nnn AI'T' ASEA BROWN BOVERI U M 5010 Meet- en testinstrument ABB METRAWATT NL-VA 522 Gebruiksaanwijzing
L
lnhoudsopgave blz. 1. Toepassing 4 2. lngebruikname 4 3. De bedieningen en aanduidingen en hun Íunctie Meten en testen met de M 5010 Algemene meetrichtlijnen 4 4. 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4 4.5 4.6 4.6.
1. Toepassing la5 lp:uij 50V 25V UE tr Het elektronische meet- en testinstrument met microprocessor M 5010 dient voor het rationeel testen van de veiligheids-maatregelen volgens VDE0100/DlN 57100 en OVE-EN 1. (Oostennjk), trt ft !-! trt T,',-": !-t f* V kO El.El.n MAKA SEV 3569 (Zwitserland) en de geldende KEMA/REI voorschriften in Nederland.
en ft (3) Draagriem werking in Bevestig de draagriem, die meegeleverd wordt, aan de bevestigingsogen aan de linker en rechter zijde van het instrument. Zo kan het instrument omgehangen worden en ziln beide handen vrij voor de meting. Bí een uitgeschakeld apparaat brandt (4) Houder voor teststekker voor wandcontactdozen ln deze houder kan de teststekker voor wand- contactdozen (6) met oÍ zonder meetadapter (5) vastgeklikt worden.
(13) Lampje "Netz,, Flet lampje "Netz" werkt alleen wanneer het instrument ingeschakeld is. Het heeft geen functie in de spanningsbereiken U1_p en Ul_pr. Het brandt groen als de teststekker (6) gebruikt wordt gn qe nelspanning bij de MSO1O-02/04 (Ur,r=230V) in het bereik 198...253V respectievelijk bij de MS010-03 (Uru= 127V) in het bereik 107...147V ligt. Het _knippert groen als de meetadapter (5) op de is aangebracht en de Àetspanning bij de M5010-02/04 (UN=230V) in het bereik 198...
4. Meten en testen met de M 5010 4.1 Algemene meetrichtlijnen Het meten met de M 5010 gebeurt snel, eenvoudig en zonder aÍleesfouten: de Íunctie kiezen, het instrument aansluiten, de schuifschakelaar bedienen en de meetwaarde aÍlezen. Dat is alles. Toch moet u het volgende weten: meetcyclus wordt automatisch geblokkeerd (behalve in de spanningsmeetbereiken): .
Bij het aanraken van het contactvtak (B) ticht het lampje "PE" (12) rood op, wanneer de aardleider niet aangesloten is of wanneer het potentiaal tegen aarde U1ai1 100 V is (niet in werking mst de functieschakelaar (2) in de stand Ul-pet (Zie ook de tabel "Lampfuncties" van het hoofdstuk "Technische kenmerken".) De meting wordt door d€ rood oplichtende lamp "PE" (12) niet geblokkeerd.
4.3 Het testen van verliesstroom- (aardlek-) schakelaars Het testen van verliesstroomschakelaars (aardlekschakelaars) omvat het inspecteren, het testen en het meten. Voor het meten kunt u de M 5010 gebruiken. Aansluiting L1 L2 L3 N PE Sluit de M 5010 aan overeenkomstig het schema, met ofwel de teststekker (6) ofwel de meetadapter (5). Meestal wordt een meting zonder sonde uitgevoerd. Bij een meting met sonde wordt verondeísteld, dat de sonde het potentiaal van de referentie-aarde aangeeft.
MeUng Funstie inschakelen ls de netspanning binnen de toleranties, dan licht de lamp "Netz" (13) groen op als de proefsteker (6) met het net wordt verbonden. Bij gebruikmaking van de meetadapter (5) knippert deze groen.
De functie "Testen met stijgende Íoutstroom" met een aanraakspanning van UB ma* = 50 V is n-u in-geschakeld. Doór herhàaHelijk op de schakelaan "172" (10) te drukken (circa achtereenvolgens 'l seconde vasthouden) kunnel de volgende Íuncties ingeschakeld worden: + + + 4.3.
Alle daarin genoemde punten gelden ook installaties met selectieve voor aàrdlekschakelaars. Bovendien dient men op het volgende te letten: Selectieve aardlekschakelaars hebben een vertraagde uitschakelkarakteristiek. Door de aanvangsbelasting"bij de. meting van de aanraakspanning íordt de uitschakelkarakteristiek korrtstondig lcirca SO seconden) beinvloed. 4.4 Om deze aanvangsbelasting te neutraliseren dient men voor de uitschakeltijd een wachttijd in acht te nemen. fa h.
