Operation Manual
134
■ KeyFollow
Stelt de KeyFollow in van de piek frequentie wijziging.
Deze KeyFollow functie bestuurt de eerste piek fre-
quentie overeenkomstig de gespeelde noten op het toet-
senbord. Als deze wordt ingesteld op “+32,” functio-
neert de KeyFollow 100% en beweegt de piek frequen-
tie in proportie naar de op het toetsenbord gespeelde
toonhoogte. Als deze wordt ingesteld op de waarde “0”
staat de piek frequentie vast.
❏ Instellingen: –32~0~+64
■ EG Depth (Envelope Generator Depth)
Stelt de EG sterkte in dat effect heeft op de piek fre-
quentie.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ EG Depth Vel (Envelope Generator Depth Velo-
city)
Stelt de aanslaggevoeligheid in van de EG sterkte. De
EG sterkte kan bestuurd worden door de aanslaggevoe-
ligheid van een aangeslagen noot op het toetsenbord.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ EG Mode(Envelope Generator Mode)
Stelt de EG mode in (de wijze waarop de EG functio-
neert). Er zijn twee soorten modes.
❏ Instellingen:
decay: Het EG effect valt weg.
attack: Het EG effect neemt toe.
■ EG Time (Envelope Generator Time)
Stelt de hoeveelheid tijd in die nodig is vanaf het
moment dat een noot wordt gespeeld tot wanneer de
EG eindigt.
❏ Instellingen: 0~127
■ EG Time Kfl w (Envelope Generator Time KeyFol-
low)
Stelt de KeyFollow in voor de EG Time. Deze KeyFol-
low functie bestuurt de hoeveelheid EG tijd overeen-
komstig de gespeelde noten op het toetsenbord. Als
deze wordt ingesteld op een positieve waarde, wordt
hoe hoger de gespeelde noot op het toetsenbord de EG
tijd korter. Als er een negatieve waarde wordt ingesteld,
wordt hoe lager de gespeelde noot de EG tijd korter.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ ReleaseTime
Stelt de EG release tijd in (de tijd vanaf key-off tot het
geluid stopt).
❏ Instellingen: 0~48
■ LFO Depth (Low Frequency Oscillator Depth)
Stelt de sterkte van de LFO golfvorm in.
❏ Instellingen: 0~127
■ LFO Speed (Low Frequency Oscillator Speed)
Stelt de frequentie van de LFO golfvorm in. Hoe hoger
de waarde, hoe hoger de snelheid.
❏ Instellingen: 1~255
■ Feedback
Stelt de hoeveelheid phaser feedback. Hoe groter de
waarde, hoe meer frequentie pieken worden benadrukt,
hetgeen resulteert in uitgesproken geluiden.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ Feedback Vel (Feedback Velocity)
Stelt de aanslaggevoeligheid in van de hoeveelheid feed-
back. De hoeveelheid feedback wordt bestuurd door de
aanslaggevoeligheid van een aangeslagen noot op het
toetsenbord.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ Wet Level
Stelt het outputniveau in van het signaal dat wordt
beïnvloed door de phaser. U kunt de FDSP (Phaser)
balans aanpassen door deze parameter en Dry Level
hieronder te combineren.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ Dry Level
Stelt het outputniveau van het originele inputsignaal in.
❏ Instellingen: –64~0~+63
■ Pan
Dezelfde als die van EP Pickup. Zie pag. 126 voor
informatie.