Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION. Netwerkgids Nikon Gebruikersondersteuning Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte te blijven van de recentste productinformatie. U vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor technische bijstand. http://www.
Wat netwerken voor u kunnen doen Deze handleiding beschrijft hoe u verbinding maakt met een netwerk, toegang verkrijgt tot de externe camera en hoe u afbeeldingen naar computers en FTP-servers upload via ethernetverbindingen.
Bedien meerdere camera’s (vereist optionele WT-5 draadloze zender) Synchroon ontspannen (045) A Tip Zie pagina 7 voor informatie over het instellen van de camera voor verbinding met een hostcomputer, pagina 35 voor informatie over het instellen van de camera voor verbinding met een FTP-server. De camera kan ook worden gebruikt met optionele WT-4 draadloze zenders of UT-1 communicatie-eenheden.
Handelsmerkinformatie Mac, OS X en iPhone zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. XQD is een handelsmerk van Sony Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
Opmerkingen • Niets uit de handleidingen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon. • Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en software die in deze handleiding worden beschreven op enig moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.
• Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van bepaalde waardepapieren De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf.
Illustraties Het uiterlijk en de inhoud van de software en besturingssysteemvensters, berichten en -weergaven getoond in deze handleiding kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij de computer of het besturingssysteem zit voor meer informatie over het werken met een computer.
Inhoudsopgave Wat netwerken voor u kunnen doen ..............................................ii Opmerkingen...........................................................................................v Inleiding 1 Netwerkopties .........................................................................................2 Software installeren...............................................................................4 Overdracht, bediening en HTTP 7 Ethernetverbindingen ...................................
FTP 35 Ethernetverbindingen ....................................................................... 35 Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten...................................... 36 Stap 2: Het ethernet inschakelen .............................................. 37 Stap 3: De verbindingswizard..................................................... 37 Voor informatie over verbinding maken met een draadloos LAN met behulp van een optionele WT-5 draadloze zender, zie de handleiding die is meegeleverd met de WT-5.
x
Inleiding Deze gids beschrijft hoe u de camera in (voornamelijk ethernet) netwerken kunt gebruiken, inclusief het verbinding maken met het netwerk en het bedienen van de camera in een netwerk. Zorg ervoor dat u deze handleiding en de handleiding van de camera grondig bestudeert en dat u deze handleidingen bewaart waar ze gelezen kunnen worden door een ieder die dit product gebruikt.
Netwerkopties De camera kan met behulp van de ingebouwde ethernetpoort of een optionele WT-5 of WT-4 draadloze zender worden verbonden met ethernetnetwerken of draadloze netwerken. Merk op dat een ethernetkabel (apart verkrijgbaar in diverse winkels) is vereist voor een ethernetverbinding.
A Optionele UT-1 communicatie-eenheden In plaats van de ingebouwde ethernetpoort kan een optionele UT-1 communicatie-eenheid worden gebruikt om de camera met een lokaal netwerk (LAN) te verbinden. De UT-1 ondersteunt dezelfde standen als de WT-4 en kan worden gebruikt voor ethernetnetwerken of gecombineerd met een optionele WT-5 draadloze zender voor verbinding met draadloze netwerken. A Ethernetverbinding Ethernetverbindingen vereisen geen aanpassingen aan de instellingen van uw draadloos LAN.
Software installeren Installeer eerst de Draadloze Zender Utility alvorens verbinding te maken met een netwerk. De Utility is gratis te downloaden op de Nikon website met behulp van de meegeleverde ViewNX 2 cd (een internetverbinding is vereist). De Draadloze Zender Utility is vereist om te kunnen koppelen in de standen beeldoverdracht en camerabediening (014) en kan worden gebruikt om netwerkprofielen te creëren.
3 Start het installatieprogramma. Klik op Volgende (Windows) of Ga door (Mac) en volg de instructies op het scherm-. 4 Windows Mac Klik op Volgende Klik op Ga door Sluit het installatieprogramma af. Klik op OK (Windows) of Sluit (Mac) zodra de installatie is voltooid. Windows Mac Klik op OK Klik op Sluit A De WT-4 Setup Utility De Wireless Transmitter Utility moet opnieuw worden geïnstalleerd als de WT-4 Setup Utility wordt verwijderd nadat de installatie is voltooid.
A Systeemvereisten Draadloze Zender Utility Windows CPU Intel Celeron, Pentium 4 of Core-serie, 1,6 GHz of hoger Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 8.1, Windows 7, Windows Vista en Windows XP; merk op dat de toepassing draait in 32-bits compatibiliteitsmodus in Besturingssysteem 64-bits versies van Windows 8.1, Windows 7 en Windows Vista, terwijl 64-bits versies van Windows XP niet worden ondersteund Geheugenkaart (RAM) • 32-bits Windows 8.
