Owner's Manual
65 Nl
Geavanceerde geluidsinstellingen
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Basisconfiguratie
geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te
passen, dient u eerst “DSP LEVEL” en/of “DIALG.LIFT”
te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie
bladzijde 64 voor details.
Instellen van het effectniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP LEVEL)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP LEVEL”
parameter om het niveau van de toegepaste effecten te
regelen.
Stel “DSP LEVEL” bij in de volgende gevallen:
Verhoog de “DSP LEVEL” waarde
• Het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• U kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de “DSP LEVEL” waarde
• De geluidsweergave vaag is.
• U voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Regelen van de verticale positie van gesproken tekst
(DIALG.LIFT)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, dient u de “DIALG.LIFT” waarde te
verhogen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de
hoogste positie.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer
“EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE”
(zie bladzijde 72).
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
Het DSP
effectniveau is laag.
Het DSP
effectniveau is hoog.
Opmerkingen
Ideale
dialoogpositie.
Naar boven verplaatsen,
naar de ideale dialoogpositie.