Operation Manual

59
Multi Mode
Multi Mode
21. AC1 VarCtl
(AC1 Variation Effect Control Depth)
Dit bepaalt de mate waarin de Assignable Controller 1
het Variation Effect kan beïnvloeden.
Instellingen: –64 ~ +63
Dit kan alleen worden ingesteld als Variation Connection
(hierboven) op “INS” staat ingesteld. Als Variation Con-
nection op “SYS” staat ingesteld, verschijnt er “***” in
het scherm en kan de instelling niet worden gewijzigd.
De betreffende parameter die kan worden bestuurd door de
Assignable Controller 1 is voor elk van de Variation
Effecten vast ingesteld. Zie de aparte Data List voor details.
Voor informatie over de AC1, zie AC1 CC No (blz. 66 en
92 ) in de Multi en Utility modes.
Part (Instellingen voor
iedere Part)
Het volgende is een uitleg van de Part parameters die
worden gebruikt om elke Multi te bewerken.
Zie de Functiestructuur (blz. 20) of de Parametertabel
(blz. 22).
Voice Selection (PAGINA 1)
Part Mix (PAGINA 2 - 5)
Part General (PAGINA 6 - 9)
Part Tone (PAGINA 10 - 14)
Part Controller (PAGINA 15 - 21)
Part Effect (PAGINA 22 - 24)
1. Voice Selection
U kunt een Voice aan iedere Part toewijzen. Gebruik de
[+] en [–]
knoppen om de Part te selecteren, selecteer
hierna zijn Voice. Het scherm zal verschillen afhankelijk
van de geselecteerde Memory (zie hieronder).
Specificeer de betreffende Voice Memory door op de juiste
Memory knop te drukken: PRESET, USER of GM/XG.
Druk, om een Drum Voice te selecteren, terwijl u de
[DRUM] knop ingedrukt houdt, op de juiste Memory
knop: [USER] of [GM/XG].
De Voice kan op dezelfde manier worden ingesteld als bij
Category Search (blz. 35).
Voor details over Categorieën, zie de Categorielijst op blz.
71. Voor details over het gebruik van Category Search,
zie blz. 35.
PRESET
Instellingen: PR001 ~ PR128
AC1VarCtl
+00
KEYELEMPA RT
OCTAVE
PAG E
21
StPiano1
PR001
KEYELEMPA RT
OCTAVE
PAG E
1
Common Effect (Voice Selectie)
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.