Operation Manual

131
LFO Depth (Low Frequency Oscillator Depth)
Stelt de diepte van de LFO golfvorm in van de pulse
width modulatie. Als deze is ingesteld op 0, functio-
neert alleen de EG. Als deze is ingesteld op 32, reikt
de LFO golfvorm van 0 tot het einde van de EG
amplitude. Als deze is ingesteld op 64 reikt de abso-
lute waarde van de LFO golfvorm tussen de positieve
en negatieve einden van de EG amplitude.
Instellingen: 0~64
LFO Speed (Low Frequency Oscillator Speed)
Stelt de frequentie in van de LFO golfvorm. Hoe hoger
de waarde, hoe groter de snelheid.
Instellingen: 1~255
LFO Wave (Low Frequency Oscillator Wave)
Selecteert het LFO golfvormtype. De hier geselecteerde
golfvorm bepaalt de karakteristieken van de modulatie
en kan een variëteit aan manieren produceren waarop
het geluid wordt gemoduleerd.
Instellingen: triangle (Triangle Wave), sin (Sine Wave)
Zie pag. 121 voor meer informatie over iedere LFO wave.
LFO Phase (Low Frequency Oscillator Phase)
Stelt de fase in van de LFO golfvorm die wordt gereset
als de noot wordt gespeeld.
Instellingen: 0, 90, 180, 270 (graden).
EG Mode (Envelope Generator Mode)
Stelt de EG mode in (de wijze waarop de EG functio-
neert). Er zijn drie soorten modes.
Instellingen:
decay: Het EG effect vervalt.
attack: Het EG effect neemt toe.
fade in: Het EG effect neemt geleidelijk toe na een delay.
EG Shape (Envelope Generator Shape)
Stelt de vorm (depth) in van de envelope. Als deze op
0 is ingesteld, is er geen envelope (houdt zich aan de
maximum waarde). Als deze is ingesteld op 32 is de
diepte 50% en op 64 is de diepte 100%. Als het fade
in type wordt geselecteerd in EG Mode op een waarde
boven de 32, werkt de delay.
Instellingen: 0~64
EG Mode: decay
EG Mode: attack
EG Mode: fade in
EG Time (Envelope Generator Time)
Stelt de hoeveelheid tijd in vanaf het moment een noot
wordt gespeeld tot wanneer de EG eindigt.
Instellingen: 0~127