User Manual

Naslaggids
Referentie
102
Voice
Performance
Multi
SEQ Play
Master
Remote
File
Audio Rec/Play
Utility
Multi
Play
Mixing
Edit Select
Common Edit
Name
Arpeggio
Controller
Effect
Parameter
Master EQ
A/D Out
A/D FX
Parameter
Part Edit
Voice
Play Mode
Arpeggio
Arp Edit
Arp 1-5 Type
Filter/EG
3 Band EQ
Rcv Sw
FX Send
Job Select
Recall
Bulk
Copy
Initialize
Basis-structuur
Appendix
Volume
Hiermee past u het volume van elke part aan. U gebruikt deze parameter om de balans tussen de huidige part
en andere parts aan te passen. U kunt deze parameter rechtstreeks met de schuif wijzigen.
Instellingen: 0 – 127
Pan
Hiermee bepaalt u de stereopanpositie van de part. U kunt deze parameter rechtstreeks met de schuif wijzigen.
Instellingen: L63 (uiterst links) - C (midden) - R63 (uiterst rechts)
OPMERKING: Houd er rekening mee dat de parameter Part Pan weinig of geen hoorbaar effect heeft als de panregeling voor een
specifiek element van de voice is ingesteld op de linkerpositie en de panregeling voor een ander element is ingesteld
op de rechterpositie.
Voice Elm Pan (Voice Element Pan)
Hiermee bepaalt u of de afzonderlijke paninstellingen voor elk element (van de voice die is toegewezen aan de
geselecteerde part) worden toegepast. Als 'off' is ingesteld, wordt de basispanpositie van de geselecteerde part
ingesteld op 'midden'.
Instellingen: on, off
Assign 1 Value
Assign 2 Value
Hiermee wordt bepaald hoeveel de waarde van de functies die zijn toegewezen aan de knoppen Assign 1/2 wordt
gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke instellingen. U kunt deze parameter rechtstreeks met de knop wijzigen.
Instellingen: -64 – +0 – +63
Note Shift
Hiermee wordt de toonhoogte van de part in halve tonen aangepast.
Instellingen: -24 – +0 – +24
Detune
Hiermee wordt de stemming van de part in stappen van 0,1 Hz aangepast.
Instellingen: -12,8 Hz – +0 Hz – +12,7 Hz
PB Range Upper (Pitch Bend Range Upper)
PB Range Lower (Pitch Bend Range Lower)
Hiermee bepaalt u het maximale pitchbendbereik in stappen van halve tonen. Als u de Upper-parameter op +12 zou
instellen, zou de maximale stijging van de toonhoogte één octaaf zijn wanneer het pitchbendwiel omhoog wordt
bewogen. En als u de Lower-parameter op -12 zou instellen, zou de maximale daling van de toonhoogte één octaaf
zijn wanneer het wiel omlaag wordt bewogen.
Instellingen: -48semi – +0semi – +24semi
Mono/Poly
Hiermee wordt bepaald of de voice of de part monofoon (slechts een noot tegelijk) of polyfoon (meerdere noten die
gelijktijdig hoorbaar zijn) wordt afgespeeld.
Instellingen: mono, poly
Note Limit Lo/Hi (Note Limit Low/High)
Hiermee stelt u de laagste en hoogste noten in van het toetsenbordbereik voor elke part. Elk van de parts is uitsluitend
hoorbaar bij gespeelde noten binnen het opgegeven bereik. Als u eerst de hoogste noot opgeeft en daarna de laagste
noot, bijvoorbeeld 'C5 tot C4', bedraagt het nootbereik 'C-2 tot C4' en 'C5 tot G8'.
Instellingen: C -2 – G8
OPMERKING: U kunt de noot ook rechtstreeks vanaf het toetsenbord instellen door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en op de
gewenste toets te drukken.
2 Modus Play
mono Als deze parameter wordt ingesteld op 'mono', wordt de voice monofoon (er wordt slechts één noot tegelijk afgespeeld) gespeeld.
Voor veel instrumentgeluiden (zoals bas en synth lead), leidt dit tot een natuurlijker en vloeiender legatospel dan wanneer de
parameter wordt ingesteld op 'poly'.
poly Als deze parameter wordt ingesteld op 'poly', wordt de voice polyfoon gespeeld (er kunnen meerdere noten tegelijk worden
afgespeeld of er wordt een akkoord afgespeeld).