Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Weergaveapparaten aansluiten Nl 31
Het toestel is voorzien van verschillende ingangen waaronder HDMI-ingangen, zodat
u verschillende weergaveapparaten kunt aansluiten. Raadpleeg de volgende pagina’s
voor informatie over het aansluiten van een iPod of een USB-opslagapparaat.
Een iPod aansluiten (p. 62)
Een USB-opslagapparaat aansluiten (p. 66)
Videoapparaten (zoals bd/dvd-spelers) aansluiten
Sluit videoapparaten, zoals bd/dvd-spelers, settopboxes (STB’s) en gameconsoles
aan op het toestel. Kies een van de volgende aansluitingen, afhankelijk van welke
video/audio-uitgangen beschikbaar zijn op het videoapparaat. Wij raden u aan een
HDMI-aansluiting te gebruiken als het videoapparaat een HDMI-uitgang heeft.
Video’s die naar het toestel worden ingevoerd via HDMI kunnen alleen worden uitgevoerd naar een tv
die op het toestel is aangesloten met een HDMI-kabel.
Bij de volgende uitleg wordt er vanuit gegaan dat u de instelling “Input Assignment” (p. 108) in het menu
“Setup” niet hebt gewijzigd. Indien nodig kunt u de COMPONENT VIDEO (A , B , C , D ), COAXIAL (a, b,
f) en OPTICAL (c, d, e)-aansluitingen toewijzen aan een ander ingangssignaal.
Als u meerdere audioaansluitingen voor één ingangssignaal wilt uitvoeren, zal een audiosignaal dat op het toestel
wordt weergegeven, worden bepaald op basis van de instelling “Audio Select” (p. 85) in het menu “Option”.
HDMI-aansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een HDMI-kabel.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–7 op de afstandsbediening te drukken,
wordt de video/audio die op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf
het toestel.
Componentvideoaansluiting
Sluit een videoapparaat aan op het toestel met een componentvideokabel en een
audiokabel (digitale coaxiale, digitale optische of stereo-plugkabel). Kies een set
ingangen (op het toestel), afhankelijk van welke video/audio-uitgangen beschikbaar
zijn op het videoapparaat.
Als u de signaalbron selecteert door op AV 1–4 op de afstandsbediening te drukken,
wordt de video/audio die op het videoapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf
het toestel.
3 Weergaveapparaten aansluiten
2
HDMI
(1 BD/DVD)
AV 1 AV 2 AV 3 AV 4 AV 5 AV 6 AV 7
TRI
G
O
U
YPB PR
YPB PR
YPB PR
MONITOR OUT/ZONE OUT
IN OUT
AV 3
REMOTE
COMPONENT VIDEO
C
AV 4
D
1
2
A
UDIO 4
MULTI CH INPUT
ZONE OUT
CENTER
SUBWOOFER
ZONE 2FRONT
SURROUND SUR. BACK
SPEAKERS
CENTER FRONTSURROUND BACKSURROUND
R L R R
L
L
SINGLE
PRE OUT
SUBWOOFER
CENTER
FRONT
SURROUND SUR. BACK
(SINGLE)
12V
HDMI
HDMI
HDMI
Het toestel (achterzijde)
HDMI-uitgang
Videoapparaat
HDMI (AV 1–7)-aansluitingen
Uitgangen op videoapparaat
Ingangaansluitingen op het toestel
Video Audio
Componentvideo
Digitaal optisch AV 1–2 (COMPONENT VIDEO + OPTICAL)
Digitaal coaxiaal AV 3–4 (COMPONENT VIDEO + COAXIAL)
Analoog stereo AV 1–4 (COMPONENT VIDEO + AUDIO)
NETWORKDC OUT
5V
0.5A
( 3
NET
)
MONITOR OUT/
ZONE OUT
HDMI OUT
ARC
12
(1 BD/DVD)
AV 1 AV 2 AV 3
YP
B
P
R
YP
B
P
R
AV 1
AV 3
COMPONENT VIDEO
A
AV 2
B
C
AV 4
D
AV OUT
R
L
AV 3 AV 4AV 2AV 1
(1 BD/DVD)
OPTICAL
4
OPTICAL
3
COAXIAL
2
COAXIAL
1
PHONO
GND
OPTICAL
AUDIO 4
MULTI CH INPUT
ZON
E
AUDIO 3AUDIO 2AUDIO 1
(2 TV)
CENTER
SUBWOOFER
ZONE 2FRONT
SURROUND SUR. BACK
SURROUND
R
5
COAXIAL
6
L
FM
75Ω
ANTENNA
AM
(4 RADIO)
YP
B
P
R
YP
B
P
R
R
L
COAXIAL
OPTICAL
CC
L
R
L
R
OO
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
Het toestel
(achterzijde)
AV 1–4 (COMPONENT VIDEO)-aansluitingen
Video-uitgang
(componentvideo)
Videoapparaat
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal, digitaal optisch,
analoog stereo)
AV 1–2 (COAXIAL),
AV 3–4 (OPTICAL),
AV 1–4 (AUDIO)-aansluitingen
1 2 3
Weergaveapparaten aansluiten
4 5 6 7 8 9