AAN DE INSTALLATEUR Voor de gebruiker en installateur Bedienings- en installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept heeft deze ketel zaken die nieuw voor u zullen zijn. Lees daarom goed de bijgevoegde instructies. De tijd die u daaraan besteedt wint u terug bij het installeren.
INHOUDSOPGAVE PAGINA BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER 3 1 GEBRUIK VAN HET TOESTEL 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Als eerste willen we u als gebruiker bedanken voor de aanschaf van dit kwaliteitsproduct en wensen u veel warmte en woongenot toe. U als gebruiker doet er verstandig aan het gebruikersgedeelte goed door te nemen voordat u dit toestel in gebruik laat stellen. Gebruikte symbolen Let u s.v.p. bij gebruik van het toestel op de veiligheidsaanwijzingen uit deze handleiding! Algemene punten GEVAAR! Waarschuwing, direct levensbedreigend.
Veiligheidsregels en aanbevelingen Neem de onderstaande veiligheidsregels en aanbevelingen in acht: • Gebruik in de buurt van het toestel geen aerosol, oplosmiddelen, schuurmiddelen, schoonmaakmiddelen met chloor, verf, lijm etc. Onder ongunstige omstandigheden kunnen deze substanties zeer corrosief zijn, zelfs voor het rookgaskanaal. • Gebruik of bewaar geen explosieve of gemakkelijk ontvlambare materialen (bijv. benzine, verf etc.) in de ruimte waar het toestel zich bevindt.
1 GEBRUIK VAN HET TOESTEL 1.1 Bedieningspaneel 1 2 7 3 6 4 5 1 Bedrijfsindicatie 5 Kap 2 Display 6 Temperatuurinstelling verwarming 3 Bedrijfsmodusselectie 7 Reset 4 Warmwater temperatuurinstelling Figuur 1.1.
1.2 Indicatie van de geselecteerde bedrijfsmodus 1.6 Wordt weergegeven, als het toestel een storing ontdekt (zie hoofdstuk “Storingsopsporing”). Verschijnt naast de gekozen bedrijfsmodus. 1.3 Storingssymbolen Indicatie ingestelde mode Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de vorstbeschermingsmodus staat. Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de verwarmings- en heetwatermodus staat. 1.7 Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de heetwatermodus staat.
2 INBEDRIJFSTELLING • Zorg ervoor: - dat de ketel op de netvoeding aangesloten is, - dat de gaskraan open is. • Sluit het toestel op de netvoeding aan. OPMERKING: het ECO-symbool wordt weergegeven tot 49°C. Het display en de bedrijfsindicatie op het bedieningspaneel gaan aan: de ketel is gebruiksklaar. • Bedrijfsindicatie: - Continu groen brandend: toestel in bedrijf - Rood knipperend: storingssignaal (zie hoofdstuk “Storingsopsporing”). 4.
6 RESET VAN DE KETEL • Druk de “reset” toets naar rechts en houd hem 5 seconden vast. Het display en de bedrijfsindicatie gaan uit. • Laat de “reset” toets los om het apparaat opnieuw te starten. 7 STORINGSOPSPORING Bij storingen wordt het storingssymbool weergegeven en de bedrijfsindicatie op het bedieningspaneel knippert rood. LET OP! Probeer nooit om zelf het toestel te repareren of te onderhouden en start het apparaat pas weer, nadat een erkende installateur de storing verholpen heeft.
8 VORSTBESCHERMING 9 ONDERHOUD / SERVICE Dit toestel is gecertificeerd voor gebruik in installaties die tegen vorst beschermd worden. Neem alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Elke ketel heeft na een bepaalde bedrijfstijd onderhoud nodig. Hiermee valt en staat de betrouwbare werking. Zoals u uw auto regelmatig laat onderhouden heeft ook een cv-ketel onderhoud nodig.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Temperatuurverlaging van de cv-installatie Verlaag de kamertemperatuur gedurende de nachtrust en uw afwezigheid. Dit kan eenvoudig door een klokthermostaat met individueel in te stellen tijdprogramma’s. Stel gedurende de verlagingsperiode de temperatuur maximaal 5°C lager in dan de normale temperatuur. Meer dan 5°C brengt geen hogere besparing, omdat door de sterkere afkoeling meer energie nodig is om de woning weer op temperatuur te brengen.
