Operation Manual

10
NL
VOEDINGSGROEP HOEVEELHEID TIPS
q
VLEES 100 G - 2 KG GEHAKT, KOTELETTEN, BIEFSTUK OF BRAADVLEES.
w
GEVOGELTE 100 G - 2 KG HELE KIP, IN STUKKEN OF FILETS.
e
VIS 100 G - 2 KG HEEL, MOTEN OF FILETS.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor “Bereiden en opwarmen met de magnetron” aanhouden
en 160 W kiezen voor het ontdooien.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET GEWICHT MINDER OF MEER DAN HET
AANBEVOLEN GEWICHT IS: Volg de procedu-
re voor “Bereiden en opwarmen in de
magnetron” en kies 160 W wanneer
u ontdooit.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL EEN HOGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een lager voedselge-
wicht worden gekozen.
ALS HET VOEDSEL EEN LAGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een hoger voedselge-
wicht worden gekozen.
AUTOONTDOOIEN
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het ontdooien van vlees, vis en gevogelte. AUTO Defrost mag alleen ge-
bruikt worden als het nettogewicht tussen de 100 g en 2 kg ligt.
PLAATS HET VOEDSEL altijd op het glazen draaiplateau.
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-ONTDOOITOETS om de voedselklasse te selecteren.
w
DRAAI DE INSTELTOETS om het gewicht in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
BIJ SOMMIGE VOEDSELKLASSEN MOET het voedsel omgedraaid of geroerd worden tijdens de bereiding.
In deze gevallen stopt de oven en wordt u gevraagd de benodigde handeling uit te voeren.
ALS DE DEUR NIET BINNEN DEZE TIJD WORDT GEOPEND (binnen 2 minuten) zal de oven doorgaan met het
ontdooiproces. In dit geval is het eindresultaat mogelijk niet optimaal.
Open de deur.
Voer de gevraagde handeling uit.
Sluit de deur en start opnieuw door de starttoets in te drukken.
V
OOR DEZE FUNCTIE MOET het nettogewicht van het voedsel bekend zijn.