User Manual

Table Of Contents
Het toestel kan niet worden bediend met de afstandsbediening
(
Het apparaat bevindt zich buiten het werkingsbereik.
Gebruik de afstandsbediening binnen het werkingsbereik. Zie voor details:
(
“Werkingsbereik van de afstandsbediening”(p. 13)
(
De batterijen raken leeg.
Plaats nieuwe batterijen.
(
De sensor van de afstandsbediening van het toestel wordt blootgesteld aan direct zonlicht of
sterke verlichting.
Pas de lichtval aan, of verplaats het toestel.
(
De afstandsbedieningssensor van het toestel is uitgeschakeld.
Schakel de afstandsbedieningssensor van het hoofdtoestel in. Zie voor details:
(
“Instellen van het gebruik van de afstandsbediening”(p. 290)
(
De afstandsbedienings-ID van het toestel komt niet overeen met die van de afstandsbediening.
Verander de afstandsbedienings-ID van het toestel of van de afstandsbediening. Zie voor details:
(
“De afstandsbedienings-ID selecteren”(p. 291)
(
De afstandsbediening is ingesteld op de bedieningsstand voor een andere zone.
Zet de afstandsbediening in de bedieningsstand voor de doelzone. Zie voor details:
(
“Namen en functies van de onderdelen van de afstandsbediening”(p. 31)
309
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN > Wanneer er een probleem optreedt