GASKEURMERK De ThermoElegance 3 en 4 zijn voorzien van de volgende gaskeurmerken: Label Gaskeur basis HRww Gaskeur HR 107 Gaskeur SV Gaskeur CW TE 3 ja ja ja ja CW 3 TE 4 ja ja ja ja CW 4 Gaskeur basis geeft aan dat het toestel voldoet aan de basiseisen die door de stichting EPK (Energie Prestatie Keurmerk) zijn gesteld. HRww geeft het jaargebruiksrendement op tapwater aan. Gaskeur HR 107 geeft het rendement op het efficiënt produceren van warm water aan.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR PAGINA 1 OPMERKINGEN OVER DE INSTRUCTIES 1.1 Voorbereiden van de installatiewerkzaamheden 2 BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.
1 OPMERKINGEN OVER DE INSTRUCTIES PAGINA 12.18 12.19 12.20 12.21 Vuilfilter in de koudwatertoevoer Platenwisselaar Toegang tot gebruikersinterface Toegang tot print branderautomaat 13 ONDERHOUD 13.1 13.1.1 13.2 13.2.1 13.2.2 13.3 13.3.1 13.4 13.4.1 13.4.2 13.4.3 13.4.4 13.5 13.6 13.
2 BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL 2.1 Algemeen De ThermoElegance range is ontwikkeld en gemaakt voor de verwarming van ruimten als onderdeel van een cv-installatie, uitgelegd op een aanvoertemperatuur van 80°C en een retourtemperatuur van 60°C en het direct verwarmen van sanitair water in de CW classificaties CW3 en CW4. De temperatuur van het cv-water en van het warme water kunnen beide onafhankelijk van elkaar worden aangepast op de ketel. Zodra de temperaturen zijn ingesteld, werkt de ketel automatisch.
Typeproef uitgevoerd om te voldoen aan Verordening 5, gecertificeerd door: aangemelde instantie 0086. Product/ productie gecertificeerd door: aangemelde instantie 0086. Vorstbescherming van het verwarmingscircuit van de ketel Het CE-merkteken op dit apparaat duidt erop dat het apparaat voldoet aan: • Zorg ervoor dat de elektrische voeding van de ketel ingeschakeld is en de gastoevoer open is. 1.
Gaskeur CW geeft de basiseisen aan m.b.t. tapdrempel, wachttijd, gelijkmatigheid van temperatuur en rendement. 2.14 Metalen onderdelen Toelichting Gastec CW toepassingsklasse Het Gaskeur CW-label is een prestatielabel voor gasgestookte warmwaterbereiders en geeft aan dat het betreffende toestel bij de bereiding van warm tapwater voldoet aan specifieke eisen met betrekking tot een aantal doelmatigheids- en comfortaspecten.
2.21 Blokdiagram 1 Uitlaat rookgaskanaal 2 Warmtewisselaar 3 Brander 4 Ontsteking en besturingselektrode 5 Ventilator 6 Gasregelklep 7 Sifon 8 Veiligheidsthermostaat 9 Retour NTC oververhitting 10 Aanvoer NTC 11 Ontstekingstrafo 12 Pomp 13 CV filter 14 Waterdruksensor 15 Platenwarmtewisselaar 16 By-pass 17 3-wegklep 18 Stromingssensor 19 Thermische zekering A CV aanvoer B Warmwateraansluiting C Gas D Koudwateraansluiting E CV retour Figuur 2.
3 LOCATIE VAN HET TOESTEL • Verzeker u ervan dat de wand waaraan het toestel gehangen wordt, sterk genoeg is om het gewicht ervan te dragen. • Ga na of er genoeg ruimte is om de water- en gasleidingen en een luchttoevoer/rookgasafvoer te installeren. • Installeer het toestel niet boven een andere apparaat dat het toestel zou kunnen beschadigen (bijv. boven een fornuis, waar stoom of vet vanaf komt) of in een ruimte waar veel corrosief stof aanwezig is in de lucht.
