User Manual

Gebruikershandleiding
47
Mixer
Dit instrument is voorzien van een Mixer-functie waarmee u de aan-/uit-instellingen voor elke
track kunt regelen, of tijdens het afspelen van een song of stijl de instellingen voor Volume,
Pan, Reverb Level en Chorus Level voor elke track kunt aanpassen. Door deze parameters te
bewerken, kunt u het karakter van de song of stijl wijzigen. Tracks [1]–[16] kunnen voor het
afspelen van een song worden ingesteld en [9]–[16] voor het afspelen van een stijl.
1
Selecteer de stijl of song.
2
Houd de knop [REGIST/PART [MIXER]] langer dan een seconde
ingedrukt zodat de Mixer-display verschijnt.
De huidige track en de waarde van de track worden gemarkeerd in de display.
In dit voorbeeld is Track 1 geselecteerd, ingesteld op ON en het volume is ingesteld
op 110.
3
Druk in de songmodus op de knop [REGIST/PART [MIXER]] om de
gewenste trackgroep (1-8 of 9-16) te selecteren.
Met de knop schakelt u tussen track 1-8 en 9-16.
In stijlmodus worden automatisch track 9-16 geselecteerd.
4
Selecteer de gewenste track door op de corresponderende knop te
drukken.
5
Stel de status ON/OFF van de geselecteerde track in.
Druk op de Track-knop waarop u in stap 4 hebt gedrukt om te schakelen tussen ON
(groen) en OFF.
Parameter
ON/OFF-status en de
parameterwaarde voor
elke track
Waarde
Huidig
tracknummer
Als track 1-8 zijn
geselecteerd
Als track 9-16 zijn
geselecteerd
6