Overdracht, bediening en HTTP Ethernetverbindingen Volg de stappen hieronder om verbinding te maken met een computer in de standen voor beeldoverdracht, bediening en HTTP-server. Beeldoverdracht Camerabediening HTTP-server Installeer de Draadloze Zender Utility (04) Stap 1: Sluit een ethernetkabel aan (08) Voor informatie over het gebruik van de WT-5 om verbinding te maken met een draadloos netwerk kunt u de handleiding van de WT-5 raadplegen.
Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten 8 Maak, na het starten van de computer en te hebben ingelogd, de camera gereed zoals hieronder beschreven. Schakel de camera niet uit en ontkoppel niet de ethernetkabel terwijl gegevens naar de computer worden overgezet. 1 Plaats een geheugenkaart. Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart. Deze stap kan worden weggelaten in de camerabedieningsstand (019). 2 Sluit een ethernetkabel aan.
3 Zet de camera aan. Hoofdschakelaar Draai de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Verbindingsstatus Leds Verbindingsstatus wordt aangegeven door de leds naast de ethernetverbinding van de camera. Groene led Gele led ● (uit) ● (uit) Netwerkfuncties uitgeschakeld (051) of ethernetkabel niet aangesloten. K (aan) ● (uit) Wacht om verbinding te maken. K (aan) K (aan) Maakt verbinding. K (aan) H (knippert) A Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten A Status H Verbonden.
Stap 2: Het ethernet inschakelen Selecteer het ethernet als het netwerktoestel dat door de camera wordt gebruikt. Stap 2: Het ethernet inschakelen 1 Geef de hardwarelijst weer. In het setup-menu, selecteer Netwerk en markeer Kies hardware en druk daarna op 2 om de hardwarelijst te bekijken. 2 Selecteer Bedraad LAN. Markeer Bedraad LAN en druk op J om de gemarkeerde optie te selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu.
3 Start de verbindingswizard. Markeer Verbindingswizard en druk op 2 om de verbindingswizard op te starten. Kies een verbindingstype (02). Markeer Beeldoverdracht, Camerabediening of HTTP-server en druk op J. 5 Stap 3: De verbindingswizard 4 Geef het nieuwe netwerkprofiel een naam. Voer de naam in die u in de lijst met profielen wilt weergeven en druk op J. De naam van het profiel kan maximaal 16 tekens bevatten.
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres. Stap 3: De verbindingswizard Markeer één van de volgende opties en druk op J. • Verkrijg automatisch: Selecteer deze optie wanneer het netwerk is geconfigureerd om automatisch het IP-adres toe te wijzen. • Handmatig invoeren: Voer, indien gevraagd, een IP-adres en subnetmasker in door op 4 en 2 te drukken om segmenten te markeren en 1 en 3 om deze te veranderen. Druk op J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid. 7 Kies uw volgende stap.
8 Sluit de wizard. Ga verder naar “HTTP-server” (022). Stap 4: Koppelen Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Verbinden en wizard afsluiten: Sla het nieuwe netwerkprofiel op en maak verbinding met de server. • Wizard afsluiten: Sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af. Stap 4: Koppelen Als u Beeldoverdracht of Camerabediening in stap 4 of de verbindingswizard (011) hebt geselecteerd, koppelt u de camera met de computer zoals hieronder staat beschreven.
2 Start de Draadloze Zender Utility. Stap 4: Koppelen Wanneer gevraagd start u de Draadloze Zender Utility die op uw computer staat geïnstalleerd. Het koppelen begint automatisch. 3 Ontkoppel de camera. Het bericht dat hier rechts wordt getoond, zal worden weergegeven wanneer het koppelen is voltooid. Koppel de USB-kabel los. 4 Sluit de wizard. Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Verbinden en wizard afsluiten: Sla het nieuwe netwerkprofiel op en maak verbinding met de server.
Beeldoverdracht Beeldoverdracht wordt gebruikt voor het uploaden van foto’s en films naar een computer vanaf een geheugenkaart van de camera. De uitleg die volgt gaat er van uit dat er bestaande foto’s worden gebruikt. 1 Geef de netwerkprofielen weer. Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen in het setup-menu om een lijst met profielen weer te geven. Beeldoverdrachtprofielen worden aangegeven door een K-pictogram.