5 INSTALLATIE VAN HET TOESTEL Alle afmetingen in dit hoofdstuk staan in mm vermeld. 5.2 Afmetingen 12 0 5.1 Aanbevelingen vóór de installatie 5.1.1 Ontwerp van de leidingen voor het sanitaircircuit 219 Het circuit moet worden ontworpen om onnodig stromingverlies te voorkomen (beperken van het aantal bochten). De ketel levert bij een minimale toevoerdruk een kleine waterstroom. Optimale prestaties worden bereikt bij een druk van 1 bar. 20 5.1.
5.4 Bevestiging aan de wand • Zorg ervoor dat de materialen die u gebruikt, geschikt en passend zijn voor het toestel. • Kies een locatie voor het toestel (zie hoofdstuk 3 “Locatie van het toestel”). • Boor de gaten voor de bevestigingsschroeven volgens optie 1 of optie 2. • Monteer de beugel volgens nevenstaande tekening. • Plaats de ketel boven de ophangbeugel. • Laat de ketel langzaam zakken. • Plaats de afdichtingen op de verschillende pijpfittingen.
5.6 Aansluiting aan de sifon 5.7 Aansluiting rookgasafvoer 5.6.1 Vullen van de sifon Opstellingsmogelijkheden Het toestel is gekeurd als toesteltype B23, C13, C33, C43, C53, C63, C83. Rookgasafvoer mag worden uitgevoerd in dikwandig aluminium, RVS of kunststof met een temperatuur klasse van minimaal T 120, mits deze voorzien zijn van Komokeur of Gastec QA. De opstellingsmogelijkheden voor gesloten toestellen zijn weergegeven in figuur 5.7.1 (uitvoering A, C, D en E).
5.7.2 Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6) Verticale dakdoorvoer (C/E). 80 80 1355 675 De luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer worden voor meerdere toestellen gecombineerd. Deze gecombineerde systemen worden aangeduid als CLV-systemen (combinatie van luchttoevoer en verbrandingsgasafvoersystemen). Figuur 5.7 Onder de nok blijven in zelfde drukvlak! Boven de nok NIET toegestaan! A C D Figuur 5.7.
5.7.3 Leidingberekening Bij een belastingdaling > 5 % voldoet het toestel niet meer aan de gaskeur CW-kwalificatie eisen. Het toestel zal nog starten bij een rookgasafvoerweerstand van ± 1000 Pa. In “Tabel weerstandswaarden” staan de weerstandswaarden welke gebruikt kunnen worden voor de leidingberekening. De totale druk die ter beschikking staat voor leidingwerk bedraagt voor de ThermoElegance 3 = 97 Pa en voor de ThermoElegance 4 = 120 Pa.
5.8 Toepassing Hoge druk In situaties waarbij de totale weerstand van rookgasafvoer en luchttoevoer te groot is, b.v. bij kleine diameters of grote afstanden in de renovatie, bestaat de mogelijkheid het toestel daarop aan te passen en de maximale drukopbrengst te verruimen van 97 tot maximaal 250 Pa. Deze aanpassing mag alleen uitgevoerd worden bij een verhoogde weerstand in luchttoevoer en rookgasafvoer, om zodoende aan de Gaskeur CW kwalificatie eisen te kunnen blijven voldoen.
5.11 Elektrische aansluiting sanitair water LET OP! Onjuiste installatie kan tot een elektrische schok of schade aan het toestel leiden. koud water warm water cv-ketel • Sluit de stroomkabel van de ketel op een geaard 230 V stopcontact aan. • Deze aansluiting dient vanaf het toestel goed toegankelijk te zijn, dicht in de buurt van het toestel. expansievat overstort aanvoer cv retour cv LET OP! De elektrische aansluiting dient te worden verricht door een gekwalificeerde vakman. 5.11.
5.11.2 Scheiding van kabels met hoge en lage spanning 5.11.4 Kamerthermostaten Aan/uit kamerthermostaat De aansluitingen voor de schakelende aan/uit kamerthermostaat dienen in het kroonsteentje, dat zich in de electronicabox bevindt (zie hoofdstuk 5.11.3), gestoken te worden. De anticipatiestroom dient bij een mechanische kamerthermostaat op een waarde van 0,11 mA ingesteld te worden. Bij aflevering wordt middels een doorverbinding continu warmtevraag gegenereerd.
