User Manual

PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Voice
Voice Play
[F1] PLAY
[F3] PORTA
[F4] EG
[F5] ARP ED
[F6] EFFECT
Arpeggio Edit
[F2] TYPE
[F3] MAIN
[F4] LIMIT
[F5] PLAY FX
Normal Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F5] LFO
[F6] EFFECT
Element Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F5] LFO
[F6] EQ
Drum Voice Edit
Common Edit
[F1] GENERAL
[F2] OUTPUT
[F3] EQ
[F4] CTL SET
[F6] EFFECT
Key Edit
[F1] OSC
[F2] PITCH
[F3] FILTER
[F4] AMP
[F6] EQ
Voice Job
[F1] INIT
[F2] RECALL
[F3] COPY
[F4] BULK
Aanvullende informatie
32
Dit is een parametrische equalizer met drie frequentiebanden (High, Mid en Low). U kunt het niveau van
elke frequentieband (High, Mid, Low) versterken of verzwakken om het geluid van de voice te wijzigen.
FREQ (Frequency)
Bepaalt de frequentie voor elke frequentieband.
Instellingen: Low: 50,1Hz – 2,00kHz
Mid: 139,7Hz – 10,1kHz
High: 503,8Hz – 14,0kHz
GAIN
Bepaalt de niveauversterking van de frequentie (hierboven ingesteld) of de mate waarin de geselecteerde
frequentieband wordt verzwakt of versterkt.
Instellingen: -12,00dB – +0,00dB – +12,00dB
Q
Bepaalt de Q (bandbreedte) voor de middenband.
Instellingen: 0,7 – 10,3
[SF1] SET1/2 – [SF3] SET5/6
Aangezien aan elke voice maximaal zes besturingssets kunnen worden toegewezen, zijn er drie pagina's
(Sets 1/2, Sets 3/4 en Sets 5/6) beschikbaar. Zie pagina 53 voor meer informatie over besturingssets.
ElmSw (Element Switch)
Selecteert of de regelaar van invloed is op alle afzonderlijke elementen.
Instellingen: Elementen 1 tot 8 ingeschakeld ('1' tot '8') of uitgeschakeld ('-').
OPMERKING Deze parameter is uitgeschakeld wanneer de Dest (bestemming) die hieronder wordt beschreven is ingesteld
op een parameter die niet is gerelateerd aan de voice-elementen.
Source
Hiermee wordt bepaald welke regelaar moet worden toegewezen aan en moet worden gebruikt voor de geselecteerde
besturingsset. Deze regelaar wordt vervolgens gebruikt om de parameter te regelen die hieronder in Destination is
ingesteld.
Instellingen: PB (pitchbendwiel), MW (modulatiewiel), AT (Aftertouch), FC1/FC2 (voetregelaar 1/2), FS (voetschakelaar),
RB (ribboncontroller), BC (breathcontroller), AS1 (ASSIGN 1), AS2 (ASSIGN 2), FC2 (voetregelaar 2),
AF1 (ASSIGNABLE FUNCTION [1]), AF2 (ASSIGNABLE FUNCTION [2])
OPMERKING Als de voetschakelaar is ingesteld op een besturingswijzigingsnummer van 96 of hoger in de display CTL ASSIGN van
de modus Utility, is de voetschakelaar niet beschikbaar als 'Source' van de besturingsset voor de geselecteerde voice.
Dest (Destination)
Hiermee wordt bepaald welke functie wordt bestuurd door de besturingsset in 'Source'.
Instellingen: Zie de lijst met regelaars in het PDF-document 'Data List' (datalijst).
Depth
Bepaalt in welke mate de bestemming wordt beïnvloed door de bronregelaar.
Instellingen: -64 – +0 – +63
[F3] EQ
[F4] CTL SET (Controller Set)