User Manual

Modus Voice
Modus
Performance
Modus MultiModus UtilityModus FileModus Master
Modus
Multi Voice
Modus
Sequence Play
Naslagwerk
Modus Master Edit Common Edit
173
Gebruikershandleiding
Master Edit is onderverdeeld in Common Edit, voor het instellen van gemeenschappelijke parameters voor alle vier de zones, en Zone Edit,
voor het instellen van parameters voor afzonderlijke zones.
Als de zoneschakelaar is ingeschakeld in de display [F2] Memory in de modus Master Play, is alleen Common Edit beschikbaar.
Deze parameters zijn bedoeld voor algemene (of gemeenschappelijke) bewerkingen voor alle vier zones van de geselecteerde master.
Deze parameters zijn bedoeld voor het bewerken van de afzonderlijke zones die tezamen een master vormen. Zone Edit is alleen
beschikbaar als de zoneschakelaar is ingeschakeld in de display [F2] MEMORY in de modus Master Play.
Modus Master Edit
[MASTER] → master selecteren → [EDIT]
Common Edit
[MASTER] → master selecteren → [EDIT] → [COMMON]
[F1] NAME
Vanuit deze display kunt u een naam instellen voor de master. Raadpleeg pagina 27 in het gedeelte Basisbediening voor instructies over het toekennen van
namen.
[F2] OTHER
Slider
Vanuit deze display kunt u instellen welke rij schuifregelaarfuncties wordt verlicht en
geselecteerd.
Instellingen:
pan........................... Als u de master selecteert, wordt het lampje [PAN/SEND] verlicht voor het besturen van de rij Pan/Send.
tone.......................... Als u de master selecteert, wordt het lampje [TONE] verlicht voor het besturen van de rij Tone.
assign ...................... Als u de master selecteert, worden de lampjes [PAN/SEND] en [TONE] verlicht voor het besturen van de rij
Assign.
MEQofs of partEQ.... Als u de master selecteert, wordt het lampje [EQ] verlicht voor het besturen van de rij EQ. Als de modus
wordt ingesteld op Voice is MEQofs beschikbaar. Als de modus wordt ingesteld op Performance of Multi is
partEQ beschikbaar.
MEF.......................... Als u de master selecteert, worden de lampjes [ARP FX] en [EQ] verlicht voor het besturen van de rij Master
Effects.
arpFx........................ Als u de master selecteert, wordt het lampje [ARP FX] geselecteerd voor het besturen van de rij Arpeggio
FX.
vol ............................ Als u de master selecteert, wordt het lampje [VOLUME] geselecteerd voor het besturen van de rij Volume.
zone ......................... Als u de master selecteert, worden geen lampjes verlicht en worden automatisch de schuifregelaarfuncties
opgeroepen die specifiek voor de respectievelijke zones zijn ingesteld (pagina 91). Dit is alleen beschikbaar
als de zoneschakelaar is ingeschakeld in de display [F2] MEMORY in de modus Master Play.
Zone Edit
[MASTER] → master selecteren → [EDIT] → zone selecteren
[F1] TRANS (Transmit)
Vanuit deze display kunt u instellen hoe de zones MIDI-berichten verzenden als u het toetsenbord bespeelt.
TransCh (Transmit Channel) Hiermee wordt het MIDI-zendkanaal voor elke zone bepaald.
Instellingen: 1 ~ 16
TGSwitch
(Tone Generator Switch)
Hiermee wordt bepaald of MIDI-gegevens voor de zones worden verzonden naar de interne toongenerator.
Instellingen:
MIDISwitch Hiermee wordt bepaald of MIDI-data voor de zones worden verzonden naar een extern MIDI-apparaat.
Instellingen:
[F2] NOTE
Vanuit deze display kunt u de toonhoogte en toetsenbordgerelateerde parameters voor elke zone instellen, waardoor u zones kunt splitsen en het
toonhoogtebereik voor elke zone kunt bepalen.
Octave Hiermee wordt de hoeveelheid in octaven bepaald waarmee het bereik van de zone wordt verhoogd of
verlaagd.
Instellingen: -3 ~ 0 (standaardinstelling) ~ +3
Transpose Hiermee wordt de hoeveelheid in halve noten bepaald waarmee het bereik van de zone wordt verhoogd of
verlaagd.
Instellingen: -11 ~ 0 (standaardinstelling) ~ +11
NoteLimitH, L (High, Low) Hiermee worden de laagste en hoogste noot van het bereik voor elke zone bepaald. De geselecteerde zone
klinkt alleen als u noten binnen dit bereik speelt.
Instellingen: C -2 ~ G8
U kunt het bereik ook rechtstreeks instellen vanaf het toetsenbord door de knop [INFORMATION] ingedrukt te
houden en de gewenste lage en hoge noot in te drukken.
OPMERKING