Operation Manual

Een normale voice bewerken
MOTIF XS-gebruikershandleiding
103
Modus Voice
Modus Song
modus Pattern
Modus Mixing
Modus Master
Modus Utility
Modus File
Modus
Performance
Modus
Sampling 1
Modus
Sampling 2
Naslagwerk
3 Quantize Strength
Stelt de 'kracht' in waarmee nootevents naar de dichtstbij-
zijnde quantizeertellen worden getrokken. De instelling 100%
leidt tot een exacte timing die is ingesteld via de parameter
Quantize Value hierboven. De instelling 0% geeft geen
quantizering. De instelling 50% zorgt dat de nootevents
halverwege 0% en 100% worden getrokken.
Deze parameter kan rechtstreeks via de draaiknop worden
gewijzigd.
Instellingen: 0% – 100%
4 Swing*
Vertraagt noten op evengenummerde tellen (backbeats) om
een swinggevoel te creëren. Instellingen boven 1 vertragen
de arpeggionoten, terwijl onder 1 ze vooruitschuiven. De
instelling 0 geeft de exact timing die is ingesteld via de
Quantize Value en geeft geen swing. Door verstandige
gebruik van deze instelling kunt u swing- en trioolritmes
creëren, zoals shuffle en bounce.
Deze parameter kan rechtstreeks via de draaiknop worden
gewijzigd.
Instellingen: -120 – +120
5 Velocity Rate
Bepaalt hoeveel de aanslagsnelheid van het arpeggio-
afspelen wordt gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke
waarde. De instelling 100% betekent bijvoorbeeld dat de
oorspronkelijke aanslagsnelheden worden gebruikt.
Instellingen onder de 100% verlagen de aanslagsnelheden
van de arpeggionoten, terwijl instellingen boven de 100% de
aanslagsnelheden verhogen. Als de resulterende aanslag-
waarde minder dan nul is, krijgt deze de waarde 1, en als de
resulterende aanslagsnelheid groter is dan 127, krijgt deze
de waarde 127.
Instellingen: 0 – 200%
6 Gate Time Rate
Bepaalt hoeveel de Gate Time (doorlaattijd, lengte) van de
arpeggionoten wordt gewijzigd ten opzichte van de oorspron-
kelijke waarde. De instelling 100% betekent dat de originele
doorlaattijden worden gebruikt. Instellingen onder de 100%
verkorten de doorlaattijden van de arpeggionoten, terwijl
instellingen boven de 100% de doorlaattijden verlengen. De
doorlaattijd kan niet lager worden dan het normale minimum
van 1. Elke waarde buiten dat bereik krijgt automatisch de
minimumwaarde.
Instellingen: 0 – 200%
7 Octave Range
Bepaalt het maximale arpeggiobereik in octaven. Positieve
waarde-instellingen vergroten het octaafbereik van het
arpeggioafspelen naar boven, terwijl negatieve waarde -
instellingen deze vergroten naar beneden. Deze parameter
kan rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd.
Instellingen: -3 – +0 – +3
8 Loop
Bij de instelling 'on' speelt het arpeggio herhaaldelijk door
zolang er noten worden ingedrukt. Bij de instelling 'of' speelt
het arpeggio eenmalig, zelfs als de noten ingedrukt worden
gehouden.
Instellingen: off, on
9 Trigger Mode
Bij de instelling 'gate' zorgt een noot indrukken dat het
arpeggioafspelen begint en de noot loslaten dat het stopt. Bij
de instelling 'toggle' zorgt een noot indrukken dat het
arpeggioafspelen begint/stop en het loslaten van de noot
heeft geen invloed op het arpeggioafspelen. Normaal
gesproken wordt deze parameter ingesteld op 'gate'.
Instellingen: gate, toggle
n De instelling 'toggle' voor Trigger Mode heeft voorrang
boven de instelling voor Hold op 'on' in de display Arpeggio
Main (pagina 101). Met andere woorden, zelfs als de
parameter Hold is ingesteld op 'on', begint/stopt indrukken
van de noot het arpeggioafspelen als Trigger Mode is
ingesteld op 'toggle'.
) Accent Vel Threshold
(Accent Velocity Threshold)
Enkele arpeggiotypen bevatten speciale sequencedata
'Accent Phrase' (accentfrase) genoemd, die alleen worden
afgespeeld als er aanslagsnelheden hoger dan de aange-
geven waarden worden ontvangen. Deze parameter bepaalt
de minimumaanslagsnelheid die accentfrase triggert.
Instellingen: off, 1 – 127
! Accent Start Quantize
Bepaalt de timing van het begin van de accentfrase als de bij
Accent Vel Treshold aangegeven Velocity (aanslagsnelheid)
wordt ontvangen. Bij de instelling 'off' begint de accentfrase
zodra de aanslagsnelheid wordt ontvangen. Bij de instelling
'on' begint de accentfrase op de tel die voor elke arpeggio-
type is aangegeven, nadat de aanslagsnelheid wordt ont-
vangen.
Instellingen: off, on
@ Random SFX
Sommige arpeggiotypen beschikken over de functie Random
SFX die het speciale geluid, zoals fretgeluid of het geluid dat
een gitaar geeft als er een noot wordt losgelaten, triggert.
Deze parameter bepaalt of de Random SFX actief is of niet.
Instellingen: off, on
# Random SFX Velocity Offset
Bepaalt de offsetwaarde waarmee Random SFX-noten
worden verschoven ten opzichte van hun oorspronkelijke
aanslagsnelheden. Als de resulterende aanslagwaarde
minder dan nul is, krijgt deze de waarde 1, en als de resul-
terende aanslagsnelheid groter is dan 127, krijgt deze de
waarde 127.
Instellingen: -64 – +0 – +63
$ Random SFX Key On Control
Bij de instelling 'on', wordt het speciale geluid van Random
SFX afgespeeld met de voorgeprogrammeerde aanslag-
snelheid. Bij de instelling 'off', wordt het speciale geluid van
Random SFX afgespeeld met de aanslagsnelheid die wordt
gegenereerd bij het spelen van de noot.
Instellingen: off, on