Operation Manual

Modus Voice modus Song Modus Pattern Modus Mixing Modus Master Modus Utility Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
modus
Sampling 2
Naslagwerk
MOTIF XS-gebruikershandleiding
208
Patroon afspelen
In de modus Pattern kunt u uw eigen originele ritmepatronen afspelen, opnenen en bewerken. De modus Pattern Play is de
'hoofdingang' van de modus Pattern, en hier kiest u en speelt u een patroon af. U kunt ook uw eigen patronen creëren, door
frases, korte ritmische passages en 'bouwblokken', te monteren en patroonketens te creëren waarin patronen gecombineerd
kunnen worden in een door u te bepalen volgorde. Druk gewoon op de knop [PATTERN] om de modus Pattern Play te activeren.
n Het woord 'patroon' verwijst naar een korte ritmische passage van enkele maten die geloopt wordt en oneindig wordt afgespeeld. Een
patroon bevat 16 variaties die 'secties' worden genoemd. U kunt secties gebruiken door ze tijdens het afspelen te wisselen van sectie.
Een patroon bestaat uit 16 tracks en kan worden gecreëerd door aan elke track een frase toe te wijzen in de display Patch (pagina 212).
Raadpleeg voor meer informatie over patronen, secties en frasen pagina 60.
n
Via de display Play in de modus Pattern Play kunt u met de knop [CATEGORY SEARCH] de bij de track behorende voice voor de mixingpart selecteren.
Procedure patroon afspelen
1
Druk op de knop [PATTERN] om de display
Pattern Play (pagina 210) op te roepen.
2 Selecteer een patroon.
Verplaats de cursor naar het patroonnummer en selecteer
vervolgens het gewenste patroon met de datadraaischijf,
de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO]. De naam van het
geselecteerde patroon wordt weergegeven. Als u op de
knop [PROGRAM] drukt, zodat zijn lampje oplicht, kunt u
het gewenste patroon selecteren met de groepknoppen
[A] – [D] en de nummerknoppen [1] – [16]. Dit zijn de
patroonnummers en hun corresponderende knoppen.
3 Selecteer een sectie (A – P) van het
geselecteerde patroon.
Verplaats de cursor naar de sectie en selecteer vervolgens
de gewenste sectie met de datadraaischijf, de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO]. Als u op de knop [TRACK] drukt
zodat zijn lampje oplicht, kunt u de gewenste sectie
selecteren met de SECTION-knoppen [A] – [H] voor secties
A – H en de knoppen [USER 1] – [USER DR] en [ETHNIC]
voor de secties I – P.
4 Druk op de [F] (afspelen) om het afspelen van
het patroon te starten.
Het patroonafspelen wordt continu herhaald totdat u op
de knop [
J] (stoppen) drukt. Druk op de knop [J]
(stoppen) om het afspelen van het patroon te stoppen.
Druk nogmaals op de knop [
F] (afspelen) om verder af
te spelen vanaf dit punt.
Afspeeltypen
Als de functie Keyboard Start is ingesteld op 'on' (aan), begint
het patroonafspelen zodra u een toets op het toetsenbord
indrukt. Verplaats de cursor naar het pictogram Keyboard Start
en druk vervolgens op de knop [INC/YES] om Keyboard Start
te activeren.
Druk nu op een willekeurige toets om het patroonafspelen te
starten.
Knopcombinaties Patroonnummer
[A]+[1] – [16] 01 – 16
[B]+[1] – [16] 17 – 32
[C]+[1] – [16] 33 – 48
[D]+[1] – [16] 49 – 64
Sectie Patroonnummer, patroonnaam
Het afspelen starten door een noot in te
drukken
SECTION
I-P
SECTION
A-H
SUB CATEGORY
PRE 1 PRE 2 PRE 3 PRE 4 PRE 5 PRE 6 PRE 7 PRE 8
ABC DEFGH
USER 1
USER 2
USER 3
GM DRGM
PRE DR
USER DR
PIANO KEYBOARD
ORGAN
GUITAR
BASS
BRASSSTRINGS
SAX/
WOODWIND
SYN LEAD
PADS/
CHOIRS
SYN COMP
CHROMATIC
PERCUSSION
DRUM/
PERCUSSION
SOUND
EFX
MUSICAL
EFX
ETHNIC
LOCATE 1 2
SEQ TRANSPORT
Keyboard Start (toetsenbordstart)