Operation Manual
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
97
CVP-209/207
D
C
3
Selecteer de part die u wilt toewijzen aan het kanaal dat u gaat opnemen.
Dit bepaalt welke van de vanaf het toetsenbord bespeelde parts (Main/Layer/
Left) en de begeleidingsstijl parts (RHYTHM 1/2, BASS, etc.) worden
opgenomen op de opnamekanalen die in stap 2 werden geselecteerd.
Voor een overzicht van de standaardinstellingen, zie blz. 96.
Voor het selecteren van de
MIDI part
• Het Instellen van één
kanaal op MIDI
Alle inkomende data, ontvan-
gen via welk MIDI kanaal (1 -
16) maar ook wordt opge-
nomen. Als u gebruik maakt
van een extern MIDI keyboard
of controller om op te nemen,
kunt u hiermee op-nemen zon-
der dat er op het externe
apparaat een MIDI zendkanaal
hoeft te worden ingesteld.
• Het instellen van meerdere
kanalen op MIDI
Als u gebruik maakt van een
extern MIDI keyboard of
controller, kunt u op deze
manier data opnemen, uit-
sluitend via de ingestelde
MIDI kanalen — hiervoor
moet het externe apparaat
wel op het zelfde kanaal wor-
den ingesteld.
OPM.
Eén enkele part (met uitzonde-
ring van MIDI parts) kan niet
worden toegewezen aan ver-
schillende kanalen tegelijk.
OPM.
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. De opname
kan worden gestart/gestopt door het pedaal in te
drukken, als de punch in/out opnamefunctie aan het
pedaal is toegewezen (blz. 103).
5
Druk nogmaals op de [REC] knop om de opname te stoppen.
U kunt ook het pedaal gebruiken om de opname te stoppen, door het los te
laten als de punch in/out opnamefunctie aan het pedaal is toegewezen (blz.
103).
Druk, om te pauzeren, op de
SONG [START/STOP] knop.
Druk, om de opname te
hervatten, nogmaals op de
SONG [START/STOP] knop.
OPM.
U kunt de metronoom gebruiken
als hulp tijdens het opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
OPM.
6
Speel uw nieuwe song af.
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop
op zijn beginpunt en druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar
het begin van de song.
Herhaal, om een nieuwe part op te nemen, de stappen 2 - 6 hierboven.
U kunt de eerder opgenomen parts op afspelen zetten zodat u ze kunt
horen terwijl u een nieuwe part opneemt. Ga zo door totdat u met de
song klaar bent.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR
(1 - 16) schermen (blz. 107).
Druk op de [6▼] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen
data te bewaren (blz. 39, 45).
END
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
De instellingen van de opge-
nomen parts worden tijdelijk
bewaard totdat u Quick Record
uitvoert, een song selecteert, of
het instrument uitzet.
OPM.
PAS OP