Operation Manual

Naslaginformatie Modus Song
Modus Song Play
221
Gebruikershandleiding
Modus Song
Songs creëren — basisprocedure
Songs bestaan uit de volgende drie datatypen:
• MIDI-sequencedata (gecreëerd in de modus Song Record, modus Song Edit en modus Song Job)
• Setupdata (gecreëerd in de modus Song Play)
• Mixdata (gecreëerd in de modus Song Mixing/modus Mixing Edit en opgeslagen in de modus Song Mixing Store)
Sla de mixinstellingen op in de modus Song Mixing Store om deze als songdata te archiveren en schrijf de complete song naar de SmartMedia/
het USB-opslagapparaat in de modus File, na het creëren van de data in de boven beschreven modus.
n
Niet-noot-MIDI-events (zoals voicenummer, volume, pan en effectzendniveau) die aan het begin van een song nodig zijn, worden niet als MIDI-sequencedata
opgenomen, maar worden in plaats daarvan opgeslagen als mixdata.
Omdat songdata (MIDI-sequencedata, setupdata en mixdata) worden opgenomen in DRAM (blz. 187), zullen deze verloren gaan als het instrument wordt uit-
gezet. Zorg ervoor dat u alle songdata die gecreëerd zijn via de modi Record, Edit, Job en Mixing wegschrijft naar de SmartMedia/het USB-opslagapparaat in
de modus File, voordat u het instrument uitzet. Voor details over songdata wegschrijven, zie blz. 132.
Modus Song Play
[SONG] Selectie song
[F1] PLAY
Zie blz. 55.
Loc1 (locatie 1),
Loc2 (locatie 2)
Geeft het maatnummer aan waarnaar het songafspelen kan springen door de functie Location te gebruiken ( blz. 58).
Trans (transponeren)
Bepaalt de toetstransponeerinstelling voor de complete song, en kan wor den aangepast in stappen van halve noten.
Instellingen: -36 ~ +36
n Als transponeren op een drumvoice wordt toegepast, kan het zijn dat het resultaat niet muzikaal verantwoord is. Om het
juist afspelen van een drumvoice zeker te stellen, stelt u de parameter Note Shift voor de drumvoicepart in op een
passende waarde ([SONG] [MIXING] [EDIT] Selectie part [F4] TONE [SF1] TUNE NoteShift).
MEAS (maat)
Geeft het huidige maatnummer en de tel aan van de huidige song.Tijdens het afspelen verander t deze aanduiding
automatisch overeenkomstig het afspelen van de song. U kunt het gewenste maatnummer r echtstreeks invoeren door
het venster Number Input (nummerinvoer) te gebruiken, dat kan worden opgeroepen met de knop [INFORMATION].
[SF1] ARP1 (Arpeggio 1) -
[SF5] ARP5 (Arpeggio 5)
U kunt de gewenste arpeggiotypen aan deze knoppen toewijzen en ze op elk willekeurige moment tijdens uw spel
oproepen. Raadpleeg blz. 105 in de sectie Beknopte handleiding.
[F2] GROOVE (Grid Groove=rastergroove)
Met de functie Grid Groove kunt u de toonhoogte, timing, lengte en aanslagsnelheid van noten in
een aangegeven track aanpassen via een 1-maats-1/16-nootraster om 'grooves' te creëren wat niet
mogelijk zou zijn met nauwkeurig sequencerachtig programmeren. De functie Grid Groove
beïnvloedt het songafspelen zonder in feite de sequencedata te veranderen.
NOTE OFST (nootoffset) Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van de no(o)t(en) op het geselecteerde raster (grid) in stappen van halve noten.
Instellingen: -99 ~ +99
CLOCK SFT
(klokpulsverschuiving)
Verschuift de timing van de no(o)t(en) op de geselecteerde grid naar voren of terug in stappen van 1 klokpuls.
Instellingen: -120 ~ +120
GATE OFST (doorlaattijdoffset) Verlengt of verkort de no(o)t(en) op de geselecteerde grid in stappen van 1 klokpuls.
Instellingen: -120 ~ +120
VELO OFST (aanslagoffset) Verhoogt of verlaagt de aanslagsnelheid van de no(o)t(en) op de geselecteerde grid.
Instellingen: -127 ~ +127
[F3] TRACK
[SF1] CHANNEL
Via deze display kunt u het MIDI-uitvoerkanaal/poort instellen voor elk van de zestien tracks van de
corresponderende interne/externe toongenerator.
OUT CH (uitgangskanaal) Stelt het MIDI-uitvoerkanaal in voor elk van de tracks. Tracks die ingesteld staan op 'Off' zullen niet klinken.
Instellingen: off, 01 ~ 16
n In de modi Song/Pattern, wordt het MIDI-bericht dat wordt gecreëerd door het bespelen van de toetsen/knoppen/wielen
verzonden naar het toongeneratorblok of de externe MIDI-instrumenten via het MIDI-uitgangskanaal van de momenteel
geselecteerde track.
PAS OP
+
VELO OFST (aanslagoffset)
GATE OFST (doorlaattijdoffset)
CLOCK SFT (klokverschuiving)
NOTE OFST (nootoffset)
0
OPM.
OPM.
OPM.