Operation Manual

241
MOTIF Referentie
Sample job mode
3 Druk op de [SF2] knop om de samples, die zijn
toegewezen aan de geselecteerde toetsbank, in
volgorde op te roepen.
Stappen #2 en #3 en de afluister functie kunnen
gebruikt worden met een van de schermen die
worden opgeroepen met de [F2] - [F4] knoppen.
De uitleg hieronder slaat op stap #5 van de algemene
procedure op pagina 59.
[F2] Sample bewerk - trim
Deze handeling is hetzelfde als in de sample
opname mode (als het sample type is ingesteld op
“slice+seq”). Zie pagina 237.
[F3] Sample bewerk parameter
• Level
Bepaalt het uitgangsniveau van de geselecteerde sample.
Instellingen -94.5dB~0dB
Pan
Bepaalt de stereo positie van de geselecteerde sample.
Instellingen L63 (uiterst links) ~ C (midden) ~ R63
(uiterst rechts)
• PlayMode
Bepaalt hoe de geselecteerde sample wordt afgespeeld.
Instellingen
forw
ard
Het afspelen van de sample begint bij het startpunt tot het
eindpunt.
r
everse
Het afspelen van de sample begint bij het eindpunt tot het
startpunt, omgedraaid.
loop
Het afspelen van de sample begint bij het startpunt, gaat naar
het looppunt, en herhaalt tussen het looppunt en het eindpunt
.
Zie voor details over de hierboven omschreven
instellingen pagina 60.
• OriginalKey
Bepaalt de basistoets van de sample. Aangezien de
toonhoogte wijzigt van de toetsen rondom deze basistoets,
moet deze zo dicht mogelijk bij de originele toonhoogte of
nootwaarde van de originele sample ingesteld worden.
Instellingen C - 2 ~ G8
• FineTune
Hiermee kunt u de toonhoogte van de sample fijn-instellen.
Instellingen -100 ~99 cents
[F4] Sample bewerk - bereik
In dit scherm kunt u het toetsbereik en het
aanslaggevoeligheidsbereik van de sample instellen
die is toegewezen aan de geselecteerde toetsbank.
Zowel het toetsbereik als het aanslaggevoeligheids-
bereik worden grafisch weergegeven in het scherm.
Het instellen van het toetsenbord (“KBD”) vindt
plaats via twee verschillende functies in dit scherm
— 1) het instellen van het toetsenbereik en 2) het
selecteren van een andere toetsbank. Als de cursor
op een van de toetsenbereik waarden staat, kunt u
direct het toetsenbereik instellen vanaf het
toetsenbord (houd de [INFORMATION] knop vast
en sla de gewenste toets aan op het toetsenbord).
Als de cursor op een van de aanslaggevoeligheids-
waarden staat kunt u met het toetsenbord een
andere toetsbank selecteren.
Als er meerdere toetsbanken zijn toegewezen aan
dezelfde toets/aanslaggevoeligheidsbereik, dan
wordt er alleen gebruik gemaakt van de eerste twee
toetsenbanken.
De sample job mode bevat een uitgebreide verzameling
bewerkingsgereedschappen en functies waarmee u het
geluid van de sample die u heeft gecreëerd, en bewerkt
in de sample bewerk mode, kunt wijzigen . Het bevat
ook een aantal handige handelingen zoals het kopiëren
en wissen van data.
Algemene procedure
1 Druk op de [INTEGRATED SAMPLING] knop
om naar de sample mode te gaan (de indicator gaat
branden).
n In tegenstelling tot de sample opname mode zijn
alle parameters en functies van de sample bewerk
mode hetzelfde, onafhankelijk van de eerder
geselecteerde mode. De enige uitzondering is de
slice job handeling ([F1]-12 hieronder), deze hangt
af van de eerder geselecteerde mode; voice/perfor-
mance of song/pattern mode.
Alle sampling job handelingen gelden voor de golf-
vorm (daadwerkelijke sample), niet de voice.
2 Druk op de [JOB] knop om naar de sample job
mode te gaan.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
Sample bewerken
Sample job mode