Operation Manual

13
CLP-525 Gebruikershandleiding
De piano bespelen
Wanneer u begint te spelen, kunt u met de knop [MASTER VOLUME] het volume van het totale
toetsenbordgeluid aanpassen.
VOORZICHTIG
Gebruik dit instrument niet gedurende een langere periode op een hoog volumeniveau, aangezien dit uw gehoor kan beschadigen.
Met deze functie wordt de geluidskwaliteit van dit instrument automatisch
bijgesteld en geregeld in overeenstemming met het totale volume. Zelfs als het
volume laag staat, kunt u zowel lage als hoge tonen duidelijk horen.
IAC inschakelen:
Houd [PIANO/VOICE] ingedrukt en
druk op de toets F0.
IAC uitschakelen:
Houd [PIANO/VOICE] ingedrukt en
druk op de toets F0.
De diepte van IAC aanpassen:
Houd [PIANO/VOICE] ingedrukt en
druk op een van de toetsen A-1 – D0.
Hoe hoger de waarde, des te duidelijker hoge en lage tonen hoorbaar zijn als het
volume laag staat.
Het volume instellen
Intelligent Acoustic Control (IAC) (Intelligente akoestische regeling)
Niveau lager. Niveau hoger.
Standaardinstelling:
Aan
F0Laagste toon
F0Laagste toon
C0: diepte 0
(Standaardinstelling)
Laagste toon
A-1: diepte -3 D0: diepte +3
Instelbereik:
A-1 (-3) – D0 (+3)
Standaardinstelling:
C0 (0)