Operation Manual
WEERGAVE ➤ Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 84
■ Dialogue Adjust (Dialog Adjust)
Past het volume of de waargenomen hoogte van dialooggeluid aan.
❑ Dialogue Level (Dialog Lvl)
Past het volume van dialooggeluid aan. Als dialooggeluid niet duidelijk te horen is,
kunt u het volume verhogen door deze instelling te verhogen.
Instelbereik
0 tot 3
Standaard
0
❑ Dialogue Lift (Dialog Lift)
Past de waargenomen hoogte van dialooggeluid aan. Als het lijkt of het dialooggeluid
van onder het tv-scherm komt, kunt u de waargenomen hoogte verhogen door deze
instelling te verhogen.
• Deze instelling is alleen beschikbaar als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan.
– Een van de geluidsprogramma’s (behalve 2ch Stereo en 7ch Stereo) is geselecteerd als voorste
aanwezigheidsluidsprekers worden gebruikt.
– Virtual Presence Speaker (VPS) (p. 54) werkt.
(U hoort mogelijk dialooggeluid uit de surroundluidsprekers, afhankelijk van de luisterpositie.)
Instelbereik
0 tot 5 (hoe hoger de waarde, hoe hoger de positie)
Standaard
0
■ Extended Surround (EXTD Surround)
Selecteert hoe 5.1- tot 7.1-kanaalsbronnen moeten worden weergegeven als de
achterste surroundluidsprekers worden gebruikt.
Instellingen
• Sommige vroege Dolby Digital EX- of DTS-ES-bronnen bevatten geen signaal voor het reproduceren van
een achterste surroundkanaal. Wij raden u aan om “Extended Surround” in te stellen op “bPLIIx Movie” of
“EX/ES” als u deze bronnen afspeelt.
■ Volume Trim (Volume Trim)
Past volumeverschillen tussen signaalbronnen of subwoofervolume nauwkeurig aan.
❑ Input Trim (In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie
om dat te corrigeren.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instelbereik
-6,0 dB tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Standaard
0.0 dB
Ideale positie
Auto (Auto)
(standaard)
Selecteert automatisch de meest geschikte decoder als signalen
worden ingevoerd die signalen voor het achterste surroundkanaal
bevatten en reproduceert de signalen in 6.1- of 7.1-kanalen. Als er
twee achterste surroundluidsprekers zijn aangesloten, reproduceert
het toestel de 5.1-kanaalsignalen in 7.1-kanalen.
bPLIIx Movie
(bPLIIxMo)
Reproduceert altijd signalen in 7.1-kanaal met de Dolby Pro Logic IIx
Movie-decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer twee
grote surround achterluidsprekers zijn aangesloten.
bPLIIx Music
(bPLIIxMu)
Reproduceert altijd signalen in 6.1- of 7.1-kanaal met de Dolby Pro
Logic IIx Music-decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar
wanneer er een of twee grote achterste surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
EX/ES (EX/ES)
Selecteert automatisch de Dolby EX- of DTS-ES-decoder en
reproduceert signalen in 6.1- of 7.1-kanalen.
Off (Off)
Reproduceert altijd signalen in hun originele kanalen. (Zelfs als een
DTS-ES- of Dolby Digital EX-signaal wordt ingevoerd, reproduceert
het toestel het signaal in 5.1-kanaal.)