Operation Manual

Een song creëren op de MOTIF ES
116
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — Cursus voor gevorderden
Wijzig de sectie op de gewenste punten, terwijl het patroon speelt.
Het instrument keert terug naar de display Pattern Chain.
U kunt desgewenst ook de tempotrack en scenetrack opnemen.
Als de opnametrack is ingesteld op 'tempo' verplaats dan de
cursor naar tempowaarde (tijdens het opnemen in stap 4 hier-
boven) en gebruik de datadraaischijf en de knoppen [INC/YES]/
[DEC/NO] om het tempo te veranderen terwijl de keten speelt.
Als de opnametrack is ingesteld op 'scene', druk dan op de
knop [MUTE] (het lampje licht op) en gebruik de nummerknop-
pen [1] - [16] om desgewenst elk van de tracks tijdens het op-
nemen aan/uit te zetten.
Een patroonketen bewerken
In de modus Pattern Chain Edit kunt u de volgorde van de
secties in een keten bewerken, alsook tempo- en scene-/demp-
eventdata invoegen.
4
Druk op de knop [F] (afspelen) om het opnemen
te starten en het patroon af te spelen.
5
Druk op de knop [] (stoppen) om het opnemen
te stoppen.
6
Druk op de knop [F] (afspelen) om de opgenomen
patroonketen te horen.
7
Schrijf de gecreëerde patroondata weg naar een
SmartMedia/USB-opslagapparaat (blz. 132) voor-
dat het instrument wordt uitgezet.
SEQ TRANSPORT
LOCATE 1 2
A. PIANO KEYBOARD ORGAN
PRE 5 PRE 6 USER 1
GUITAR/
PLUCKED
SYN LEAD
ABCDEFG
H
SECTION
CATEGORY
SEARCH
SYN PAD/
CHOIR
SYN COMP
CHROMATIC
PERCUSSION
DRUM/
PERCUSSION
SE MUSICAL FX COMBI
USER 2
STRINGS
PLG 1
BRASS
PLG 2
REED/PIPE
PLG 3
BASS
GM
Sectie I-P
Sectie A-H
1
Selecteer in de modus Pattern Play een patroon
waarvoor reeds data zijn gecreëerd.
2
Druk op de knop [F6] CHAIN om de display
Pattern Chain Play op te roepen.
3
Druk op de knop [EDIT] om de modus Pattern
Chain Edit te activeren en bewerk vervolgens elk
van de tracks van de patroonketen.
4
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de
display Pattern Chain Play en druk vervolgens op de
knop [F] (afspelen) om de bewerkte patroonketen
te horen.
5
Schrijf de gecreëerde patroonketen weg als patroon-
data naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat (blz.
132) voordat het instrument wordt uitgezet.
EDIT
Druk op de knop [F6]
om het event op de
cursorpositie te wissen.
Druk op de knop [F5] om het event op
de cursorpositie tussen te voegen.
Druk op de knop [F6] om het event op
de cursorpositie te wissen.
Patroontrackbewerking
Scenetrackbewerking
Tempotrackbewerking
Knop [F4]
Knop [F4]
Knop [F4]
Voer de gewenste sectie
(A - P) of de End-markering
in met de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO].