Operation Manual

Stap 3: Een performance selecteren en bespelen
MOTIF XS-gebruikershandleiding
31
Startgids
n Categorieën en subcategorieën kunnen eenvoudig
worden geselecteerd door hun respectievelijke over-
zichten in de display op te roepen. Als u bijvoorbeeld
de cursor verplaatst naar de categorie en vervolgens
op de knop [SF6] drukt, verschijnt het categorieover-
zicht op de cursorpositie. U kunt de gewenste
categorie selecteren met de datadraaischijf, knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO]. Als u na het selecteren op
de knop [ENTER] drukt, roept u het geselecteerde
arpeggiotype daadwerkelijk op. Deze handeling is
handig bij het selecteren uit een grote selectie
beschikbare arpeggio's.
Ga zo door en wijs desgewenst op dezelfde manier arpeggio-
typen aan de andere [SF]-knoppen toe. Na het instellen van
de aan het arpeggio gerelateerde parameters slaat u de
instellingen in het interne geheugen op als een gebruikers-
performance (user). Raadpleeg voor meer informatie
pagina 142.
De regelaars en draaiknoppen
gebruiken
Net als in de modus Voice kunt u de regelaars en draaiknop-
pen in de modus Performance gebruiken. Probeer eens
verschillende performances te selecteren en de regelaars en
draaiknoppen te gebruiken.
Uw spel opnemen
Terwijl u in de modus Performance experimenteert met de
arpeggio's kan het zijn dat u ritmepatronen en frasen tegen-
komt die u aanstaan en misschien wilt u ze opslaan om ze
later te kunnen terugroepen. De best en makkelijkste manier
om deze vast te leggen is door uw spel op het instrument op
te nemen in een song of patroon.
Structuur modus Performance
••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Record
Door de modus Performance Record te gebruiken kunt u uw
toetsenspel opnemen voor de parts 1 – 4 in respectievelijk de
tracks 1 – 4 van de song of het patroon. Handelingen met de
regelaars en draaiknoppen, het afspelen van het arpeggio,
alsook uw spel in de modus Perfomance kunnen op de
aangegeven tracks worden opgenomen als MIDI-events.
n
Raadpleeg voor meer informatie over de trackstructuur
van de song en het patroon 'Basisstructuur' op pagina 61.
De melodie en het arpeggio-
••••••••••••••••••••••••••••••••••••
afspelen opnemen in de song
Als de song als bestemming is geselecteerd voor het opne-
men van de performance, kunt u uw toetsenspel samen met
het arpeggio opnemen zonder u zorgen te hoeven maken
over maatbeperkingen of gebrek aan opnameruimte. U kunt
bijvoorbeeld uw toetsenspel opnemen waarbij u vrijelijk
verschillende arpeggiotypen oproept en vervolgens de song
later bewerken als dat nodig is. U kunt zelfs de 'recorder laten
opnemen' terwijl u improviseert en later de opname beluis-
teren en de beste gedeelten er uithalen om uw uiteindelijke
song te creëren.
Probeer eens op te nemen zoals in de instructies hieronder
staat aangegeven.
1 Selecteer in de modus Performance Play een
performance voor opnemen.
2 Druk op de knop [I] (opnemen) om de
display Performance Record op te roepen.
3 Stel naar wens de volgende parameters in in
de display Performance Record.
1 Sequencer Mode = 'song'
Door deze parameter op 'song' in te stellen kunt u uw toetsen-
spel opnemen in de song.
2 Songnummer
Selecteer een bestemmingssong. Het uitvoeren van het
performanceopnemen overschrijft en wist alle eerder opge-
nomen data van de aangegeven song. Zorg ervoor dat u een
song selecteert die geen data bevat.
3 Time Signature = '4/4'
Stel hier dezelfde maatsoort in als die van het arpeggiotype.
Normaal gesproken wordt deze op '4/4' ingesteld.
4 Tempo
Stel het gewenste tempo voor de metronoom en het arpeggio
in voor opnemen.
Spelen in de modus
Performance
Song of patroon
Part 1
Part 2
Part 3
Part 4
Track 1
Track 2
Track 3
Track 4
Opnemen