Operation Manual
Stijlen
CVP-209/207
62
Het Afspelen van Uitsluitend de Rhythm Kanalen
Het Instellen van de Volumebalans/Kanalen Uitschakelen
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Het ritme start
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
De Rhythm Kanalen maken
deel uit van de stijlen.
Iedere stijl heeft verschillen-
de ritme patterns.
OPM.
Deze uitzetten.
3
Speel mee met het ritme.
Het Tempo kan worden ingesteld met de TEMPO [ ][ ] knoppen of met de
[TAP TEMPO] knop.
Als u op de [Tap Tempo] knop tikt, zal het tempo worden ingesteld op de door u
ingetikte snelheid.
2
Als de stijlgroep “PIANIST”
is geselecteerd, dan hoort u
geen ritme. Als u één van
de stijlen wilt gebruiken,
zorg dan altijd dat ACMP
aan staat.
OPM.
Druk nogmaals op de STYLE [START/
STOP] knop om het ritme weer te stoppen.
END
U kunt het ritme ook starten
door, terwijl Sync Start is
geactiveerd, op het toetsen-
bord te gaan spelen (druk
hiervoor op de [SYNC.
START] knop).
OPM.
BALANCE
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
BALANCE scherm
Stel het uitgangsniveau van de Part in.
Parts bespeeld vanaf het
toetsenbord (MAIN/LAYER/
LEFT)
STIJL part (Automatische
Begeleidingsgedeelte)
SONG part
MIC part
CHANNEL ON/OFF scherm
Roep het STYLE scherm op door op de [CHANNEL ON/OFF] knop
te drukken, schakel hierna het instrument van uw keuze uit.
Channel
Verwijst naar het MIDI
kanaal in de song data (blz.
158). De kanalen zijn als
volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
OPM.
Roep het
BALANCE
scherm op.
Roep het
Channel ON/
OFF scherm
op.