De module dient u volgen nevenstaand schema aan te sluiten (zie ook hoofdstuk 5.11.3). Als deze kamerthermostaat een instelling heeft voor warmwater is het raadzaam deze op 63°C in te stellen (maximaal) om te blijven voldoen aan de CW-eisen. Voor het aansluiten van deze kamerthermostaat dient het toestel spanningloos gemaakt te worden. Bij deze kamerthermostaat vervallen de instelfuncties op de ketel. Deze zijn instelbaar op de kamerthermostaat (afhankelijk van het model kamerthermostaat).
5.11.5 Buitenvoeler Parameter 63: Standaard staat de nachtverlaging actief “1”. Om deze uit te schakelen dient deze op “0” te worden gezet. Voor het aansluiten van de buitenvoeler dient het toestel spanningsloos gemaakt te worden. De buitenvoeler dient op de koudste gevel van het huis (noordoost) geplaatst te worden. Parameter 64: Indien parameter 63 actief is kan hier de verlaging in aanvoertemperatuur voor de nacht worden ingesteld.
5.12 Bedradingschema 17 16 1 2 15 3 4 5 14 13 12 10 11 9 6 8 230V 7 1 Ontstekingsmodule 6 Gebruikersinterface 11 Pomp 16 Glasklep 2 Ontsteking en besturingselektrode 7 Reset 12 Waterstroomsensor 17 Thermische zekering 3 Retour NTC 8 Zekering 13 Waterdruksensor 4 Aanvoer NTC 9 Hoofdprint 14 Warmwater NTC 5 Maximaalthermostaat 10 3-wegklep 15 Ventilator Figuur 5.
6 VUL-/AFTAPINSTRUCTIE • • • • • • • • • • • • • Open de automatische ontluchter op de pomp. Steek de stekker in het stopcontact. Houd de -toets 10 seconden ingedrukt. Ga met de of -toets van naar code 96. Bevestig door op de -toets te drukken. Ga met de of -toets van naar parameter 20. Druk nu op de -toets. Ga met de -toets van naar 2. Druk 10 seconden op de -toets om de instelling te bevestigen. Vul het toestel tot 1,5 à 2,0 bar. Als het toestel op druk is, herhaal de procedure via code 96.
Beschikbare druk (kPa) tussen verwarmingsstroom en retourstroom 70 60 50 1 40 3 30 4 20 2 10 0 500 1000 1400 Volumestroom verwarmingscircuit (l/uur) Snelheid II Snelheid I 1 By-pass volledig gesloten 3 Bypass volledig gesloten 2 4 slagen opendraaien 4 4 slagen opendraaien Figuur 7.1.2. Volumestroom-/drukcurve 7.
Parameterlijst ThermoElegance 3+4 in te stellen of uit te lezen via code 96 N° menu Titel Actie COD. 1 Maximale cv-instelling (kW) COD. 2 LT/RGA-configuratie COD. 3 COD. 4 COD.
Parameterlijst ThermoElegance 3+4 in te stellen of uit te lezen via code 96 N° menu Titel Actie Menu COD. 21 dient slechts ter uitlezing COD. 21 COD. 22 Buitentemperatuur Configuratie zonne-energie (brandervertraging) Weergave van de buitentemperatuur gemeten door de buitensensor Selecteer een waarde tussen 0 en 20 seconden om de branden te vertragen, als de ketel aangesloten is op zonne-energie COD. 60 COD. 61 COD. 62 COD. 63 Nachtverlaging COD.
7.3 Controle en afstellen CO² 1 Het toestel is uitgerust met een gas/luchtregeling (verhouding 1:1). Het drukverschil tussen de onderdruk op de inspuiter en de onderdruk in de luchtkast bepalen de stand van de servo-regelaar en zodoende ook de gashoeveelheid.
8 GASCONVERSIE 8.2 Opnieuw inschakelen Bij gebruik van LPG moet de instelling van de gasklep aangepast worden. • Plaats de dop voor het rookgastestpunt in de RGA terug. • Plaats het frontpaneel terug. • Verwijder eerst het frontpaneel. 1 OPMERKING! Na terugplaatsing van het frontpaneel moeten de CO²-waarden corresponderen met de waarden in figuur 7.3. 2 3 1 Dop 2 Testpunt 3 Instelschroef maximaal vermogen • Plak de propaansticker op zijn plek (1) op de kap van de elektrische box.