4 Bekijk afbeeldingen. Druk op de K-knop om afbeeldingen te bekijken. Geef de eerste afbeelding die moet worden verzonden weer in de weergave van enkele afbeeldingen of in de lijst met miniaturen. 5 Upload foto’s. Druk op J en de centrale knop van de multiselector. Een wit overdrachtspictogram zal op de afbeelding verschijnen en de upload zal onmiddellijk beginnen. Het overdrachtspictogram wordt groen tijdens het uploaden en wordt blauw wanneer het uploaden is voltooid.
Overdracht onderbreken/Overdrachtmarkering verwijderen Om de overdracht van afbeeldingen met witte en groene overdrachtsminiaturen te annuleren, selecteert u de afbeeldingen tijdens weergave en drukt u op J en de centrale knop van de multiselector. Het overdrachtpictogram wordt verwijderd.
Overdrachtstatus Tijdens weergave wordt de status van de beelden die voor uploaden zijn geselecteerd als volgt weergegeven: a : “Verzenden” Foto’s die voor uploaden zijn geselecteerd, worden aangeduid met een wit pictogram. b : “Bezig met verzenden” Een groen overdrachtspictogram verschijnt tijdens het uploaden. c : “Verzonden” Foto’s die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw overdrachtspictogram.
Camerabediening Selecteer deze optie om de camera te bedienen vanaf een computer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) en bewaar foto’s rechtstreeks op de harde schijf van uw computer in plaats van op de geheugenkaart van de camera (films zullen nog steeds op de geheugenkaart van de camera worden opgeslagen; plaats een geheugenkaart voor het opnemen van films). Merk op dat de standby-timer van de camera niet afloopt wanneer de camera zich in de camerabedieningsstand bevindt.
3 Selecteer Inschakelen. Markeer Inschakelen en druk op J om verbinding te maken met het netwerk en terug te keren naar het netwerkmenu. De profielnaam wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. 4 Start Camera Control Pro 2. Start de kopie van Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) geïnstalleerd op uw hostcomputer. Voor informatie over het gebruik van Camera Control Pro 2, zie de handleiding van Camera Control Pro 2 (pdf).
A Netwerkstatus De netwerkstatus kan ook bekeken op het hoogste niveau van het netwerkmenu. Statusgebied: De status van de verbinding met de host. De profielnaam wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Foutmeldingen worden hier ook weergegeven (084). Signaalsterkte: Signaalsterkte van draadloze verbinding. Ethernetverbindingen worden aangeduid door d.
HTTP-server Selecteer HTTP-server om de foto’s op de geheugenkaart van de camera te bekijken of om foto’s te maken vanaf de webbrowser op een computer of iPhone (zie pagina 27 voor systeemvereisten). Er kunnen maximaal vijf gebruikers tegelijk toegang krijgen tot de camera, maar slechts één kan foto’s maken. Merk op dat de stand-bytimer niet automatisch afloopt wanneer de camera zich in de stand HTTP-server bevindt. 1 Geef de netwerkprofielen weer.
3 Selecteer Inschakelen. Markeer Inschakelen en druk op J om verbinding te maken met het netwerk en terug te keren naar het netwerkmenu. De URL gebruikt voor verbinding met de camera wordt weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. 4 Start de webbrowser. Start de webbrowser op een computer of iPhone. 5 Voer de URL van de camera in. Voer de URL van de camera in (“http://” gevolgd door het IP-adres van de camera zoals weergegeven in het netwerkmenu) in het adresveld van de browser.
6 Log in. In het dialoogvenster van de browser vult u uw gebruikersnaam en wachtwoord in (de gebruikersnaam en het wachwoord worden ingesteld met gebruik van Netwerkinstellingen > Opties > HTTP-gebruikersinstellingen in het netwerkmenu zoals beschreven op pagina 58; de standaard gebruikersnaam is “nikon” en het standaard wachtwoord is leeg).
7 Kies een taal. Klik op Language (Taal) en kies Duits, Engels, Frans, Japans of Spaans. 8 Kies een bedieningsstand. Kies Shooting/Viewer (Opname/Weergave) om foto’s te maken (028, 32) en Shooting/Viewer (Opname/Weergave) of Viewer (Weergave) om bestaande foto’s te bekijken (030, 33).
A Netwerkstatus De netwerkstatus kan ook op het hoogste niveau van het netwerkmenu worden bekeken. Statusgebied: De status van de verbinding met de host. De URL van de camera wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Foutmeldingen worden hier ook weergegeven (084). Signaalsterkte: Signaalsterkte van draadloze verbinding. Ethernetverbindingen worden aangeduid door d.
