische blok. 11. Label alle slangen die verbonden zijn met het hydraulische verdeelblok (poort C1 tot C4) en maak ze los van het blok.
5 De sonische spuitboomsensoren monteren 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 3 2 Sonische spuitboomsensor 2 Beugel 2 Programmeerplug 2 Deksel sensor 2 Behuizing onderste sensor 2 Dopbuisje 2 Beschermbeugel van de sensor 2 Sensorkabel (4 m) 4 Grote moer 6 U-bout 8 Borgmoer (1/4 inch) 8 Bout (5/16 x 3/4 inch) 4 Bout (5/16 x 1-1/4 inch) 12 Borgmoer (5/16 inch) 12 Kabelklemband G017146 Figuur 7 1. Draagarm van spuitboom (2) 3. Moer (2) 2. Bout (2) Procedure 2.
2 G017148 1 Figuur 9 Achteraanzicht 1. Montagebeugel (2) G017150 2. Borgmoer (1/4 inch) (12) 2. Monteer de beschermbeugel van de sensor op de montagebeugel met 2 bouten (5/16 x 3/4 inch) en 2 flensmoeren (5/16 inch) zoals getoond in Figuur 10. 2 1 Figuur 11 Alleen voor een bedekte spuitboom 1. Beschermbeugel van de sensor 2. Hengsel (van bevestigingsmateriaal van sensor) G017149 1 Figuur 10 1. Beschermbeugel van de sensor G017157 3.
1 2 6 1 3 2 4 3 3 5 4 G017158 Figuur 14 7 8 1. Zijdelingse T 3. Inkeping 2. Pijlen uitgelijnd 4. Sensor 6. Plaats de sensor in de onderste sensorbehuizing en maak hem vast met 2 meegeleverde moeren (Figuur 13). Opmerking: Gooi de borgringen die bij de sensors geleverd werden weg. 7. Plaats het dopbuisje en het deksel (Figuur 13). Opmerking: Zorg ervoor dat de draad van de sensor door de kleine opening in het deksel loopt voordat u het deksel van de sensor monteert.
6 7 De elektronische bedieningsmodule monteren De kabelboom, controlelamp en schakelaars monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Elektronische bedieningsmodule 1 Kabelboom 1 Montagebeugel 1 Tuimelschakelaar 4 Bout (1/4 x 1-1/8 inch) 1 Controlelampjes 4 Borgmoer (1/4 inch) 12 Kabelklemband De kabelboom aansluiten op de elektronische bedieningsmodule, het aardingsblok, de vermogenbron en de accu Procedure 1. Verwijder de plug (Figuur 15).
bevestigen aan de onderkant van het zekeringenblok erboven (Figuur 17). Figuur 18 Figuur 17 1. Aardaansluitingenblok 1. Plug op het dashboard 2. Zekeringhouder 3. Plaats de tuimelschakelaar in de opening van het dashboard. 4. Bevestig de aardklem van de kabelboom aan het aardklemblok (Figuur 17). 4. Koppel de schakelaansluiting van de kabelboom aan op de schakelaar. 5. Sluit de kabelboom met de aanduiding "Main Power" aan op de hoofdvermogenbron bij het zekeringenblok.
Opmerking: Gebruik kabelklembanden om de kabelboom aan de andere kabelbomen te bevestigen, uit de weg van het uitlaatsysteem en de bewegende delen. Opmerking: Zorg ervoor dat de draad rond de sensors voldoende slap hangt opdat de sensors vrij kunnen draaien op de hengsels. 3. Sluit de klemmen van de linker- en rechtersensor aan op de kabelboom aangeduid met respectievelijk "Left Sonic Sensor" en "Right Sonic Sensor". 8.
Gebruiksaanwijzing De bedieningselementen gebruiken De schakelaar voor de sonische spuitbomen bevindt zich op het dashboard en heeft 2 instellingen: automatisch en manueel. • Automatische modus: In deze modus bewegen de spuitbomen automatisch, waardoor de uiteinden van de spuitbomen altijd de gewenste afstand tot de grond behouden.
Onderhoud de sensor ontvangen), zal de spuitboom gedurende enkele seconden omhoog komen en dan stoppen. Het licht op de schakelaar (op het dashboard) gaat traag aan en uit, wat erop wijst dat één van de spuitbomen gestopt is. Bovendien zal het controlelampje op de armsteun flikkeren om erop te wijzen dat er een fout is. Reinigen Reinig de sensoren regelmatig met een vochtige doek. Vervang een sensor als hij beschadigd of overmatig vuil is. Het controlelampje is het kleine, rode lichtje op het armpaneel.
Problemen, oorzaak en remedie Opmerking: Raadpleeg de onderhoudshandleiding voor meer diagnostische informatie. Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Storing aan één of beide spuitbomen; het lampje is uit. 1. Doorgebrande zekering. 1. Zekering vervangen. 2. Het lampje is doorgebrand. 3. De elektronische bediening of bedrading is beschadigd. 2. Lampje vervangen. 3. Neem contact op met een erkende Toro dealer. Storing aan een of beide spuitbomen; het lampje knippert langzaam. 1. Kleine systeemfout. 1.
Schema's RIGHT CYL RETRACT TO RAISE LEFT CYL RETRACT TO RAISE C2 C3 C1 C4 9 7 S4 10 9 7 9 8 BOTTOM COIL S5 TOP COIL S3 S2 6 4 SH 4 8 TOP COIL BOTTOM COIL 3 OR LC G T P 5 VALVE S2 S2 (BOTT OM COIL) = C1 S1 (T OP COIL) = C2 VALVE S3 S2 (BOTT OM COIL) = C3 S1 (T OP COIL) = C4 G017133 Hydraulische systeem (Rev.
G017138 Elektrisch systeem (Rev.
Opmerkingen: 18
Opmerkingen: 19