Operation Manual

TI-Nspire™ Referentiehandleiding 89
rk23
()
Catalogus >
rk23(Uitdr, Var , afhVar, {Va r0 , Var M ax }, afhVar0, Va rS ta p
[,
diftol]) matrix
rk23(StelselUitdr, Va r , LijstVanAfhVars, {Va r 0 , Va r Ma x },
LijstVanAfhVars0, Va rS ta p [, diftol])
matrix
rk23(LijstVanUitdr, Va r, LijstVanAfhVars, {Va r 0, Va rM ax },
LijstVanAfhVars0, Va rS ta p [, diftol])
matrix
Gebruikt de Runge-Kutta-methode om het stelsel
= Uitdr(Var , afhVar)
op te lossen met
afhVar(Va r0 )=afhVar0 op het interval [Va r0 ,Va rM ax ].
Geeft een matrix waarvan de eerste rij de
Va r-uitvoerwaarden
definieert, zoals gedefinieerd door
Va rSt a p. De tweede rij definieert
de waarde van het eerste deel van de oplossing bij de
overeenkomstige
Va r -waarden, enzovoort.
Uitdr is het rechterlid die de gewone differentiaalvergelijking (GDV)
definieert.
StelselUitdr is een stelsel rechterleden die het stelsel van GDV's
definieren (komt overeen met de volgorde van afhankelijke
variabelen in LijstVanAfhVars).
LijstVanUitdr is een lijst van rechterleden die het stelsel van GDV's
definieren (komt overeen met de volgorde van afhankelijke
variabelen in
LijstVanAfhVars).
Va r is de onafhankelijke variable.
LijstVanAfhVars is een lijst van afhankelijke variabelen.
{
Va r0 , Var Ma x } is een lijst met twee elementen die de functie vertelt
om van Va r 0 tot Va rM a x te integreren.
LijstVanAfhVars0 is een lijst met beginwaarden voor afhankelijke
variabelen.
Als Va r St a p wordt uitgewerkt tot een getal dat niet nul is:
sign(
Va rSt a p) = sign(Va rM ax -Va r 0 ) en oplossingen worden gegeven
bij
Va r 0 +i*Va r St a p voor alle i=0,1,2,… zodanig dat Var 0+i*Va rS ta p
binnen [
var0,Var M ax ] valt (mogelijk is er geen oplossingswaarde bij
Va rM ax ).
Als
Va r St a p wordt uitgewerkt naar nul, worden oplossingen gegeven
bij de "Runge-Kutta"
Va r -waarden.
diftol is de fouttolerantie (standaardwaarde is 0,001).
Differentiaalvergelijking:
y'=0,001*y*(100-y) en y(0)=10
Om het volledige resultaat te zien drukt u op
£ en gebruikt u
vervolgens
¡ en ¢ om de cursor te verplaatsen.
Dezelfde vergelijking met diftol ingesteld op 1.E•6
Stelsel vergelijkingen:
met y1(0)=2 en y2(0)=5
root()
Catalogus
>
root(Waarde) wortel
root(Waarde1, Waarde2) wortel
root(Waarde) geeft de wortel van Waarde.
root(Waarde1, Waarde2) geeft de Waarde2-wortel van Waarde1.
Waarde1 kan een reële of complexe constante met drijvende komma,
een geheel getal of een complexe rationale constante zijn.
Opmerking: zie ook N-de wortel-template, pag. 1.
depVard
Vard
----------------------