A Systeemvereisten voor HTTP-server Windows Besturingssysteem Browser Grafische beelden Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 8.1, Windows 7, Windows Vista en Windows XP; merk op dat de toepassing draait in 32-bits compatibiliteitsmodus in 64-bits versies van Windows 8.1, Windows 7 en Windows Vista, terwijl 64-bits versies van Windows XP niet worden ondersteund • Windows 8.
Webbrowsers voor de computer Deze paragraaf beschrijft de HTTP-serverweergaven voor computerwebbrowsers (omwille van verklarende doeleinden worden de vensters met alle knoppen weergegeven). Klik om de camerainstellingen aan te passen. Zie pagina 32 voor informatie over de weergaven voor iPhones.
Weergavepaneel Bevat de belichtingsaanduiding en toont het batterijniveau en aantal resterende opnamen. Camerainstellingen Toont instellingen zoals sluitertijd, diafragma, belichtingscorrectie, ISO-gevoeligheid, witbalans, lichtmeting, AF-veldstand, scherpstelstand, beeldveld (alleen voor livebeeldfotografie), microfoongevoeligheid (alleen voor filmlivebeeld) en beeldkwaliteit van foto’s en formaat, of filmkwaliteit en beeldgrootte/-snelheid. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
❚❚ Het weergavescherm Het weergavescherm is toegankelijk via Viewer (Weergave) op de homepage van de server of door op de weergaveknop te klikken in het opnamescherm. Het weergavescherm voor computerwebbrowsers biedt een keuze uit miniatuur-, filmstrook(031) en schermvullende weergaven (031). Miniatuurweergave Bekijk meerdere kleine (“miniatuur”) afbeeldingen per pagina. De besturingselementen aan de bovenkant van het scherm kunnen worden gebruikt voor navigatie.
Filmstrookweergave Kies de weergegeven afbeelding uit de miniaturen aan de onderkant van het scherm. Huidige afbeelding (klik 4 of 2 om extra afbeeldingen te bekijken) Kopieer huidige afbeelding naar computer Miniaturen (klik om te selecteren) Schermvullende weergave Bekijk afbeeldingen in schermvullende weergave.
Webbrowsers voor de iPhone Deze paragraaf beschrijft de HTTP-serverweergaven voor iPhonewebbrowsers (omwille van verklarende doeleinden worden de vensters met alle knoppen weergegeven). Tik om de camera-instellingen aan te passen. Zie pagina 28 voor informatie over de computerweergaven. ❚❚ Het opnamescherm De volgende camerabedieningen zijn toegankelijk door Shooting/ Viewer (Opname/Weergave) te selecteren op de homepage van de server of door op de opnameknop in het weergavescherm te tikken.
❚❚ Het weergavescherm Het viewervenster is toegankelijk via Viewer (Weergave) op de homepage van de server of door op de weergaveknop in het opnamevenster te tikken. Het viewervenster voor iPhonewebbrowsers biedt een keuze uit miniatuurweergaven en schermvullende weergaven (034). Miniatuurweergave Bekijk meerdere kleine (“miniatuur”) afbeeldingen per pagina.
Schermvullende weergave Bekijk afbeeldingen in schermvullende weergave.
FTP Ethernetverbindingen Voer de onderstaande stappen uit om verbinding te maken met een FTP-server. FTP-server Stap 1: Sluit een ethernetkabel aan (036) Stap 2: Selecteer ethernet (037) Stap 3: Gebruik de verbindingswizard (037) Voor informatie over het gebruik van de WT-5 om verbinding te maken met een draadloos netwerk kunt u de handleiding van de WT-5 raadplegen.
Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten Stap 1: Een ethernetkabel aansluiten Na het starten van de FTP-server sluit u de camera aan zoals hieronder staat beschreven. Schakel de camera niet uit en ontkoppel niet de ethernetkabel terwijl gegevens worden uitgewisseld met de ftpserver. 1 Plaats een geheugenkaart. Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart. 2 Sluit een ethernetkabel aan. Sluit de camera aan op de FTP-server zoals hieronder staat beschreven.
Stap 2: Het ethernet inschakelen Selecteer het ethernet als het netwerkapparaat dat door de camera wordt gebruikt. Geef de hardwarelijst weer. In het setup-menu, selecteer Netwerk en markeer Kies hardware en druk daarna op 2 om de hardwarelijst te bekijken. 2 Selecteer Bedraad LAN. Markeer Bedraad LAN en druk op J om de gemarkeerde optie te selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu.
