Operation Manual
12 TI-Nspire™ Referentiehandleiding
B
avgRC()
Catalogus
>
avgRC(Uitdr1, Va r [=Waarde] [, Stap]) uitdrukking
avgRC(Uitdr1, Va r [=Waarde] [, Lijst1]) lijst
avgRC(Lijst1, Va r [=Waarde] [, Stap]) lijst
avgRC(Matrix1, Va r [=Waarde] [, Stap]) matrix
Geeft het differentiequotiënt (gemiddelde veranderingssnelheid).
Uitdr1 kan een door de gebruiker gedefinieerde functienaam zijn
(zie
Func).
Wanneer Waarde gespecificeerd is, wordt elke eerdere
variabeletoekenning of elke huidige “|”-substitutie voor de variabele
onderdrukt.
Stap is de stapgrootte. Als Stap wordt weggelaten, is de
standaardwaarde 0,001.
Merk op dat de soortgelijke functie
centralDiff() het centraal-
differentiequotiënt gebruikt.
bal()
Catalogus
>
bal(NPmt,N,I,PV, [Pmt], [FV], [PpY], [CpY], [PmtAt],
[
afgerondeWaarde]) waarde
bal(NPmt,amortTable) waarde
Aflossingsfunctie die de geplande balans berekent na een
gespecificeerde betaling.
N, I, PV, Pmt, FV, PpY, CpY en PmtAt worden beschreven in de
tabel met TVM-argumenten, pag. 112.
NPmt specificeert het nummer van de betaling waarna u de gegevens
berekend wilt hebben.
N, I, PV, Pmt, FV, PpY, CpY en PmtAt worden beschreven in de
tabel met TVM-argumenten, pag. 112.
•Als u Pmt weglaat, dan wordt de standaardwaarde
Pmt=tvmPmt(N,I,PV,FV,PpY,CpY,PmtAt) gebruikt.
•Als u FV weglaat, dan wordt de standaardwaarde FV=0
gebruikt.
• De standaardwaarden voor PpY, CpY en PmtAt zijn hetzelfde als
voor de TVM-functies.
afgerondeWaarde specificeert het aantal decimalen voor afronding.
Standaardwaarde=2.
bal(NPmt,amortTable) berekent de balans na het nummer van de
betaling NPmt, op basis van de aflossingstabel amortTable. Het
argument amortTable moet een matrix zijn in de vorm die
beschreven wordt onder amortTbl(), pag. 6.
Opmerking: zie ook GInt() en GPrn(), pag. 132.
4
Base2 (
4
Grondtal2)
Catalogus
>
Geheel getal1 4Base2 geheel getal
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door @>Base2 in te typen.
Converteert Geheel getal1 naar een binair getal. Binaire of
hexadecimale getallen hebben altijd respectievelijk het prefix 0b of
0h.