Operation Manual

Begeleidingsstijlen creëren — Stijl Creator
113
PSR-2000/1000/A1000
Wijzig het ritmische gevoel — Groove en Dynamics
Deze veelzijdige eigenschappen geven u een grote verscheidenheid aan hulpmiddelen voor het veranderen van het
ritmische gevoel van uw gecreëerde begeleidingsstijl. De handelingen hier zijn van toepassing op stap 4 op blz. 109.
Groove
Groove parameters
Original Beat Geeft de tellen aan waarop de Groove timing wordt toegepast. Met andere woorden, als 8 Beat wordt geselecteerd,
wordt Groove timing toegepast op de 1/8e noten; als 12 Beat wordt geselecteerd, wordt Groove timing toegepast op 1/
8e noot triool.
Beat Converter Wijzigt in feite de timing van de tellen (aangegeven in de ORIGINAL BEAT parameter hierboven) naar de geselecteerde
waarde. Als bijvoorbeeld Original Beat is ingesteld op 8 Beat en Beat Converter is ingesteld op 12, worden allen 1/8
noten in de sectie verschoven naar de 1/8e noot triool timing. De 16A en 16B Beat Converter die verschijnt als
Original Beat is ingesteld op 12 Beat zijn variaties op een basis 1/16e-noot instelling.
Swing Produceert een swing gevoel door de timing van noten op de even tellen te verschuiven, afhankelijk van de Original
Beat parameter hierboven. Als bijvoorbeeld de aangegeven Original Beat waarde 8e noten is, zal de Swing parameter
selectief de 2e, 4e, 6e en 8e tellen van elke maat vertragen om een swing gevoel te creëren. De instellingen A tot E
geven verschillende gradatie van swing, waarbij A de meest subtiele en E de meest uitgesproken is.
Fine Selecteert een verscheidenheid aan Groove templates (voorinstellingen) die op de geselecteerde sectie worden
toegepast. De PUSH instellingen veroorzaken dat bepaalde tellen eerder gespeeld worden, terwijl HEAVY
instellingen de timing van bepaalde tellen vertraagt. De nummerinstellingen (2, 3, 4, 5) bepalen op welke tellen ze
invloed hebben. Alle tellen tot aan de aangegeven tel maar niet inclusief de eerst tel zullen worden eerder of later
worden gespeeld (bijvoorbeeld de 2e en 3e tellen, als 3 is geselecteerd). In alle gevallen geven de A types een
minimum effect, B types een gemiddeld effect en C types een maximum effect.
Bewerk de gecreëerde begeleidingsstijl
I
F
J
G
H
D
A
E
B
C
81 2 3 4 5 6 7
Gebruik deze om de gewenste
bewerkingshandeling te
selecteren.
Roept de Style display op en
laat u de bewerkte
begeleidingsstijl data opslaan.
Voert de Groove handeling uit. Als de
handeling is afgerond, verandert deze
knop naar [UNDO], waardoor u de
originele data kunt terugroepen als u
niet tevreden bent met de Groove
resultaten. De Undo functie heeft
slechts één niveau; alleen de
voorgaande handeling kan ongedaan
gemaakt worden.
Bepalen de instellingen voor elk van de
Groove parameters (zie het overzicht
hieronder).