3 Start de verbindingswizard. Markeer Verbindingswizard en druk op 2 om de verbindingswizard op te starten. Stap 3: De verbindingswizard 4 Kies een verbindingstype. Markeer FTP-upload en druk op J. 5 Geef het nieuwe netwerkprofiel een naam. Voer de naam in die zal verschijnen in de lijst met profielen en druk J (011; druk op J om de standaard naam te gebruiken zonder veranderingen door te voeren). De profielnamen kunnen maximaal 16 tekens bevatten. 6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
7 Kies een servertype. Markeer FTP of SFTP (beveiligde FTP) en druk op J. Voer het IP-adres in. Voer de URL of het IP-adres van der server in (011) en druk op J om verbinding te maken. 9 Stap 3: De verbindingswizard 8 Log in. Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Anoniem inloggen: Selecteer deze optie als de server geen gebruikers-ID of wachtwoord vereist. • Gebruikers-ID invoeren: Voer een gebruikers-ID en wachtwoord in wanneer daarom wordt gevraagd en druk op J.
Stap 3: De verbindingswizard 10 Kies een doelmap. 11 Sluit de wizard. Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Hoofdmap: Kies deze optie voor het uploaden van foto’s naar de hoofdmap van de server. • Mapnaam invoeren: Selecteer deze optie voor het uploaden van foto’s naar een andere map (de map moet al een bestaande map op de server zijn). Voer, indien gevraagd, een mapnaam en -pad in en druk op J. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
FTP-upload Foto’s en films kunnen vanaf de geheugenkaart van de camera naar een FTP-server worden geüpload zoals hieronder beschreven, of foto’s kunnen direct worden geüpload op het moment dat zij worden gemaakt. Voor informatie over het instellen van een FTP-server, zie pagina 63. 1 Geef de netwerkprofielen weer. Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen in het setup-menu om een lijst met profielen weer te geven. Profielen voor de FTP-server worden aangegeven door een N-pictogram.
4 Bekijk afbeeldingen. Druk op de K-knop om afbeeldingen te bekijken. Geef de eerste foto die moet worden verzonden schermvullend weer of markeer de foto in de miniaturenlijst. 5 Upload foto’s. Druk op J en de centrale knop van de multi-selector. Een wit overdrachtspictogram zal op de afbeelding verschijnen en de upload zal onmiddellijk beginnen. Het overdrachtspictogram wordt groen tijdens het uploaden en wordt blauw wanneer het uploaden is voltooid.
Nieuwe foto’s uploaden zodra deze worden gemaakt Om nieuwe foto’s automatisch te uploaden wanneer zij worden gemaakt, selecteert u Aan voor Netwerk > Opties > Automatisch verzenden in het setupmenu (057). Overdracht onderbreken/Overdrachtmarkering verwijderen Om de overdracht van afbeeldingen met witte en groene overdrachtsminiaturen te annuleren selecteert u de afbeeldingen tijdens weergave en drukt u op J en de centrale knop van de multi-selector. Het overdrachtspictogram wordt verwijderd.
Overdrachtstatus Tijdens weergave verschijnt de status van de beelden die voor uploaden zijn geselecteerd als volgt: a : “Verzenden” Foto’s die voor uploaden zijn geselecteerd, worden aangeduid met een wit pictogram. b : “Bezig met verzenden” Een groen overdrachtspictogram verschijnt tijdens het uploaden. c : “Verzonden” Foto’s die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw overdrachtspictogram. A Netwerkstatus De netwerkstatus kan worden bekeken op het hoogste niveau van het netwerkmenu.
Synchroon ontspannen Synchroon ontspannen groepeert één D4S-hoofdcamera met maximaal tien externe camera’s en synchroniseert de sluiters op de externe D4S-camera met de ontspanknop op de hoofdcamera. De hoofd- en externe camera’s moeten allemaal zijn uitgerust met optionele WT-5 draadloze zenders. Merk op dat de stand-by-timer niet automatisch afloopt wanneer de camera zich in de gesynchroniseerde ontspanstand bevindt.
Opties voor het synchroon ontspannen De volgende opties zijn beschikbaar voor het synchroon ontspannen: Groepsnaam, Hoofd/extern, Externe camera controleren en Aantal externe camera’s. Om de instellingen van het synchroon ontspannen weer te geven selecteert u Netwerk > Netwerkinstellingen in het setup-menu, markeert u Synchroon ontspannen en drukt u op W. ❚❚ Hoofdcamera Configureer de hoofdcamera als volgt: Groepsnaam Voer een groepsnaam in van maximaal 16 tekens (011).
