Operation Manual

104
Port Mode (Portamento Mode)
Selecteert de portamento mode. De manier waarop de
portamento beweegt is verschillend afhankelijk of de
Mono of Poly parameter wordt geselecteerd in het Com-
mon menu.
Instellingen: fngr ( ngered), full
Als Mono wordt geselecteerd in het Common menu:
fngr (fi ngered): Portamento wordt alleen toegepast als u
legato speelt (een noot spelen voordat u de vorige heeft
losgelaten).
full: Portamento wordt altijd toegepast.
Als “Poly wordt geselecteerd in het Common menu:
Geldt hetzelfde voor als de mono (monofonisch) mode
behalve dat portamento op meerdere noten wordt toegepast.
[F8]: SET (Controller Set)
Een variëteit control change functies kunnen toegewezen
worden aan een controller zoals de Control Knoppen op
het voorpaneel of het toetsenbord. Aftertouch van het toet-
senbord kan bijvoorbeeld toegewezen worden aan control
vibrato of het [MODULATION] wiel kan toegewezen wor-
den voor het toepassen van resonantie. De control functies
kunnen toegewezen worden om effect toe te dienen aan
een speci ek element. De toewijzing van parameters aan
een voice wordt voice control genoemd, en een maximum
van 16 verschillende Voice Controller Sets kunnen aan één
voice toegewezen worden.
Als u [F8]: SET, [F3] selecteert wordt de REMAP functie
op het scherm toegevoegd.
[F3]: REMAP
Met de Remap functie kunt u de Voice Controller Sets
organiseren. Als u bijvoorbeeld vier Controller Sets
heeft gecreëerd, nummer 1, 3, 4 en 7, dan worden de
nummers hernoemd van 1 t/m 4.
Als u op [F3] drukt om de REMAP functie uit te
voeren, terwijl alle controllers in gebruik zijn, wordt
Controller Sets full in de display weergegeven,
om aan te geven dat de REMAP-functie niet kan
worden gebruikt.
Ctrl (Controllers)
Selecteert het voice control nummer. Als u een Voice
Controller Set creëert, selecteer dan eerst het control
nummer.
Instellingen: Set 1-16 (Voice Controller set 1-16)
Elem Sw (Element Switch)
Stelt de controller voor ieder element in als aktief
(on) of inaktief (off).
Instellingen: Voor ieder element 1-4, on, off
Src Sw (Source Switch)
Stelt de control media in die de functies geselecteerd
met de Dst Param (Destination Parameter) besturen.
Zet de controllers die u wilt gebruiken op on. Er zijn
13 soorten controllers. Het is mogelijk om meerdere
controllers tegelijk te selecteren.
Instellingen: PB (Pitch Bend Wiel), AT (After Touch),
FC (Foot Controller), BC (Breath Controller),
RC (Ribbon Controller), MW1 (Modulatie Wiel
1), MW2 (Modulation Wheel 2), KN1~6
(Knobs1-6); voor iedere controller, on, off
Als er VL of AN elementen zijn geselecteerd, wordt de
Vel (Velocity) parameter aan de Src Sw toegevoegd.
U kunt de Dest Parameters besturen met toetsenbord-
velocity.
Dest Param (Destination Parameter)
Stelt de control functie in die wordt toegewezen aan
een voice control set. De control functie die hier is
geselecteerd wordt bestuurd door de controller die is
geselecteerd in Src Sw (Source Switch).
Instellingen: (Zie de Controller Lijst in het aparte Data
Lijst boek.)
De beschikbare destination (bestemmings-) parameters
zijn van No.45 t/m No.78. Zie de Controller Lijst voor
meer informatie.
Dest Depth (Destination Depth)
Stelt de diepte in van de control functie geselecteerd in
Dst Param.
Instellingen: 64~0~63
Controllers Voice Control 1~16 Elements