Operation Manual

Een song creëren op de MOTIF ES
102
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — Cursus voor gevorderden
Een song creëren op de MOTIF ES
De MOTIF ES is een volledig uitgeruste en enorm krachtige muziekproductiemachine, en alle geavanceerde eigenschappen en
functies komen naadloos samen bij het creëren van een song. Hier leert u hoe u het uiterste uit de sequencergerelateerde
functies van de MOTIF ES haalt, door voornamelijk de modi Song en Pattern te gebruiken.
Deze sectie is zeer gedetailleerd en uitgebreid. Het is het beste deze niet stap voor stap door te nemen en elke functie in één
song te gebruiken, maar gebruik deze sectie als een gids of als springplank voor een verdergaande verkenning.
Uw toetsenspel opnemen
In het algemeen zult u beginnen met het opnemen van een song of patroon door een voice via het toetsenbord te bespelen. Aangezien
het instrument is ingesteld op multitimbrale werking (blz. 162), zal de voice die u daadwerkelijk bespeelt en opneemt afhangen van de
voice-instellingen voor de song of het patroon, zoals die in de mixinstellingen, die hierna worden beschreven, zijn gemaakt.
Een voice selecteren
Een voice selecteren is anders dan een voice selecteren voor
spelen. Voice-instellingen voor de modi Song/Pattern zijn in
de modi Song Mixing/Pattern Mixing geregeld.
Zie blz. 56 voor instructies over hoe een song of patroon te
selecteren.
Voor informatie over hoe een song- of patroontrack te
selecteren, zie blz. 58.
Verplaats de cursor naar 'Bank' en selecteer de gewenste
voicebank met de datadraaischijf, de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO].
Verplaats de cursor naar 'Number' en selecteer het gewenste
voicenummer met de datadraaischijf, knop [INC/YES] en [DEC/
NO]. Raadpleeg het afzonderlijke Engelstalige Data List-boekje.
n Als het lampje [TRACK SELECT] uitstaat kunnen normale voices
worden geselecteerd op de manier die beschreven staat op blz. 60.
n Behalve voor de samplevoices en mixvoices, kunt u ook Category
Search (blz. 62) in deze display gebruiken.
n
De voice voor elk van de parts van de huidige song of het huidige
patroon kan ook geselecteerd worden in de [SONG] Selectie song
[MIXING] [F2] VOICE-display of de [PATTERN] Selectie patroon
[MIXING] [F2] VOICE-display. U kunt in deze display ook Category
Search (blz. 62) gebruiken.
n
Voor informatie over hoe een voice van een pluginboard in de modus
Song/modus Pattern te selecteren, zie blz. 121.
1
Druk op de knop [SONG]/knop [PATTERN] om de mo-
dus Song/Modus Pattern te activeren en selecteer
vervolgens een nummer voor de song of het patroon
dat u gaat creëren.
2
Activeer de modus Mixing Edit ([MIXING]
[EDIT]),
selecteer vervolgens een part (track) en roep de in-
stellingsdisplay Voice op ([F1] VOICE
[SF1] VOICE).
SONG
PATTERN FILE
SEQUENCER
INTEGRATED
SAMPLING
MIXING UTILITY
EDIT
COMPARE SCENE STORE
SET LOCATE
JOB STORE
DEMO
ELEMENT/ PERF. PART/ ZONE
87654321
16
MUTE
TRACK
SELECT
NUMBER
SOLO
15
1412 13
11
10
9
SCENE
SF1 SF
2 SF3 SF4 SF5
F1 F2 F3 F4 F5 F6
INFORMATION
3
Selecteer aan de hand van de instructies hier-
onder een voice.
PRE1 (preset1) ~ PRE6
(preset 6)
Presetbanken 1 - 6 van de normale voices. Deze
komen overeen met de knoppen [PRE1] - [PRE6]
in de modus Voice.
USER1 ~ USER2 Userbanken 1 - 2 van de uservoice. Deze komen
overeen met de knoppen [USER1] - [USER2] in de
modus Voice.
GM Normale GM-voicebank. Dit komt overeen met de
knop [GM] in de modus Voice.
PDR (presetdrum) Presetbank van de drumvoices. Dit komt overeen
met tegelijkertijd drukken op de knop [DRUM
KITS] en de knop [PRE5].
GMDR (GM-drum)
GM-drumvoicebank. Dit komt overeen met tegelijkertijd
drukken op de knop [DRUM KITS] en de knop [GM].
UDR (userdrum) Userbank van de drumvoices. Dit komt overeen
met tegelijkertijd drukken op de knop [DRUM
KITS] en de knop [USER1].
SMPL (samplevoice) Geeft de bank voor de samplevoices aan die ge-
creëerd zijn via de functie Sampling (blz. 173).
MIXV (mixvoice) Deze bank is voor de mixvoices (blz. 105) die
voor de modus Song/modus Pattern bestemd zijn.
4
Bespeel het toetsenbord om de geselecteerde
voice te controleren.
5
Herhaal de stappen 2 - 4 om de voice-instellingen (mix-
instellingen) voor elk van de parts (tracks) in te stellen.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.