Externe camera controleren Selecteer Aan om te controleren of de externe camera’s klaar zijn. De led op de WT-5 zal geel knipperen als waarschuwing indien het aantal camera’s dat “gereed” terugkeert, kleiner is dat het aantal geselecteerd voor Aantal externe camera’s. Led Aantal externe camera’s Voer het aantal (1–10) externe camera’s in de groep in. Deze optie is alleen beschikbaar indien Aan is geselecteerd voor Externe camera controleren.
Foto’s maken 1 Geef de netwerkinstellingen weer. Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen in het setup-menu. 2 Selecteer Synchroon ontspannen. Markeer Synchroon ontspannen, druk op W en pas de instellingen van de hoofdcamera en externe camera’s aan zoals beschreven op pagina 46 en 47. Druk op J om synchroon ontspannen te selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu. 3 Selecteer Netwerkverbinding. Markeer Netwerkverbinding en druk op 2. 4 Selecteer Inschakelen.
5 Neem foto’s. Door op de ontspanknop van de hoofdcamera te drukken ontspannen de sluiters van de externe camera’s. A Externe camera controleren Als externa camera controleren (047) aan staat, worden er waarschuwingen weergegeven indien een van de externe camera’s niet klaar is.
50
Menugids Dit gedeelte beschrijft de items in het Netwerkmenu. Kies hardware B setup-menu ➜ Netwerk Kies de te gebruiken hardware voor de verbinding met het netwerk: ethernet, WT-5 of WT-4 (02). Netwerkverbinding B setup-menu ➜ Netwerk Kies Inschakelen om de netwerkverbinding in te schakelen. Let op dat de batterij hierdoor sneller leeg raakt; Uitschakelen wordt aanbevolen wanneer het netwerk niet gebruikt wordt.
Netwerkinstellingen B setup-menu ➜ Netwerk Markeer Netwerkinstellingen en druk op 2 om de lijst met netwerkprofielen weer te geven. In deze lijst kunt u nieuwe profielen creëren of een bestaand profiel selecteren. ❚❚ De profielenlijst De camera kan maximaal negen netwerkprofielen bewaren. Markeer een profiel en druk op J om verbinding te maken met de gemarkeerde hostcomputer of FTP-server, of druk op O (Q) om het gemarkeerde profiel te verwijderen (053).
❚❚ Profiel maken Kies Verbindingswizard om een netwerkprofiel te maken met behulp van een wizard (010, 37), of Handmatig configureren om handmatig de instellingen voor FTP- en HTTP-server in te voeren (082). ❚❚ Kopiëren naar/van kaart Deze optie is alleen beschikbaar met verbindingen naar ftp- en httpservers. Selecteer Profiel kopiëren van kaart om profielen vanaf de geheugenkaart naar de profielenlijst te kopiëren.
❚❚ Netwerkprofielen bewerken Druk op W om het gemarkeerde profiel uit de lijst met profielen te bewerken en kies uit een van de volgende opties: Algemeen Draadloos TCP/IP FTP D Bewerk de profielnaam en het wachtwoord (054). Pas de instellingen voor draadloos aan (alleen voor draadloze verbindingen; 055). Bewerk de TCP/IP-instellingen (056). Bewerk de FTP-instellingen (056).
Draadloos Bewerk de volgende instellingen voor draadloos: • SSID: Voer de naam (SSID) van het netwerk in waarop de hostcomputer of FTP-server zich bevindt. • Communicatiestand: Selecteer Infrastructuur voor draadloze communicatie via een toegangspunt van een draadloos netwerk, Ad hoc indien de camera rechtstreeks met de FTP-server of computer is verbonden. • Kanaal: Selecteer een kanaal (alleen voor ad hoc; in infrastructuurstand wordt het kanaal automatisch geselecteerd).
TCP/IP Selecteer Inschakelen voor Verkrijg automatisch als het netwerk is geconfigureerd om automatisch IP-adressen te verschaffen. Selecteer anders Uitschakelen en voer de volgende informatie in: • Adres/Masker: Voer een IP-adres en subnetmasker in. • Gateway: Als het netwerk een gatewayadres vereist, selecteert u Inschakelen en voert u het adres in dat u van de netwerkbeheerder hebt gekregen.
