Operation Manual

INSTELLINGEN Verschillende functies configureren (menu Setup) Nl 118
Front Presence
Bepaalt of de voorste aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten.
Instellingen
Rear Presence
Bepaalt of de achterste aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten.
Instellingen
Deze instelling is niet beschikbaar als “Surround” of “Front Presence” is ingesteld op “None”.
Subwoofer 1, Subwoofer 2
Bepaalt of een subwoofer op de SUBWOOFER 1- en SUBWOOFER 2-aansluiting is
aangesloten en wat de fase ervan is.
Instellingen
Als het basgeluid niet of onduidelijk wordt weergegeven, schakelt u de fase van de subwoofer om.
SWFR Layout
Selecteert een subwooferopstelling als er 2 subwoofers worden gebruikt.
Instellingen
Deze instelling is niet beschikbaar als “Subwoofer 1” of “Subwoofer 2” is ingesteld op “None”.
Extra Bass
Hiermee worden de luidsprekers ingesteld om de lagefrequentiecomponenten van het
voorkanaal te produceren.
Instellingen
Deze instelling is niet beschikbaar als zowel “Subwoofer 1” als “Subwoofer 2” zijn ingesteld op “None” of als
“Front” is ingesteld op “Small”.
Distance
Bepaalt de afstand tussen elke luidspreker en de luisterpositie zodat het geluid van
elke luidspreker de luisterpositie op hetzelfde moment bereikt. Selecteer eerst de
afstandseenheid uit “Meter” of “Feet”.
Keuzes
Front L, Front R, Center, Surround L, Surround R, Surround Back L, Surround Back R,
Front Presence L, Front Presence R, Rear Presence L, Rear Presence R, Subwoofer 1,
Subwoofer 2
Instelbereik
0,30 m tot 24,00 m (1,0 ft tot 80,0 ft), 0,05 m (stappen van 0,2 ft)
Standaard
3,00 m (10,0 ft)
Use (standaard)
Selecteer deze optie als er voorste aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten.
None
Selecteer deze optie als er geen voorste aanwezigheidsluidsprekers
zijn aangesloten.
Use
Selecteer deze optie als er achterste aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten.
None (standaard)
Selecteer deze optie als er geen achterste aanwezigheidsluidsprekers
zijn aangesloten.
Use
Normal
(standaard)
Selecteer deze optie als er een subwoofer is aangesloten op de
SUBWOOFER 1- of SUBWOOFER 2-aansluiting (fase niet omgekeerd).
De subwoofer produceert geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect)
en lagefrequentiecomponenten van andere kanalen.
Reverse
Selecteer deze optie als er een subwoofer is aangesloten op de SUBWOOFER
1- of SUBWOOFER 2-aansluiting (fase omgekeerd). De subwoofer produceert
geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect) en
lagefrequentiecomponenten van andere kanalen.
None
Selecteer deze optie als er geen subwoofer is aangesloten op de
SUBWOOFER 1- of SUBWOOFER 2-aansluiting. De voorste luidsprekers
produceren geluid van het LFE-kanaal (lagefrequentie-effect) en
lagefrequentiecomponenten van andere kanalen als zowel “Subwoofer 1”
als “Subwoofer 2” zijn ingesteld op “None“.
Left + Right
Selecteer deze optie als er 2 subwoofers worden geplaatst aan de linker-
en rechterkant van de ruimte.
Front + Rear
Selecteer deze optie als er 2 subwoofers worden geplaatst aan de voor-
en achterkant van de ruimte.
Monaural x2
(standaard)
Selecteer deze optie als er 2 subwoofers vrij zijn geplaatst.
Off (standaard)
Afhankelijk van de grootte van de voorste luidsprekers, produceren de
subwoofer of de voorste luidsprekers de lagefrequentiecomponenten
van het voorkanaal.
On
De voorste luidsprekers en de subwoofer produceren de
lagefrequentiecomponenten van het voorkanaal.