Operation Manual

NL66
RAADPLEEG VOOR DE ELEKTRISCHE AANSLUITING HET HOOFDSTUK OVER DE INSTALLATIE
De inductie-oven is uitgerust met een elektrisch stopcontact in de achterwand van de oven voor de
voeding van het verwarmingselement in de inductieplaat wanneer deze ingeplugd is.
De inductieplaat is ontworpen voor gebruik in combinatie met de inductiepan die bij de oven wordt
meegeleverd. Betere prestaties en lager energieverbruik kunnen worden bereikt door de pan en de
inductieplaat te gebruiken.
1. Bedieningspaneel
2. Bovenste verwarmingselement/grill
3. Koelventilator (niet zichtbaar)
4. Typeplaatje (verwijder dit nooit)
5. Ovenlampjes
6. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7. Ventilator
8. Onderste verwarmingselement (niet zichtbaar)
9. Deur
10. Positie van de roosters (de steunhoogte staat aangegeven op de voorkant van de oven)
11. Schot
12. Elektrisch stopcontact (in oven)
13. Inductieplaat
14. Inductieplaatpositie
OPMERKING:
- Tijdens de bereiding kan de koelventilator afwisselend ingeschakeld worden om het energieverbruik
te verminderen.
- Na afloop van de bereiding, nadat de oven is uitgeschakeld, kan de koelventilator nog een tijdje
blijven werken.
- Als de ovenklep tijdens de bereiding wordt geopend, worden de verwarmingselementen
uitgeschakeld.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
A. ROOSTER (2): kan gebruikt worden om voedsel op te grillen of als draagrooster voor pannen, bak- en
cakevormen en ovenvaste schalen.
B. OPVANGBAK (1): is bedoeld om vet op te vangen wanneer hij onder het rooster wordt geplaatst, of
als bakplaat voor het bereiden van vlees, vis, groenten, focaccia enz.
C. PAN (1): De pan is ontworpen voor gebruik in combinatie met de inductieplaat en moet volgens de
positioneringsmarkeringen op het glas van de plaat worden geplaatst.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
Fig. A Fig. B Fig. C Fig. D