User Manual

File Utility RemotePerformance Song/Pattern
MX49 MX61 MX88 Naslaggids
Instelling voor song/patroon
Song
Patroon
59
Patroon
Vanuit deze display kunnen de diverse interne ritmepatronen van het instrument worden afgespeeld.
1 Locatie en lengte voor patroon afspelen
2 Gemeenschappelijke parameters
Op elke pagina wordt één parameter aangegeven die kan worden bewerkt.
Bediening
Druk op [PATTERN] Bewerk parameters in display Pattern
Parameter Omschrijving
Patrooncategorie
Patroonnummer
Patroonnaam
Hiermee selecteert u de categorie en het nummer van het geselecteerde patroon. Nadat u de cursor
met de cursorknoppen [
<]/[>] naar de categorie- of nummeraanduiding hebt verplaatst, selecteert
u een patroon door de categorie of het nummer te wijzigen.
Instellingen: Categorie.... Rock, R&B, Elct, Jazz, Wrld, Orch
Nummer ..... is afhankelijk van de categorie
Voicecategorie
Voicenummer
Voicenaam
Bepaalt welke voice voor het ritmepatroon wordt gebruikt. Als het ritmepatroon wordt gewijzigd, wordt deze
parameter automatisch ingesteld op de juiste drumvoice voor het ritmepatroon. Deze voice is standaard
ingesteld als de voice van part 10 van de geselecteerde performance.
Instellingen: Raadpleeg de 'Voicelijst' in het PDF-document 'Datalijst'.
Volume
Om het patroonvolume aan te passen. Deze parameter is gekoppeld aan de parameter 'Volume' van part 10.
Instellingen: 0 – 127
Pan
Hiermee bepaalt u de stereopanpositie van het patroon. Deze parameter is gekoppeld aan de parameter
'Pan' van part 10.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
ChoSend
(Chorus Send,
naar Chorus zenden)
Hiermee bepaalt u het zendniveau van signaal dat wordt verzonden naar het Chorus-effect. Deze
parameter is gekoppeld aan de parameter 'ChoSend' van part 10.
Instellingen: 0 – 127
RevSend
(Reverb Send,
Reverb-zend)
Hiermee bepaalt u het zendniveau van signaal dat wordt verzonden naar het reverbeffect. Deze parameter
is gekoppeld aan de parameter 'RevSend' van part 10.
Instellingen: 0 – 127
AutoKeyOnStart Hiermee bepaalt u of het ritmepatroon onmiddellijk wordt afgespeeld als u op een noot op het keyboard
drukt. Als u overschakelt naar een performance waarvoor 'AutoKeyStart' is ingesteld op 'on', begint het
lampje van de knop [R/K] (Play/Pause) langzaam te knipperen en wordt het ritmepatroon afgespeeld
zodra u het keyboard begint te bespelen.
Instellingen: off, on
PATTERN*****01:01/04
aElct:132:Ambient
1
2