User Manual

Een performance bewerken
56
Gebruikershandleiding
Beknopte
handleiding
Een programma bewerken
De gecreëerde performance opslaan
U moet twee stappen uitvoeren om uw performance op te slaan: de bewerkte performance opslaan in het interne geheugen
en de opgeslagen performances wegschrijven naar een USB-opslagapparaat.
Als u het instrument uitzet, worden de gebruikersperformances die zijn opgeslagen in de modus Performance Store, niet
gewist. Dit betekent dat u de data niet hoeft op te slaan op een USB-opslagapparaat. U wordt echter aangeraden dit toch
te doen om organisatorische doeleinden of om te zorgen dat u over een reservekopie beschikt. Volg hiervoor de procedure
Save.
Bewerkte performance als een gebruikersperformance opslaan in het interne
geheugen
Selecteer een performancenummer met de datadraaiknop,
de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO].
Wanneer u de procedure Store uitvoert, worden de instellingen voor het
bestemmingsgeheugen overschreven. Belangrijke data moeten altijd
worden opgeslagen op een apart USB-opslagapparaat.
Op het display wordt u gevraagd om dit te bevestigen.
Druk op de knop [DEC/NO] als u de procedure Store wilt
annuleren.
Nadat de performance is opgeslagen, verschijnt het
bericht 'Completed' en keert u terug naar de display
Performance Play.
Zet nooit het instrument uit terwijl het bericht 'Executing...' of 'Please
keep power on' wordt weergegeven. Het instrument uitzetten in deze
situatie kan het vastlopen van het systeem, het niet-opstarten wanneer
de voeding weer wordt ingeschakeld, of het verlies van alle
gebruikersdata tot gevolg hebben.
Als u een andere performance selecteert zonder de performance op te
slaan, gaat de performance die u hebt bewerkt, verloren. Sla de
bewerkte performance op voordat u een andere performance selecteert.
Performance Edit
OPSLAAN OPSLAAN
USB-opslagapparaat
Performance 001
Performance 002
Performance 003
Performance 128
Intern geheugen
Performance Edit
OPSLAAN OPSLAAN
USB-opslagapparaat
Performance 001
Performance 002
Performance 003
Performance 128
Intern geheugen
Bewerkte performances
individueel opslaan
Alle gebruikers-
performancedata in
het interne geheugen
kunnen in één
bestand worden
opgeslagen.
[PERFORM] [STORE]
1
Nadat u de performance hebt bewerkt, drukt u
op de knop [STORE] om de modus
Performance Store te activeren.
2
Selecteer het bestemmingsgeheugen voor de
performance.
3
Druk op de knop [ENTER].
LET OP
DEC/NO
INC/ YES
EXIT ENTER
EXECUTE
4
Druk op de knop [INC/YES] als u de procedure
Store wilt uitvoeren.
DEC/NO
INC/ YES
EXIT ENTER
EXECUTE
LET OP
LET OP