Operation Manual

VOORBEREIDINGEN f Begininstellingen Nl 36
1
Zet het toestel, de tv en de weergave-apparatuur
aan.
2
Schakel de functie voor HDMI instelling (HDMI
Control) in op dit toestel, de tv en de
weergave-apparatuur, zoals BD/DVD-spelers die
deze functie ondersteunen.
Stel voor dit toestel “HDMI instelling” in op “Aan”. De
standaardinstelling is “Uit” (p. 77).
Zie voor de weergave-apparatuur de bij elk apparaat
geleverde documentatie voor details.
3
Zet de tv uit met de hoofdschakelaar en zet
vervolgens dit toestel en de weergave-apparatuur
uit.
4
Zet dit toestel en de weergave-apparatuur aan en zet
vervolgens de tv aan.
5
Wijzig de signaalbron op de tv om de video van dit
toestel weer te geven.
6
Selecteer HDMI 1-4 al signaalbron en controleer of
de video van het gewenste weergave-apparaat
wordt weergegeven op de tv.
Wanneer het weergave-apparaat is verbonden met de
HDMI IN 1-aansluiting, moet u op HDMI1 drukken.
7
Controleer of het toestel correct gelijkgeschakeld is
met de tv door de tv uit te zetten of door het volume
van de tv aan te passen met de afstandsbediening
van de tv.
Wanneer u iets verandert aan de aangesloten apparatuur, of aan
de aansluitingen waarmee de apparatuur verbonden is, dan moet u
de instellingen als volgt opnieuw configureren.
1
Schakel de functie voor HDMI instelling (HDMI
Control) van de tv en de BD/DVD-speler uit, schakel
alle aangesloten apparatuur uit en wijzig de
aansluitingen.
2
Voer stap 1 t/m 7 uit van “De functie voor HDMI
instelling (HDMI Control) instellen”.
De functie voor HDMI instelling (HDMI
Control) instellen
HDMI1
Signaalbronnaam
Als de apparaten niet gelijkgeschakeld zijn
Controleer of de instellingen correct zijn geconfigureerd zoals
hieronder wordt beschreven.
“HDMI instelling” (p. 77) is ingesteld op “Aan” in het instelmenu.
De functie voor HDMI instelling (HDMI Control) is ingeschakeld
op de tv.
Voorbeeld van tv-instellingen
Selecteer in het instelmenu van uw tv “Koppelingsinstelling”
“HDMI instelling (HDMI Control)” en stel vervolgens een
instelling zoals “HDMI instelling (HDMI Control)” in op “AAN”.
Stel de audio-uitgang in op een andere mogelijkheid dan tv.
Als de apparatuur niet gelijkgeschakeld is nadat de
bovenstaande instellingen correct zijn uitgevoerd:
Schakel dit toestel en de tv uit en vervolgens weer in.
Haal de stekkers van het toestel en van de externe apparatuur
die via HDMI-kabels op het toestel is aangesloten uit het
stopcontact. Doe de stekkers na ongeveer 30 seconden
opnieuw in het stopcontact.
Als de apparatuur niet gelijkgeschakeld is nadat u heeft
overgeschakeld naar OPTICAL, AUX1, of AUX2, moet u de
stappen 5 en 6 onder “De functie voor HDMI instelling (HDMI
Control) instellen” herhalen.
De aansluitingsmethode en de
aangesloten apparatuur wijzigen
z
HDMI 1