User Manual
PERF SONG PATTERN MIX MASTER REMOTE UTILITY
QUICK SET
FILEVOICE
MOXF6/MOXF8 Naslaggids
Modus Master
Master Play
[F1] PLAY
[F2] MEMORY
[F3] ZONE SW
Master Edit
Common Edit
[F1] NAME
Zone Edit
[F1] TRANS
[F2] NOTE
[F3] TX SW
[F4] PRESET
[F5] KNOB
Master Job
[F1] INIT
[F4] BULK
132
Volume
Bepaalt het uitgangsniveau van de voice in elke zone.
Instellingen: 0 – 127
Pan
Bepaalt de stereopanpositie van de voice in elke zone.
Instellingen: L64 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
CtrlKnobUp (Control Knob Upper)
CtrlKnobLo (Control Knob Lower)
Vanuit deze display kunt u bepalen welke besturingswijzigingsnummers worden gebruikt voor de knoppen voor elke
zone. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als de 'ZoneKnob'-parameter (in de display [F3] ZONE SW in Master
Play) is ingesteld op 'on'.
Instellingen: off, 1 – 95
Master Job
De modus Voice Job biedt diverse basisbewerkingen, zoals initialiseren en kopiëren. Nadat u de parameters hebt
ingesteld in de geselecteerde display, drukt u op de knop [ENTER] om de taak uit te voeren.
Met deze functie kunt u alle masterparameters terugzetten (initialiseren) naar de standaardinstellingen. Hiermee kunt
u tevens bepaalde parameters selectief initialiseren, zoals algemene instellingen, instellingen voor elke zone, enz.
Dit is vooral handig tijdens het maken van een volledig nieuwe master.
Parametertype voor het initialiseren: All, Common, Zone
Met deze functie kunt u alle bewerkte parameterinstellingen voor de momenteel geselecteerde master naar een
computer of een ander MIDI-apparaat verzenden om de data te archiveren. Druk op de knop [ENTER] om de Bulkdump
uit te voeren.
OPMERKING Voor het uitvoeren van Bulk Dump moet u het juiste MIDI-apparaatnummer instellen, met de volgende bewerking:
[UTILITY] [F6] MIDI [SF1] CH 'DeviceNo.'
[F5] KNOB
[F1] INIT (Initialize)
All Alle instellingen voor de geselecteerde master worden geïnitialiseerd.
Common Alle algemene parameterinstellingen voor de geselecteerde master worden geïnitialiseerd.
Zone De zone-instellingen worden geïnitialiseerd. U kunt de zone-instelling voor een van de volgende drie typen
initialiseren.
Split Hiermee wordt het keyboardbereik gesplitst in zone 1 en zone 2. Met 'UpperCh'
wordt het MIDI-zendkanaal bepaald van het bovenste bereik van het keyboard.
Met 'LowerCh' wordt het MIDI-zendkanaal bepaald van het onderste bereik van
het keyboard en 'SplitPoint' bepaalt het nootnummer (C2 – G8) dat het bovenste
bereik van het onderste bereik van het keyboard scheidt.
4Zone Hiermee worden alle vier zones geïnitialiseerd.
Layer Hiermee kunt u twee partijen stapelen met Zone 1 en Zone 2. 'UpperCh' en
'LowerCh' bepalen de MIDI-zendkanalen van de twee respectievelijke zones.
[F4] BULK (Bulk Dump)