Operation Manual
MANUAL SETUP
53 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Om de beste kwaliteit surroundweergave te bereiken kunt u met de MANUAL SETUP de parameters voor de
luisteromgeving in detail instellen en nadere instellingen verrichten voor de geluidssignalen, geluidsbundels, digitale
ingangssignalen en het in-beeld display. Verander de begininstellingen (onder elke parameter vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke luisteromgeving.
y
• U kunt de via de AUTO SETUP procedure geoptimaliseerde instellingen opslaan (zie bladzijde 36). Later kunt u dan een bepaalde set
instellingen die zijn geoptimaliseerd voor bepaalde omstandigheden in uw kamer weer oproepen als dat nodig is (zie bladzijde 37).
• De meeste instellingen in het SOUND MENU en het BEAM MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de AUTO SETUP
doet (zie bladzijde 29). Gebruik het SOUND MENU en het BEAM MENU om aanvullende instellingen te makents.
• Het BEAM MENU stelt u in staat instellingen voor de surroundweergave te veranderen die normaliter via een instelmenu voor de
luidsprekers gewijzigd moeten worden.
• Stel eerst de parameters in het BEAM MENU in voor u de instellingen voor de parameters in het SOUND MENU, het INPUT MENU
en het DISPLAY MENU gaat wijzigen.
SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsweergave instellen.
BEAM MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsweergave via de geluidsbundels
instellen.
INPUT MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de audio en video ingangssignalen instellen.
DISPLAY MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met het display instellen.
MANUAL SETUP
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
TONE CONTROL Instellen van het uitgangsniveau voor hoge of lage tonen.
59
SUBWOOFER SET Instellen van de diverse instellingen voor de subwoofer.
59
MUTE LEVEL Instellen van het dempingsniveau.
59
AUDIO DELAY Instellen van de audiovertraging.
60
DD/DTS Dynamic Range Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
SETTING PARAMETERS Aanpassen van de instellingen voor de luisterruimte en de luisterplek.
55
BEAM ADJUSTMENT Regelen van de diverse instellingen voor de geluidsbundels.
56
IMAGE LOCATION Instellen van de positionering van de linker en de rechter voorkanalen.
58
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
INPUT MODE Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
60
INPUT TRIM Regelt het ingangsniveau van de signaalbron.
61
INPUT RENAME Veranderen van de getoonde naam voor een bepaalde signaalbron.
61
HDMI SET Wijzigt de diverse HDMI instellingen.
62
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
F.DISPLAY SET Wijzigt de instellingen voor het display op het voorpaneel.
64
OSD SET Wijzigt de instellingen voor het in-beeld display (OSD).
64
UNIT SET Veranderen van de gebruikte eenheden.
64