Us tijdens de meting grenswaarde van 50 V, dan schakelt het instrument veiligheidshalve uit [Lamp "Us" (14) licht rood op, aanduiding "OL V"l. Bereikt de aanraakspanning de \- Was de netspanning binnen de toegestane toleranties, dan licht het lampje "Netz" (11) groen op bij aansluiting met de teststekker (6). BU gebruik van de meetadapter (5) knippert dit lampje.
4.5 Meten van de inwendige weerstand van het net R; Aanslultlng L1 L2 L3 N PE Sluit de M 5010 aan overeenkomstig het schema, met de teststekker (6) of met de meetadapter (5). Meetmethode De meting van de inwendige weerstand van het net Rs. gebeurt op dezelfde manier als bij de meting van de fusweerstand RS.nr. (zie paragraaÍ 4.41. De stroomlus wordt hier echter met de nulleider N gevormd, in plaats van met de aardleider PE bij de meting van de lusweerstand.
4.6 Meten van de aardingsweerstand Re De aardingsweerstand is de som van verspreidingsweerstand van de aarde en de weerstand van de aardleiding. Aansluiting L1 L2 L3 N PE i i I Rg [*. S I I >20m Sluit de M 5010 aan overeenkomstig het schema met de teststekker (6), of met de meetadapter (5). Aanwijzing: Stoorspanningen op de aardleiding meetresultaat niet. Ze kunnen bepaald worden door een spanningsmeting met de meetadapter (5).
Bleef d€ netspanning binnen toegestane toleranties, dan licht het lampje "Netz" (13) groen op bij aansluiting met de teststekker (6). Brj gebruik van de meetadapter (5) knipp€rt het lampje. Beoordeling van de meetwaarden Uit de volgende tabellen kan men de weerstandswaarden afleiden die, rekening houdend met de maximale gebruiksfouten van de M 5010, als hoogste waarde mogen worden aangeduid om de maximaal toelaatbare aardingsweerstand niet te overschrijden.
Bij de berekening van de aardingsweerstand is het aan Meetmethode exploitatieaarde niet mee te rekenen, daar deze in principe onbekend is. De berekende waarde bevat dan deze waarde als een veiligheidsmarge. Om de aardelektrodespanning vast te kunnen stellen met de M 5010, meet men eerst de aardlusweerstand Res"nr. en direct daarna de aarverspreidiógsweerstand RE.
5.
lereik van de aanduiding 5) 0...230v Resolutie Duur meetstroom zonder sonde lngangsimpedantie Zg meet-/teststroom - Ze 1V met I sonde I lp Basisfout Gebruikslout 30ko van 0...190V: 5) 0...230v Ze 1V * t (1olov.M. 500kn + 2D) > 190V: t I 0...400v t 5) l:____ 0...70v 1300 r---- 0...200ms 0...500ms ___:_ 0...70v I I t---t_____ l- Ze 1V IV lp = 1Oms lp = 1Oms 1V ...2160 0...200ms 0...500ms 1Oms 0...70v 1V 1Oms 0...70v 1V 0...70v íV ...6,5ko 0...200ms 0...
LampÍuncties Lamp Kenmerk Aansluiting met I Stand van de licht rood op o ul-ru a Ul-pe uit I lnstrument aan Functie wanneer potentiaalverschil l00V -) is tussen vingercontact en: = schakelaar teístekkeÍ lmeetadapter PE lnstrument functie- met de mel N aangeduide aansluiting van de proeÍstekkeÍ Rl het veiligheidscontact van de proeÍstekker a de opgestoken testpunt van de meetadapter o het veiligheidscontact van de proeÍstekker laru Rs"t o t RE de opgestoken testpunt van de meet
' 6. Onderhoud 7. Reparatie- en onderdelenservice Batterijen Voor aanspraak op garantie en voor r.eparaties en onderdelen, raden wij u aan zich te wenden tot Asea Wanneer u br1 de batterijtest volgens paragraaÍ 2 vaststelt, dat de batterijspanning de onderste grenswaarde van circa 5,5 V benadert oÍ wanneer het meetverloop geblokkeerd wordt wegens een te lage batterijspanning, moet het stel batterijen vervangen worden door een nieuw, zoals beschreven onder paragraaf 2.
rrr Àrt .È 'I ,r7 ASEABROIIIÍN BOVERI ABB CompoÍlenten BV Marten lleery 5 - «)68 AV RotteÍdam AÍd. : Instrumentatie Posth§ 7O7 - 3fi)O AS Rotterdam Teblar( Oro - 455 55 31 {cat. 3} Tel. OIO - 4O7 89 ll - Telex 21539 abb nl 010 - 407 88 82 @ ( doorkiesnummer ) AÍd. Fax 010 - 455 55 31 a, .: ! I Ge&dd in Weet-Duitsland (9@7-100G01) ,; i t I \-/lLI i ,i l;à ',} 's ,,' ]: ,.