Operation Manual

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGENPERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-
6
KILOMETERSTAND
NR. ITEM
CONTROLE OF JAARLIJKSE
ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km
CONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
• Controleer op een correcte
9*Achterbrug werking en overmatige speling.
√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
• Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Elke 500 km (300 mi) en nadat de motorfiets is gewassen
10 Aandrijfketting Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
of ermee in de regen of vochtige gebieden is gereden
voor o-ringkettingen.
• Controleer de lagers op speling
11 * Balhoofdlagers en oppervlakteruwheid.
√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12 * Framebevestigingen
• Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet.
√√
13
Scharnieras van
remhendel
• Smeren met siliconenvet. √√
14
Scharnieras van
rempedaal
• Smeren met siliconenvet. √√
15
Scharnieras van
koppelingshendel
• Smeren met lithiumvet. √√
16 Zijstandaard
• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√
17 *
Zijstandaardscha-
kelaar
• Controleer de werking. √√
18 * Voorvork
• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√√
19 * Schokdemperunit
• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√√
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 51
2BD-F819D-D0.indd 51 31/07/12 10:20