Operation Manual

CVP-405/403/401 Gebruikershandleiding
201
Appendix
Problemen oplossen
Het instrument gaat niet aan.
Steek de contrastekker van het netsnoer stevig in de
aansluiting op het instrument en de stekker in het
stopcontact.
Er is een klik of plop te horen als het instrument
wordt aan- of uitgezet.
Het instrument wordt voorzien van elektrische stroom.
Dit is normaal.
Er komen vreemde geluiden uit de luidsprekers van
het instrument.
Er zijn bijgeluiden te horen als er een mobiele telefoon
in de buurt van het instrument wordt gebruikt of als de
telefoon overgaat. Zet de mobiele telefoon uit, of
gebruik deze verder bij het instrument vandaan.
De letters in de display zijn onleesbaar omdat de
display te helder (of te donker) is.
Gebruik de knop [LCD CONTRAST] om een optimale
zichtbaarheid in te stellen.
Pas de helderheid van de display aan (pagina 19).
Het totale volume is te laag of er is geen geluid te
horen.
Het master-niveau kan te laag zijn ingesteld. Stel het in
op een passend niveau met de draaiknop [MASTER
VOLUME].
Het volume van de afzonderlijke gedeelten kan ook te
laag zijn ingesteld. Verhoog het volume in de display
BALANCE (pagina 40).
Zorg ervoor dat het gewenste kanaal op ON is ingesteld
(pagina 105).
Er is een hoofdtelefoon aangesloten, waardoor de
luidsprekers worden uitgeschakeld. (Dit gebeurt als de
luidsprekerinstelling staat op 'HEADPHONE SW';
pagina 17.) Haal de hoofdtelefoon los.
Controleer of de luidsprekerinstelling ON is (pagina 17).
De functie voor Fade-In en Fade-out staat aan, waardoor
het geluid wordt gedempt. Schakel de functie uit door
op het pedaal te drukken dat u hebt toegewezen aan de
functie Fade In/Out.
Controleer of de Local Control-functie (lokale
besturingsfunctie) is ingesteld op ON (pagina 198).
Niet alle tegelijkertijd gespeelde noten klinken.
Mogelijk wordt de maximale polyfonie (pagina 213) van
het instrument overschreden. Als de maximale polyfonie
wordt overschreden, vallen de eerst gespeelde noten
weg en klinken de laatst gespeelde noten.
Het toetsenbordvolume is lager dan het song-/
stijlafspeelvolume.
Het volume van de toetsenbordgedeelten is mogelijk te
laag ingesteld. Verhoog het volume in de display
BALANCE (pagina 40).
Toetsen klinken niet met de juiste toonhoogte.
Controleer op de bedieningsdisplay of de functie
Performance Assistant is uitgeschakeld (pagina 43).
Bepaalde noten klinken op de verkeerde toonhoogte.
De parameter Scale (stemming) is waarschijnlijk
ingesteld op iets anders dan 'Equal', waardoor het
stemmingssyteem van het instrument verandert.
Controleer of 'Equal' is geselecteerd als Scale op de
display Scale Tune (pagina 83).
- Er is een klein verschil in geluidskwaliteit tussen
verschillende gespeelde noten op het toetsenbord.
- Sommige voices hebben een herhalend geluid.
- Er is wat ruis of vibrato merkbaar bij de hogere
toonhoogten, afhankelijk van de voice.
Dit is normaal en is een gevolg van het samplingsysteem
van het instrument.
Sommige voices verspringen een octaaf in
toonhoogte als er in de hogere of lagere registers
gespeeld wordt.
Dit is normaal. Sommige voices hebben een
toonhoogtegrens die, als deze bereikt wordt, dit soort
toonhoogteverschuiving veroorzaakt.
De hoofddisplay verschijnt niet, zelfs niet als het
instrument wordt aangezet.
Dit probleem kan optreden als een USB-opslagapparaat
is geïnstalleerd in het instrument. Installatie van
sommige USB-opslagapparaten kan resulteren in een
lang interval tussen het moment waarop het instrument
wordt aangezet en het verschijnen van de hoofddisplay.
U kunt dit voorkomen door het instrument aan te zetten
nadat u het apparaat hebt losgekoppeld.
De demper-, sostenuto- en softfuncties werken niet
voor de betreffende pedalen.
De kabel van het pedaal is niet aangesloten. Steek de
kabel van het pedaal stevig in de juiste aansluiting
(pagina 207).
Elk pedaal is toegewezen aan een andere functie.
Controleer of elk pedaal op de juiste manier is
toegewezen aan SUSTAIN, SOSTENUTO en SOFT
(pagina 187).
Controleer of de functie Registration Sequence is
ingesteld op OFF (pagina 131).
Sommige tekens van de naam van de file/map zijn
onleesbaar.
De taalinstellingen zijn gewijzigd. Stel de juiste taal in
voor de naam van de file/map (pagina 18).
Een bestaande file wordt niet weergegeven.
Mogelijk is de file-extensie (.MID, enz.) gewijzigd of
gewist. Hernoem de file handmatig op een computer,
waarbij u ervoor zorgt de juiste extensie te gebruiken.
De gegevens op het USB-opslagapparaat worden niet
weergegeven op het instrument zelf.
Gegevensfiles waarvan de naam langer is dan 50 tekens
kunnen niet worden gebruikt op het instrument.
Hernoem de file en zorg ervoor dat de naam 50 tekens
of minder bevat.
Algemeen
Pedalen
Files/mappen