User Manual
Naslaggids
Basisstructuur
5
Basisstructuur
Functionele blokken
Toongenerator
A/D-ingang
Arpeggio
Sequencer
Audio Record/Play
Regelaar
Effect
Intern geheugen
Referentie
Voice
Performance
Multi
SEQ Play
Master
Remote
File
Audio Rec/Play
Utility
Appendix
Over MIDI
Displayberichten
Problemen
oplossen
Elementen en drumtoetsen zijn de kleinste 'bouwstenen' op deze synthesizer waaruit een voice bestaat.
Sterker nog: er kan slechts een element of drumtoets worden gebruikt om een voice te maken. Deze kleine
geluidseenheden kunnen worden opgebouwd, versterkt en verwerkt met een groot aantal traditionele
synthesizerparameters zoals Oscillator, Pitch Filter, Amplitude en LFO (hieronder toegelicht).
BELANGRIJK
Voor Element Edit en Key Edit kunt u de parameters alleen in de S90 XS/S70 XS Editor bewerken, die moet
worden geïnstalleerd op de computer die is aangesloten op de S90 XS/S70 XS.
Oscillator
Deze eenheid verzendt golven die de basistoonhoogte bepalen. Vanuit het instelvenster voor Oscillator
in de S90 XS/S70 XS Editor kunt u een golfvorm toewijzen (de elementaire 'bouwsteen' van geluid) aan
elk element van een normale voice of aan elke toets van een drumvoice. Bij een normale voice kunt u
het nootbereik instellen voor het element (het bereik van noten op het keyboard waarop het element
klinkt), evenals de aanslagsnelheid (het bereik van nootaanslagsnelheden waarin het element klinkt).
Daarnaast kunt u de met XA verwante parameters in deze eenheid instellen.
Elke golfvorm bestaat uit de sample(s) die zijn gemaakt via het opnemen van het daadwerkelijke geluid
van het instrument en worden toegewezen aan de set(s) op het keyboard en voor de
aanslaggevoeligheid.
Zie pagina 46 en 60 voor informatie over de parameters voor de oscillator.
Pitch
Deze eenheid regelt de toonhoogte (golf) van de geluidsuitgang vanaf de oscillator. In het geval van
een normale voice kunt u aparte elementen ontstemmen, toonhoogteschaalverdeling toepassen enz.
U kunt ook het variëren van de toonhoogte in een bepaald tijdsbestek regelen door de PEG (Pitch
Envelope Generator) in te stellen. Parameters in verband met de toonhoogte kunnen worden ingesteld
in de S90 XS/S70 XS Editor.
Zie pagina 47, 48 en 61 voor gedetailleerde informatie.
Filter
Deze eenheid wijzigt de toon van de geluidsuitgang vanaf Pitch door de uitvoer van een specifiek
frequentiegedeelte van het geluid af te snijden. U kunt ook het variëren van de afsnijfrequentie van het
filter in een bepaald tijdsbestek regelen door de FEG (Filter Envelope Generator) in te stellen.
Parameters in verband met filters kunnen worden ingesteld in de S90 XS/S70 XS Editor.
Zie pagina 50, 51, 53 en 61 voor gedetailleerde informatie.
Amplitude
Deze eenheid regelt het uitgangsniveau (amplitude) van de geluidsuitgang vanaf het filterblok.
Vervolgens worden de signalen volgens dit niveau verzonden naar het effectblok. U kunt ook het
variëren van het volume in een bepaald tijdsbestek regelen door de AEG (Amplitude Envelope
Generator) in te stellen. Parameters in verband met Amplitude kunnen worden ingesteld in de S90 XS/
S70 XS Editor.
Zie pagina 53, 55, 62 en 62 voor gedetailleerde informatie.
Elementen en drumtoetsen
OSC
(Oscillator)
LFO
Lagefrequentie-
oscillator
PITCH
Regelt de
toonhoogte (pitch)
van het geluid.
FILTER
Verandert de
toonkwaliteit van de
geluidsuitgang van de
PITCH-eenheid.
Golfvorm
(AWM2)
AMP
Regelt het uitgangsniveau
(amplitude) van de
geluidsuitgang vanaf de
FILTER-eenheid. Vervolgens
worden de signalen volgens
dit niveau verzonden naar het
effectblok.
Pitch EG
(Pitch-envelope-
generator)
Filter EG
(Filterenvelop-
generator)
Amplitude EG
(Amplitude-
envelopegenerator)