Operation Manual

26
De CONTROL
Knoppen Gebruiken
De acht CONTROL knoppen bieden u directe
toegang tot vele toongeneratorparameters
waarmee u, letterlijk realtime, een ongelimi-
teerde hoeveelheid geluiden met de AN1x kunt
creëren. U kunt hiermee tevens toegang krijgen
tot de individuele events in iedere stap van de
Step Sequencer (als de [EDIT ROTARY] schakelaar
op het SEQ EDIT/SETUP menu staat).
De CONTROL knoppen zijn toewijsbaar, dus kunt u een
specifieke parameter aan iedere knop toewijzen. U kunt
met de Control Matrix iedere knop parameter voor iedere
Scene in iedere voice bepalen. Bovendien kunt u met de
UTILITY SETUP menu Control functie specifieke Control
Change parameters toewijzen, die kunnen, als de
[ASSIGN] schakelaar geselecteerd is, niet alleen naar de
interne toongenerator verstuurd worden, maar ook via de
MIDI [OUT] verstuurd worden, en u hiermee een extern
MIDI apparaat kunt besturen.
Als u aan een knop draait om een parameter te wijzigen,
verschijnt de parameternaam en waarde automatisch in de
LCD, waarop tevens de data in de LCD wijzigt. Als u een
knop (druk-schakelaar) indrukt zonder hieraan te draaien,
verschijnt de parameternaam en waarde in de LCD,
zonder dat de waarde gewijzigt wordt.
Als u een knop naar links draait vermindert de numerieke
waarde (of scrollt naar de top van de lijst met beschikbare
parameters), en als u een knop naar rechts draait wordt de
numerieke waarde verhoogd (of scrollt deze naar de bodem
van de lijst met beschikbare parameters).
Voor informatie over het toewijzen van controllers, zie pag. 95.
N.B.
ASSIGN 4
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PWM Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
Als de [EDIT ROTARY] schakelaar op posities 1 - 4 of 6
staat, en u een voice selecteert, wordt de [ASSIGN]
schakelaar automatisch geselecteerd (de LED ernaast licht
op), hetgeen betekent dat de groep parameters die aan de
knoppen is toegewezen met de UTILITY SETUP menu
Control functie, met de CONTROL knoppen bestuurd en
gewijzigd kunnen worden. Druk, om toegang tot een
andere groep knop parameters te krijgen, op een KNOP
PARAMETER GROEP schakelaar.
Voor meer informatie over de knop parameters, zie pag. 54.
De Knop Data grafiek
Tijdens het wijzigen van toongenerator of sequence event
parameters, verschijnt een horizontaal 11-segment “knop
data grafiek” onderin de LCD. Als u op de schakelaar van
een knop drukt voor data bevestiging (voordat u de knop
omdraait), biedt de data grafiek een zichtbare referentie van
de parameter waarde in vergelijking met de huidige knop
positie.
Een knipperend segment in de data grafiek toont de huidige
waarde van de parameter, en geschaduwde segmenten links
of recht van het knipperende segment tonen de huidige
knoppositie. Als u de knop naar links of rechts draait,
verplaatst ook de data grafiek corrsponderend aan de knop
bewegingen.
Coarse/Fine Wijzigen
U kunt, afhankelijk hoe u aan de knop draait, de CONTROL
knob parameters in coarse (grote) of fine (kleine) stappen
wijzigen. De knop data ziet er voor iedere methode anders
uit.
Als u normaal aan de knop draait wordt de parameter
waard in grote (coarse) stappen verhoogd/verlaagd. In dit
geval is de knipperende indicator in de data grafiek niet
zichtbaar. Als u tijdens het draaien aan de knop de knop
indrukt, wijzigt de parameter in kleine stappen. In dit geval
staat de knipperende indicator stil als u aan de knop draait,
en blijft deze knipperen als u de knop loslaat.
Actual value (flashing)Current knob position
N.B.
Huidige knop positie
Huidige waarde (knippert)