Opties B setup-menu ➜ Netwerk Bewerk de volgende instellingen. ❚❚ Automatisch verzenden Als Aan is geselecteerd voor beeldoverdracht- of FTPserververbindingen, worden foto’s automatisch naar de server geüpload wanneer ze worden gemaakt (merk echter op dat er alleen foto’s kunnen worden gemaakt als er zich een geheugenkaart in de camera bevindt). Films kunnen niet geüpload worden met deze optie, zet films over tijdens het afspelen zoals beschreven op pagina 15 en 41.
❚❚ Beveiligen bij uploadmarkering Selecteer Ja om automatisch bestanden te beveiligen wanneer zij gemarkeerd worden voor het uploaden naar een FTP-server. Beveiliging wordt verwijderd als de bestanden zijn geüpload. ❚❚ Verzend map Selecteer een map om te uploaden (alleen voor beeldoverdracht- en FTP-serververbindingen). Alle foto’s in de geselecteerde map (met inbegrip van bestanden die al zijn gemarkeerd als “verzonden”) worden direct geüpload.
❚❚ Stroombesparing Kies Prioriteit netwerksnelheid voor snellere netwerksnelheden, Prioriteit stroombesparing voor minder stroomverbruik. Prioriteit netwerksnelheid zorgt ervoor dat LAN-verbindingen actief blijven, zelfs wanneer er geen gegevens worden uitgewisseld met de server en worden ethernetverbindingen toegestaan door gebruik te maken van de high-speed-standaard 1000BASE-T.
60
Bijlagen Profielen maken op een computer De Draadloze Zender Utility (04) kan worden gebruikt voor het maken van netwerkprofielen. 1 Sluit de camera aan. Start de computer en sluit de camera aan met de meegeleverde USB-kabel zoals hieronder wordt getoond. 2 Zet de camera aan. Hoofdschakelaar Draai de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten.
3 Start de Draadloze Zender Utility. Dubbelklik op het pictogram van de Draadloze Zender Utility op het bureaublad (Windows) of dubbelklik op het pictogram van de Draadloze Zender Utility in de dock (Mac). 4 Maak een profiel. Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel aan te maken.
Een FTP-server creëren Beelden kunnen worden geüpload naar ftp-servers die zijn aangemaakt met behulp van standaard ftp-servers meegeleverd met Windows 8.1, Windows 8.1 Enterprise/Pro, Windows 7 (Professional/ Enterprise/Ultimate), Windows Vista (Ultimate/Business/Enterprise) en Windows XP Professional. Onder Windows zijn Internet Information Services (IIS) vereist om ftp-servers te configureren (installatie-instructies zijn beschikbaar via Microsoft).
Windows 8.1/Windows 7 1 Ga naar Centrum voor netwerk en delen. Selecteer Netwerk en internet > Netwerkcentrum in het Configuratiescherm. 2 Geef de lijst met netwerkadapters weer. Klik op Adapterinstellingen wijzigen. 3 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen. Als u bent verbonden via ethernet, klik met de rechtermuisknop op Ethernet (Windows 8.1) of LAN-verbinding (Windows 7) en selecteer Eigenschappen.
4 Geef TCP/IP-instellingen weer. Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op Eigenschappen. 5 Voer een IP-adres en subnetmasker in. Voer een IP-adres en subnetmasker in voor de FTP-server en klik op OK.
6 Sluit het dialoogvenster netwerkeigenschappen. Klik op Sluiten. 7 Open administratieve tools. Selecteer Systeem en veiligheid > Administratieve tools in het Configuratiescherm.
8 Open de IIS-manager. Dubbelklik op Beheer van Internet Information Services (IIS). 9 Selecteer FTP-site toevoegen... Klik met de rechtermuisknop op de gebruikersnaam van de computer en selecteer FTP-site toevoegen...
10 Voer site-informatie in. Geef de site een naam en kies het pad naar de map die zal worden gebruikt voor FTP-upload. Klik op Volgende om verder te gaan. A Anoniem inloggen Om anoniem inloggen toe te staan moet u een map in de publieke map van de gebruiker als inhoudsdirectory selecteren.
11 Kies binding- en SSL-opties. Selecteer het IP-adres dat is ingevoerd in stap 5, noteer het poortnummer, selecteer FTP-site automatisch starter en vink Geen SSL aan. Klik op Volgende om verder te gaan.
12 70 Kies verificatie-opties. Pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven en klik op Voltooien.
Windows Vista 1 Geef de netwerkverbindingen weer. Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en internetinstellingen > Netwerkverbinding > Beheer Netwerkverbindingen. 2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen. Als u bent verbonden via ethernet, klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en selecteer Eigenschappen. Als u bent verbonden via een adapter voor draadloos LAN, selecteer Eigenschappen in het contextmenu voor Draadloze netwerkverbinding. 3 Klik op Toestaan.