9 STORINGSOPSPORING U vindt de lijst met storingscodes in de bedieningsinstructies. De storingen die in dit hoofdstuk beschreven staan, dienen te worden verricht door gekwalificeerde vakmensen en indien nodig door AWB’s After sales service. Door middel van code 35 (service code) is het mogelijk de codes 24 t/m 36 uit de parameterlijst op pagina 33 op te roepen. Om in de code 35 te komen dient u dezelfde handelingen uit te voeren zo als beschreven in hoofdstuk 7.2.
10 BEDIENING / INBEDRIJFSTELLING Zodra het toestel geïnstalleerd is, controleert u of het functioneert: • Start het toestel volgens de aanwijzingen van de bedieningsinstructies en controleer of het werkt. • Controleer het toestel op lekkages (gas en water) en verhelp eventuele lekkages. • Controleer of de ontsteking correct functioneert en of de vlammen van de brander uniform zijn. • Controleer of de LT/RGA kanaal goed werkt.
• Haal de stekker uit het gasblok. • Zie hoofdstuk 13.4.1 “Demontage van de brandeenheid” voor het verwijderen van de branderassemblage, ventilator en het gasblok. Let voordat u het gasblok verwijdert op de manier waarop hij op de ventilator is geplaatst • Verwijder de twee borgschroeven waarmee het gasblok met venturi op de ventilator is gemonteerd. • Verwijder het gasblok. • Let bij het monteren van het gasblok op dat u deze op de juiste manier monteert.
12.10 Automatische ontluchter Zie voor toegang tot het onderdeel hoofdstuk “Algemeen” op de pagina 37. • Laat het verwarmingscircuit van de ketel leeglopen. (zie opmerking “Vul-/aftapfunctie”, hoofdstuk 6). • Verwijder de clip. • Neem de automatische ontluchter uit de behuizing. • Breng de nieuwe automatische ontluchter met O-ring aan en zorg daarbij dat het ontluchtingsdopje niet wordt vastgedraaid. • Vul de ketel weer, ontlucht hem en breng hem weer op druk. • Controleer op lekkages. 12.
• Laat het verwarmingscircuit van de ketel leeglopen. (zie opmerking “Vul-/aftapfunctie”, hoofdstuk 6). • Verwijder de elektrische stekker aan de bovenzijde van de druksensor. • Verwijder de clip. • Breng een nieuwe O-ring aan. • Breng de nieuwe druksensor aan, vul de ketel weer, ontlucht hem en breng hem weer op druk. • Controleer op lekkages. • Haal de voorkant van het bedieningspaneel los door voorzichtig de twee opsluitgrendels omhoog te wrikken.
13 ONDERHOUD LET OP! Lees eerst het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies” voordat u aan de onderhoudswerkzaamheden begint. 13.1 Behuizing 4 schroeven verwijderen Isolatie bodemplaat Figuur 13.1.1 13.2 Verwijderbare plaat / demper 1 1 2 2 3 3 1 Isolatie 2 Voorpaneel 3 Bevestigingsschroeven voorpaneel 4 Figuur 13.1 • Verwijder de 2 bevestigingsschroeven (3) uit het voorpaneel. • Trek het voorpaneel (2) voorzichtig vanaf de bodem omhoog om het te verwijderen. 13.1.
13.3 Hydraulisch blok 16 12 1 2 14 3 15 4 13 5 12 6 17 7 8 9 10 11 1 Connector druksensor verwarming 7 Doorstroomsensor 13 Bevestigingsschroef platenwisselaar 2 Lage druksensor verwarming 8 Connector 3-wegklep 14 Platenwisselaar 3 CV-filter 9 3-wegklep 15 Tap NTC 4 Houderclip druksensor verwarming 10 Pomp 16 Isolatie deksel 5 Houderclip stromingssensor 11 Bevestigingsschroef pomp 17 Bypass-schroef 6 Bevestiging koudwaterleiding 12 Automatische ontluchting Figuur 13.3 13.3.
