User Manual

Modus Multi Play
157
Gebruikershandleiding
Modus Voice
Modus
Performance
Modus MultiModus UtilityModus FileModus Master
Modus
Multi Voice
Modus
Sequence Play
Naslagwerk
Modus Multi
Modus Multi Play
[MULTI/SEQ PLAY] (selecteer modus Multi) multi
selecteren
[F1] PLAY
Track Geeft het geselecteerde partnummer weer.
De noten die u in de modus Multi speelt, worden verzonden via hetzelfde MIDI-kanaal als het overeenkomende
tracknummer.
U kunt het tracknummer wijzigen door op de knop [TRACK SELECT] te drukken (de indicator licht op) en
vervolgens op een van de nummerknoppen [1] - [16] te drukken.
Door een van de PLG-parts 1-3 te selecteren wordt track 1-3 weergegeven en door een van de Multi-Part-plug-in-
parts 17-32 te selecteren wordt track 1-16 weergegeven.
OCT (Octave) Gelijk aan de modus Performance Play (pagina 149).
ASA (Assign A), ASB (Assign B)
AS1 (Assign 1), AS2 (Assign 2)
[SF1] ARP1 (Arpeggio 1) - [SF5]
ARP5 (Arpeggio 5)
[F2] VOL/PAN
PAN Bepaalt de stereopanpositie voor de afzonderlijke parts.
Instellingen: Instellingen: L63 - L01, C, R01 - R63
VOLUME Bepaalt het volume voor de afzonderlijke parts, waardoor u de niveaubalans tussen de parts tot in detail kunt
regelen.
Instellingen: 0 - 127
[F3] VOICE
Bepaalt de voices die aan de afzonderlijke parts kunnen worden toegewezen. Selecteer de part en bepaal vervolgens de voicebank en het voicenummer op
dezelfde manier als in de modus Voice (pagina 24).
De functie Category Search kan niet worden gebruikt om de voices van de Multi-Part-plug-in-parts 17-32 te selecteren (als de PLG 100-XG is geïnstalleerd).
U kunt VOICE NUM (voicenummer) of BANK MSB/LSB (bankselectie MSB/LSB) ook direct wijzigen met behulp van de datadraaiknop.
[F4] EF SEND (Effect Send)
Bepaalt het zendniveau/droge niveau naar de systeemeffecten voor de afzonderlijke parts.
REV SEND (Reverb Send)
Bepaalt het zendniveau voor het reverb-/choruseffect van de geselecteerde part, waardoor u de reverb-/
chorusbalans tussen de parts tot in detail kunt regelen.
Instellingen: 0 - 127
CHO SEND (Chorus Send)
DRY LVL (Dry Level)
Bepaalt het droge niveau (onbewerkte niveau) van de geselecteerde part, waardoor u de balans tussen het
oorspronkelijke, onbewerkte geluid van de afzonderlijke parts en het reverb-/chorusgeluid tot in detail kunt
regelen.
Instellingen: 0 - 127
[F5] ARP (Arpeggio)
De Arpeggio-display kunt u alleen vanuit de display [F1] Play selecteren. De parameters zijn hetzelfde als in de modus Performance Play.
Alleen normale voices kunnen worden bewerkt.
[F5] VCE ED (Multi Voice Edit) (wanneer een andere display dan [F1] PLAY wordt weergegeven)
De display VCE ED kunt u vanuit alle displays behalve [F1] PLAY selecteren. Druk op de knop [F5] VCE ED in de modus Multi om de modus Multi Voice Edit
te activeren (zie pagina 161). Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de oorspronkelijke display.
Alleen normale voices kunnen worden bewerkt.
[F6] F/ J(wanneer de display [F1] PLAY wordt weergegeven)
Als u op de knop [F1] drukt, wordt de MIDI-song afgespeeld die in de modus Sequence Play aan het laatst geselecteerde ketenstapnummer is toegewezen.
[F6] 17-32/PLG1-3/1-16 (wanneer er een andere display dan [F1] PLAY wordt weergegeven)
Door op deze knop te drukken kunt u overschakelen tussen de displays voor drie soorten parts. De nummers 1-16 zijn parts van de interne toongenerator,
17-32 zijn Multi-Part-plug-in-parts van de optioneel geïnstalleerde PLG100-XG, en PLG 1-3 zijn Plug-in-parts van het optioneel geïnstalleerde Single-Part-
plug-in-board.
Merk op dat de instellingen voor de Multi-Part-plug-in-part (17 - 32) van toepassing zijn op alle multi's en niet op één afzonderlijke multi.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING