User Manual

Naslaggids
Referentie
136
Voice
Performance
Multi
SEQ Play
Master
Remote
File
Audio Rec/Play
Utility
Utility
Utility Select
General
Layer/Split/
Drum Assign
MIDI
Controller
Micro Tune
Voice Select
Arpeggio
A/D Out
A/D FX
Master FX
Master EQ
Remote
Quick Set
Panel Lock
Fctry Set
Basisstructuur
Appendix
Click Tempo
Bepaalt het tempo van het klikgeluid (metronoom). Het tempo dat u hier instelt wordt toegepast op het afspelen van
arpeggio. Als MIDI Sync is ingesteld op 'external' of 'auto' als de MIDI-clock (F8) wordt ontvangen, wordt hier 'external'
weergegeven en kunt u het tempo niet instellen.
Instellingen: 5 – 300, external
OPMERKING: U kunt deze parameter ook instellen door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en een paar keer op de knop [ENTER]
te drukken. Deze functie wordt ook wel 'Tap Tempo' genoemd.
Click Volume
Bepaalt het volumeniveau van het klikgeluid (metronoom).
Instellingen: 0 – 127
Click Type
Bepaalt het type tooneigenschappen (voice) van het klikgeluid (metronoom). U kunt kiezen uit tien typen.
Instellingen: 1 – 10
Click Output Sel (Click Output Select)
Hiermee wordt de uitgangsbestemming bepaald van het klikgeluid (metronoom).
Instellingen: L&R, asL&R, asL, asR
Hiermee worden de parameters bepaald voor de knoppen van de Performance Creator ([LAYER]/[SPLIT]/[DRUM ASSIGN]).
Type
Hiermee wordt bepaald welke voice eerst wordt toegewezen bij het gebruik van de Performance Creator. Als 'manual' is
geselecteerd, wordt de voice opgegeven bij het toewijzen van de bank/het nummer. Als 'random' is geselecteerd, wordt
op een voice op willekeurige wijze toegewezen.
Instellingen: manual, random
Bank
Number
Name
Hiermee wordt de voice bepaald die wordt toegewezen bij het eerste gebruik van de Performance Creator. Selecteer de
gewenste voice door de bank en het nummer in te stellen. De naam wordt automatisch bepaald.
Instellingen: Bank: PRE1 – 8, USR1 – 4, PDR, UDR, GM, GMDR
Nummer: 001 – 128
Name: Alleen aanduiding
Split Lo/Up (Split Lower/Upper)
Hiermee wordt het gebied op het toetsenbord bepaald waaraan de eerste voice wordt toegewezen bij het splitten in de
Performance Creator. Als 'both' is geselecteerd, wordt de eerste voice toegewezen aan alle noten op het toetsenbord.
Als 'lower' is geselecteerd, wordt de eerste voice toegewezen aan het gebied beneden het splitpunt. Als 'upper' is
geselecteerd, wordt de eerste voice toegewezen aan het splitpunt en hoger.
Instellingen: both, lower, upper
Layer/Split/Drum Assign