4 Geef TCP/IP-instellingen weer. Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op Eigenschappen.
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in. Voer een IP-adres in en subnetmasker voor de FTP-server en klik op OK. 6 Open administratieve tools. Klik Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Administratieve tools.
7 Open de IIS-manager. Dubbelklik op IIS6 Manager. 8 Klik op Toestaan. Een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer” zal worden weergegeven; klik op Toestaan.
9 Geef eigenschappen van FTP-site weer. Klik met de rechtermuisknop op Default FTP Site en selecteer Eigenschappen.
10 76 Selecteer het adres en poortnummer. Selecteer het IP-adres dat in stap 5 is ingevoerd en voer een TCP-poortnummer in.
11 Kies een hoofddirectory. Open het tabblad Basismap en selecteer Een map op deze computer. De hoofddirectory voor foto’s die naar de FTP-server zijn geüpload, wordt weergegeven in het tekstvak Lokaal pad. Kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster te sluiten.
Windows XP 1 Geef de netwerkverbindingen weer. Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en internetinstellingen > Netwerkverbinding. 2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen. Als u bent verbonden via ethernet, klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en selecteer Eigenschappen. Als u bent verbonden via een adapter voor draadloos LAN, selecteer Eigenschappen in het contextmenu voor Draadloze netwerkverbinding. 3 Geef TCP/IP-instellingen weer.
4 Voer een IP-adres en subnetmasker in. Voer een IP-adres in en subnetmasker voor de FTP-server en klik op OK. 5 Open Internet Information Services. Klik op Start > Bedieningspaneel > Systeem en onderhoud >Administratieve tools en op de Internet Information Services-console.
6 Geef eigenschappen van FTP-site weer. Klik met de rechtermuisknop op Standaard FTP-site en selecteer Eigenschappen. 7 Selecteer het adres en poortnummer. Selecteer het IP-adres dat in stap 4 is ingevoerd en voer een TCP-poortnummer in.
8 Kies een hoofddirectory. Open het tabblad Basismap en selecteer een map op deze computer. De hoofddirectory voor foto’s die naar de FTP-server zijn geüpload, wordt weergegeven in het tekstvak Lokaal pad. Kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster te sluiten.
Handmatig een profiel aanmaken Volg de onderstaande stappen om de camera handmatig te configureren voor een verbinding met FTP- en HTTP-servers. Merk op dat veranderingen aan het huidige profiel verloren gaan als de camera wordt uitgezet tijdens setup; om onverwacht leeg raken van de batterij te voorkomen is het raadzaam een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter te gebruiken.
4 Selecteer een verbindingstype. Markeer FTP-upload of HTTP-server en druk op 2. 5 Pas de instellingen aan. Pas de instellingen aan zoals beschreven in “Netwerkprofielen bewerken” (054). D Profielen bewerken Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl de menu’s worden weergegeven, zal de monitor uitschakelen en gaan wijzigingen in het huidige profiel verloren. Kies een langere tijd waarna de monitor wordt uitgeschakeld voor persoonlijke instelling c4 in de cameramenu’s.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Pagina Controleer de instellingen voor de host en/of de draadloze LAN10, 37, 54 adapter en pas de camerainstellingen aan. De camera geeft een TCP/IP- Controleer de firewall-instellingen. 17, 20, 39 of FTP-fout weer. Controleer of u naar de doelmap 70, 77, 81 op de FTP-server kunt schrijven. Wijzig de huidige instelling van de 56 PASV-stand. “Maakt verbinding met PC” verdwijnt niet van het Controleer de firewall-instellingen. 17, 20 scherm van de camera.
Index Symbolen G a: “Verzenden”.................................18, 44 b: “Bezig met verzenden” ............18, 44 c: “Verzonden”.................................18, 44 A Gateway ..................................................... 56 Geheugenkaart.............................8, 36, 53 Groepsnaam ...................................... 46, 47 H Aantal externe camera’s .......................47 Alles deselecteren...................................58 Autom. verzenden ..................................
P PASV-stand ................................................56 Poortnummer.. 3, 20, 39, 56, 69, 76, 80, 82 Profiel maken............................................53 Profielnaam ........................................52, 54 Proxyserver................................................56 R Routers................................................... 3, 12 S Sleutelindex ..............................................55 SSID .......................................................52, 55 Stroombesparing .........
87
88
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION. Netwerkgids Nikon Gebruikersondersteuning Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte te blijven van de recentste productinformatie. U vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor technische bijstand. http://www.