13.4 Verbrandingsblok 1 2 3 4 5 6 15 14 8 13 12 7 11 9 10 besturingselektrode 11 Connector ventilator Connector ontsteking en 12 Ventilator besturingselektrode 13 Warmtewisselaar 8 Ontsteking en besturingselektrode 14 Weerstand Bevestigingsmoeren brandereenheid 9 Connector gasblok 15 Connector thermische zekering Bevestigingsschroef ontsteking en 10 Gaspijp 1 Bevestigingsschroeven brandereenheid 2 Grafietpakking 3 Brander 4 Brandereenheid 5 6 7 Figuur 13.4 13.4.
De schroeven (1) die aan de warmtewisselaar gelast zijn, mogen niet beschadigd raken. Vervang anders de warmtewisselaar. 13.4.2 Reiniging van de warmtewisselaar • Reinig de weerstand (14) in de warmtewisselaar (13) met een zachte borstel. 13.4.3 Controle van de brander • De brander (3) vereist geen onderhoud of reiniging. • Controleer of het oppervlak onbeschadigd is. Vervang zo nodig de brander.
STAP 1 Figuur 13.7.1. Onderaanzicht STAP 2 Figuur 13.7.2. Bovenaanzicht STAP 3 Figuur 13.7.3. Bovenaanzicht STAP 4 Figuur 13.7.
14 TECHNISCHE GEGEVENS VAN KETELTYPE B23, C13, C33, C43, C53, C63, C83 Beschrijving Unit ThermoElegance 3 ThermoElegance 4 ll2L3P ll2L3P kW % kW % kW kW l/u °C °C bar 8,4 - 17,9 97,7 9,3 - 19,6 107 8,7 18,3 (20,3) 300 28 80 2,5 8,4 - 23,6 97,9 9,3 - 25,8 107 8,7 24,1 (26,7) 300 28 80 2,5 Huishoudelijke heet water Minimaal vermogen (P min) Nominaal vermogen (P max) Minimale belasting ow (Q min) Nominale belasting ow (bw) (Q min) Minimale temperatuur heet water Maximale temperatuur heet water Specif
EG-VERKLARING THERMOELEGANCE 3 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES Fabrikant: Adres: Apparatenfabriek Warmtebouw BV Ringovenweg 4 - 5708 JX HELMOND Verklaart hiermede dat het toestel met de typeaanduiding: ThermoElegance 3 voldoet aan de volgende EEG richtlijnen: 73/23/EEG 89/336/EEG 89/932/EEG Laagspanningsrichtlijn zoals gewijzigd in richtlijn (93/68/EEG). Richtlijn Elektro Magnetische Compatibiliteit zoals gewijzigd in richtlijn (93/68/EEG).
EG-VERKLARING THERMOELEGANCE 4 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES Fabrikant: Adres: Apparatenfabriek Warmtebouw BV Ringovenweg 4 - 5708 JX HELMOND Verklaart hiermede dat het toestel met de typeaanduiding: ThermoElegance 4 voldoet aan de volgende EEG richtlijnen: 73/23/EEG 89/336/EEG 89/932/EEG Laagspanningsrichtlijn zoals gewijzigd in richtlijn (93/68/EEG). Richtlijn Elektro Magnetische Compatibiliteit zoals gewijzigd in richtlijn (93/68/EEG).
CONTACT OPNEMEN MET UW INSTALLATEUR DE GEGEVENS VAN U INSTALLATEUR Sticker of stempel installateur INDIEN ER GEEN STICKER OF STEMPEL VOORHANDEN IS STAAN HIERONDER DE GEGEVENS VAN UW INSTALLATEUR: Adres Plaats Postcode Telefoonnummer Faxnummer E-mail adres Internetpagina : : : : : : : Mocht u geen contact krijgen met uw installateur, neem alleen dan contact op met AWB cv-ketels. Belt u 0492 - 469 500 dan wordt er voor u gezocht naar de dichtbijzijnde erkende installateur of kijk op www.awb.
Postbus 2138, 5700 DA Helmond 0020037144_04 G 09/2007 T F E I (0492) 46 95 00 (0492) 46 95 09 info@awb.nl www.awb.